...

"De vraag is of dat hoopgevend is, aangezien twee derde geen collega's in vertrouwen neemt. Hoeveel procent van de bevraagde artsen neemt niemand in vertrouwen?" Op vraag van Artsenkrant becommentarieert arts en professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis (KU Leuven), een enquête van Medscape. Jaarlijks organiseert het Amerikaanse nieuws- en educatieplatform (online) bevragingen onder zijn lezers over mentaal welbevinden. Recent publiceerde het de resultaten van een survey over zelfdoding (1). Zo'n 13.000 Amerikaanse artsen-specialisten vulden de vragenlijst in. Hoewel de vraagstelling niet altijd even genuanceerd is, en de methodologie wellicht niet ideaal is (een online vragenlijst van ca. 10 minuten), kan de Medscape-bevraging wel een bijdrage leveren aan het bespreekbaar maken van het thema. Dat laatste is immers - nog steeds - relevant en nodig, meent prof. Lode Godderis. Lode Godderis: "Mentaal welzijn en suïcide zijn thema's die leven in de medische wereld en dat is ook aan de respons op de enquête te zien." Belangrijk volgens hem in de (media)berichtgeving over zelfdoding is om determinanten en risicofactoren te belichten, en in het bijzonder de vraag: 'Wat kunnen we doen ter preventie?' "Uit onderzoek blijkt namelijk - en zo geven enkele van de bevraagde Amerikaanse artsen in de Medscape-enquête ook aan - dat het voor artsen niet evident is om hulp te zoeken wanneer ze met zelfdodingsgedachten kampen. Terwijl dat net een van de belangrijkste stappen is om zelfdoding te voorkomen." In de Medscape-enquête zeggen 64% van de bevraagde artsen dat ze zich down en verdrietig voelen. Een op de tien denkt wel eens aan zelfdoding (maar heeft nog geen poging ondernomen). Uit internationale studies is gebleken dat artsen een verhoogd risico lopen om te overlijden door zelfdoding. Een meta-analyse van verschillende studies uit de VS en Noord-Europa (2) toont aan dat mannelijke artsen 40% meer risico lopen om suïcide te plegen t.o.v. de algemene populatie. Bij vrouwelijke artsen is dat risico 130% hoger. "Een eerste veel voorkomende risicofactor bij artsen heeft te maken met het beroep an sich", legt prof. Lode Godderis uit. "Als arts heb je te maken met lijden en overlijden, slecht nieuws brengen is part of the job. Dat zorgt voor hoge mentale en emotionele druk, wat dan weer een impact kan hebben op de eigen mentale gezondheid. Verder dragen bepaalde persoonlijkheidskenmerken bij tot emotionele problemen, wat kan uitmonden in suïcidaal gedrag. Zo zijn artsen mensen die er graag zijn voor anderen en zijn ze ook perfectionistisch in de zorg voor anderen. Daar staat tegenover dat ze weinig zorg dragen voor hun eigen gezondheid, wat hen extra kwetsbaar maakt." "Bovendien is er het feit dat artsen vaak geen hulp zoeken in geval van psychische problemen, vaak uit schaamte en angst voor gezichtsverlies tegenover hun collega's. Last but not least hebben artsen kennis over en toegang tot middelen die hen kunnen helpen om een suïcidepoging te ondernemen." Uit de bevraging van Medscape blijkt verder dat pathologen, algemeen chirurgen en oncologen de specialismes zijn die het vaakst met suïcidale gedachten kampen. "Het kan niet de bedoeling zijn een dergelijke top of rangschikking te maken", zegt Godderis. "Wel is het zo dat er risicofactoren zijn per specialisme. Uit een ander recent meta-onderzoek (3) kwam naar voren dat onder meer anesthesisten, psychiaters en huisartsen hoog scoorden op suicidal mortality rate." Lode Godderis: "Zoals gezegd is toegang tot verdovende middelen, wat bij anesthesisten het geval is, een drempelverlagende factor. Psychiaters hebben dan weer een emotioneel belastend beroep. Tot voor enkele jaren werkten huisartsen vrij geïsoleerd, en hadden ze weinig contact met peers. Dat is nu wel aan het veranderen door de groeiende