In tijden waarin de gezondheidszorg steeds meer computergestuurd wordt, dreigt het menselijke aspect wel eens veronachtzaamd te worden. Professor hematologie Tessa Kerre (UZ Gent) zag een tegenoffensief in de helende kracht van literatuur.
...
In samenwerking met Het Lezerscollectief o.l.v. psychiater dr. Jan Raes en Dirk Terryn, en met dr. Gaëlle Vanbutsele (hematologie), collega-professor Vibeke Kruse en Msc Kim Eeclo (medische oncologie), prof. Peter Pype, dr. Fleur Helewaut en dr. Janique Lobbestael, zette prof. Kerre een voorleesproject op touw waarin 20 studenten gezondheidswetenschappen (UGent) poëzie en kortverhalen voorlezen aan 20 kankerpatiënten, of liever, leespartners.Het begon in 2011 toen Jane Davis, destijds professor literatuur in Londen, naar België afzakte om er het plezier van het lezen te promoten. Ze had de brui gegeven aan haar docentenbestaan, ontgoocheld als ze was door het typische degout waarop literatuurstudenten vastlopen bij het afstuderen. Te veel moéten lezen en analyseren, te veel in functie van doelen, punten en graden. Davis wist dat er zoveel meer te bereiken viel met lezen door niet te moéten, maar te mogen, en door te gaan voorlezen, wat doet ademen en verbondenheid creëert.Het was die lezing van Davis, oprichtster van The Reader Organisation, die literatuurliefhebbers van bij ons met een hart voor kwetsbare groepen de goesting gaf iets gelijkaardigs in Vlaanderen te starten. Zo ontstond Het Lezerscollectief dat vormingen tot leesbegeleider organiseert in abdij De Kluizerij in Affligem, meestal gefinancierd door non-profitinstellingen, zoals WZC's, psychiatrische instellingen, bijzonder jeugdzorg etc.Aan de hand van een gedicht of kortverhaal dat door de begeleider wordt voorgelezen en simultaan gevolgd door de groep (of leespartner), borrelen spontane associaties en emoties op. Op uitgekiende plekken stopt de voorlezer even, zodat de woorden tijd krijgen door te dringen, en bij het einde laten de lezers hun expressie de vrije loop. Of ze zwijgen. De ene lezer gruwt van de vaderfiguur, de andere is ontroerd, nog een andere herkent zich in het kind. Zo ontstaat er een botsing van perspectieven en rijpt het begrip voor de schakeringen in karakters en verhalen. Voorlezen is niet gericht op reflectie, noch dient het als peptalk, maar het zet de beleving centraal.Dr. Raes licht toe dat, vooral in onze polariserende tijd, het zalige van samenlezen is dat het zwart-witoordelen doet vervagen ten voordele van kleurtinten. De studenten benadrukken dan weer dat ze de mens willen aanspreken met hun proza of poëzie, niet de patiënt. Ook in hun latere beroepsleven willen ze niet alleen de ziekte zien, maar ook, en vooral de mens erachter. Jana (2de master arts) vertelt me hoe haar leespartner zich ergert aan de verkleinwoordjes die ze sinds haar kankerdiagnose toebedeeld krijgt. Alsof ze hulpeloos is en een beetje gedegradeerd.De beproefde methode van Het Lezerscollectief werd ook aan de 20 voorlezers van UGent aangeboden op een 3-daagse in Affligem. Wanneer ik hen vraag naar het programma van de opleiding, aarzelen ze een beetje. "Het was niet echt een opleiding," zeggen ze. Althans niet zoals zij dat gewoon zijn. Eigenlijk moesten ze zelfs afkicken van het efficiëntie-denken dat hen als toekomstige artsen zo fel wordt aangeleerd. Dr. Raes vertrouwt me toe dat de studenten met opzet in een 'rallentando' worden ondergedompeld. De weidse omgeving met veel groen nodigt daartoe uit. Leonie (2de master arts) herinnert zich hoe ze "met anderen 'verdwalend' ging wandelen op het domein". Hun eerste kennismaking met het voorlezen doet ook vertragen, en gaandeweg leren ze de kunst zelf, eerst nog in een groep, dan voor slechts één leespartner.Voorlezen aan een ziekbed is best confronterend. "Als jonge gezonde mens zit je plots in een één-op-éénrelatie met een nog onbekende die zwaar lijdt," vertrouwen de studenten me toe. Ook de keuze van de tekst blijkt niet altijd het vermeende 'schot in de roos'. Jana dacht dat ze een luchtige tekst zou brengen, maar die bracht haar leespartner tot tranen. Een fragment van Bernard Dewulf over opgroeiende kinderen, 'nooit zal ik het kennen, ook al heb ik het gemaakt', deed haar leespartner, een jonge vrouw met kinderen, plots beseffen hoe ze hen tijdens haar ziekte noodgedwongen moest loslaten.De partner van Samuel (1ste master arts) is intussen overleden. Met haar heeft hij een aantal fijnzinnige gesprekken gehad over sterfelijkheid en de dood. Hoe pijnlijk ook, het had iets bijzonders moois: "Mijn patiënte was in het reine met haar situatie die ze met humor benaderde. Ze heeft zelf haar doodsprentje ontworpen: een wit vierkant met daarin een kleine zwarte stip, die haar ziekte verbeeldde. De stip was er beter niet geweest, maar toch maar een detail in het geheel."Het voorlezen is als proefproject nog volop aan de gang. Prof. Kerre en haar onderzoeksteam volgen het met blije verbazing. De studenten noteren hun ervaringen als dagboeknotities die samen met een aantal diepteinterviews (van student, van leespartner, en van beide) aan wetenschappelijk verantwoord, kwalitatief onderzoek worden onderworpen. De hoop leeft sterk dat de resultaten de heilzame invloed van het voorlezen zullen aantonen en verder uitnodigen tot een vervolg of anderen gaan inspireren.