...

Onlangs voerde ik een gesprek over een aantal medisch gekeurde apps. Argument nr. 1 van mijn gesprekspartner: " Dat zal wel niet medisch gekeurd zijn door echte artsen." "Toch wel, meerdere klinische studies", luidde het (mijn) antwoord. Argument nr. 2: " Maar alleen in Europa of de VS dan." "Neen, zowel FDA als CE klasse 2." Argument drie: " Maar het Riziv betaalt dat nog niet terug, dus daar zal wel iets niet pluis mee zijn." Hierop zucht ik doorgaans eens diep, want het terugbetalingsargument klopt, maar niet omdat er iets niet pluis is, wel omwille van de inertie van het systeem. Als je vervolgens het proces erachter toelicht, is meestal ook dit argument van de baan. Tot slot volgt het ultieme go to-argument - als je merkt dat je een discussie echt niet kan halen. Een argument waar niemand iets tegenin kan brengen: " Ik geloof dat toch allemaal niet goed". Daar sta je dan, want met geloof valt niet te redetwisten. Het is de ene overtuiging ten opzichte van de andere, de ene bubbel versus de andere bubbel. Ik besef nu dat ook ik in een bubbel zit. Als we dat allemaal zouden beseffen, zouden veel gesprekken vlotter verlopen.