...

De auteurs staan met beide voeten in de praktijk. Greet De Cock is verpleegkundige in UZ Leuven en heeft ervaring in acute, chronische en palliatieve zorg. Philippe Meersseman is pneumoloog-intensivist in UZ Leuven en combineert patiëntenzorg, opleiding en wetenschappelijk onderzoek. Ze worden regelmatig geconfronteerd met de kernvraag van hun boek: tot hoever is het verantwoord om diagnostische en therapeutische interventies te doen?Hun antwoord op die vraag vertrekt vanuit verhalen uit de dagelijkse zorgpraktijk en hun persoonlijke ervaringen als verpleegkundige en arts. Ze erkennen de vooruitgang die wetenschap en technologie in de gezondheidszorg gebracht hebben, maar wijzen op de schaduwzijden daarvan."Medische beslissingen die in de acute zorgsector genomen worden, bepalen de instroom en organisatie in de chronische zorgsector. Met elke geriatrische patiënt die een levensreddende intensieve therapie ondergaat, creëren we een potentiële rusthuisbewoner." Ze wijzen daarbij op de grenzen van het zorgcircuit - zowel professioneel als informeel. Tijdens corona stelden we ons de vraag hoeveel zorg de ziekenhuizen aankunnen; vandaag moeten we ons afvragen hoeveel zorg de maatschappij aankan, stellen ze. De overheid promoot mantelzorg, maar ook daar zijn grenzen aan wat we van mensen kunnen verwachten. Bovendien moeten we ons ook bewust zijn van de economische en ecologische impact van de zorg. Het tijdig stopzetten van medische interventies maakt middelen vrij die elders ingezet kunnen worden. En volgens berekeningen van het Erasmus MC in Rotterdam komt één dag intensieve zorgen qua milieubelasting overeen met 2.000 km autorijden, de kap van 200 vierkante meter bos en het gebruik van 15.000 liter water. De auteurs beseffen dat ze zich met deze argumenten in een ethisch mijnenveld wagen, en pleiten zeker niet voor harde grenzen of quota. Maar als de sector zelf niet ingrijpt, duikt het doembeeld op dat 'de markt' zal bepalen wie wel en niet geholpen mag worden.Zo ver mogen we het niet laten komen, zeggen ze. "Ons streven moet een warme, toegankelijke, kwaliteitsvolle zorg op mensenmaat zijn. Dat doel kunnen we bereiken als we, als individu en als samenleving, de moed hebben om de grenzen te respecteren en om keuzes te maken." Die keuzes moeten gemaakt worden in overleg met de zorgvrager. Daarom pleiten ze ervoor om elke 75-jarige uit te nodigen voor een gesprek over vroegtijdige zorgplanning. Een vloeiende communicatie met de verschillende zorgverleners rond een patiënt, zowel intramuraal als buiten de eigen zorgorganisatie is ook cruciaal. "Als we samen onze begrensde zorg bespreekbaar maken, verleggen we samen grenzen."