beweging van - multidisciplinaire - groepspraktijken." Met andere woorden, zo besluit Godderis, in het algemeen is niet het specialisme an sich risicoverhogend voor zelfdoding (sgedachten), maar wel de manier waarop het ingevuld of georganiseerd wordt. Bijna de helft van de 'millennials' (in de enquête 27- tot 41-jarigen) die met zelfdodingsgedachten kampt, neemt een familielid in vertrouwen. Een derde spreekt erover met een collega of vriend. Prof. Lode Godderis benadrukt (nogmaals): "Zelfdodingsgedachten kunnen bespreken met naasten is een belangrijke stap in het voorkomen van zelfdoding." Opvallend: boomers (57-75 jaar) kiezen minder vaak om een familielid, vriend of collega's in vertrouwen te nemen dan de jongere generatie. Een op de drie kiest voor een therapeut. Vaker dan de millennials en generatie X (42-56) kiezen zij om er met niemand over te spreken. De meeste artsen in de enquête hadden het evenwel nog niet meegemaakt dat een collega met zelfdodingsgedachten hen daarover in vertrouwen nam. Mocht dat (toch) gebeuren, zouden de meesten een luisterend oor aanbieden of doorverwijzen naar gepaste hulp. "In de eerste plaats is het belangrijk om aandachtig te zijn voor wie het moeilijk heeft en mogelijke signalen te herkennen", zegt prof. Godderis. "Bijvoorbeeld iemand die er verdrietig of zeer moe uitziet, of letterlijk zegt dat het hem of haar 'allemaal niet meer kan schelen' en er een 'einde aan wil maken'." Vervolgens dien je deze signalen te erkennen. Hoe? "Door het gesprek aan te gaan, door te luisteren en er te zijn." De manier waarop je luistert en aanwezig bent, is evenwel cruciaal, benadrukt Godderis. "Eerst en vooral is het belangrijk om concreet te benoemen wat je vastgesteld hebt. Zeg tegen je collega: 'Je zegt dat je het niet zitten. Bedoel je dan dat je aan zelfdoding denkt?' Of als iemand zegt: 'Het boeit me allemaal niet, ik ben er straks toch niet meer.' Vraag dan wat hij of zij bedoelt met 'straks'. Zodat je een inschatting kan maken of de persoon er 'gewoon' aan denkt, of dat hij of zij al concrete plannen heeft." Ook is het belangrijk te peilen naar de veiligheid van de persoon met zelfdodingsgedachten, voegt prof. Godderis nog toe. "Vraag bijvoorbeeld: 'Gaat het je lukken om vanavond rustig te slapen?', 'Heb je de afgelopen dagen een beetje rust kunnen vinden?'" "Stel voldoende open vragen, en vel vooral geen oordeel. Natuurlijk moet je ook niet meegaan in de zelfdodingsgedachten, als in: 'In jouw situatie snap ik dat je daaraan denkt.' Eerder dan zelf advies te geven, is het aangewezen om samen met de collega te bekijken welke hulp er nodig is - doorverwijzen naar iemand met voldoende kennis van zaken is daarbij essentieel. En spreek af hoe jij eventueel kan helpen." In de enquête zijn jongere artsen vaker van mening dat medische faculteiten en zorginstellingen verantwoordelijk moeten worden gesteld als een student of arts uit het leven stapt. Hoe ouder de artsen, hoe minder zij vinden dat de instelling de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt. Lode Godderis: "Met een dergelijke vraag creëer je discussie rond wie schuld treft, maar daar is vaak geen afgelijnd antwoord op. Beter is om de focus te leggen op preventie: wat wordt er door zorginstellingen al gedaan om mentaal welzijn en zelfdodingsgedachten bespreekbaar te maken onder hun zorg- en personeelsleden, en hoe kunnen we dat nog versterken? Zorginstellingen die reeds belangrijke stappen zetten, kunnen inspiratie bieden aan andere organisaties en collega's in de zorgsector." "Cruciaal is om een vertrouwenskader te creëren binnen de instelling", zo licht Godderis verder toe, "onder andere door te werken met vertrouwenspersonen, en artsen en andere zorgmedewerkers op te leiden om signalen te herkennen bij collega's die het moeilijk hebben en het gesprek aan te gaan."