...

"Als arts moet je je bewust zijn van de beperkingen van het vak. Dat is misschien een van de moeilijkste dingen in de geneeskunde; weten dat je niet altijd kan genezen en dat het resultaat soms beperkt is. Maar je kan als 'verslavingsarts' wel proberen structuur in het leven van de mensen te brengen, hen behoeden voor vereenzaming, helpen om hen toch te laten integreren in de maatschappij, hun zelfbeeld verbeteren zodat ze beter in de wereld staan. Het ultieme doel is dat er een einde komt aan de verslaving, maar we gebruiken liever de term middelenmisbruik omdat verslaving een te stigmatiserende term is. Het stigma is er nog altijd. Geregeld hoor je ook nog de simplistische visie dat het een eigen keuze is. Het is heel complexe materie met een combinatie van veel verschillende factoren. Hoewel het zeker waar is dat 'het in de beste families voorkomt', spelen omgevingsfactoren en vooral armoede dikwijls een belangrijke rol bij middelenmisbruik. Armoede is nog altijd de grootste risicofactor voor de gezondheid. Ik denk dat er te weinig aandacht gaat naar hoe moeilijk het is om mensen die in armoede leven een waardig bestaan te geven en hen te behoeden voor gezondheidsproblemen", zo zegt dr. Vanmol. "De plaats waar je geboren wordt, hangt samen met de armoede. Je beseft het pas echt door in een omgeving te werken met mensen die in de problemen terechtkomen omdat hun vermogen om autonoom beslissingen te nemen aangetast wordt door armoede. Als je geboren wordt in een milieu waar je niets anders gezien hebt dan middelenmisbruik - drugs, slaapmiddelen of alcohol - in combinatie met armoede en een soms gewelddadige opvoeding, dan is het niet zo evident om je daaraan te onttrekken", aldus dr. Vanmol."We zorgen niet genoeg voor anderen. Er wordt niet genoeg rekening gehouden met mensen die geen hulp krijgen en die nergens vertegenwoordigd zijn, noch politiek, noch economisch noch sociaal. Decision makers zien zichzelf als de norm en die norm is meestal de middenklasse." "Waarom ik als arts voor mensen met middelenmisbruik ging werken? Ik had altijd al belangstelling voor wat er in de marge gebeurt en ik vind het boeiend om nieuwe milieus te ontdekken en te leren kennen. Het is heel boeiend om meer te leren over een domein dat je nog niet kent. Via een goede vriend, die directeur is bij een laagdrempelig drughulpverleningscentrum (n.v.d.r. het MSOC Vlaams-Brabant) ging ik een tiental jaar terug aan de slag in hun centra in Leuven en Diest", zegt dr. Vanmol."Uiteindelijk wil je als arts toch ook 'een bijdrage leveren' aan essentiële zaken en niet alleen aan het entertainment dat topsport uiteindelijk is. Hoe graag ik het begeleiden van die topatleten, de artiesten zeg maar, ook doe." "Je kan het werk in onze centra, dat maar enkele uren per week betreft, gemakkelijk combineren met andere activiteiten en dat is een heel groot voordeel. Sommige collega's zullen misschien opwerpen dat het erg belastend werk is wegens de populatie en de problematiek en dat de resultaten niet altijd zijn zoals je zou willen, maar het voordeel is dat je mensen kunt helpen die door weinig anderen geholpen worden, die door de maatschappij soms als 'verloren' gezien worden. We werken als artsen binnen het MSOC ook in een enthousiast multidisciplinair team, wat niet alleen aangenaam, maar ook verrijkend is. Het is gewoon fijn werken in een aangename omgeving. Als arts word je er in de watten gelegd (lacht). Alles wordt geregeld, het werk is strikt medisch en niet administratief en je kan rekenen op een prima omkadering."