...

Van de patiënten die gehospitaliseerd worden met Covid-19 kennen er veel een gunstige evolutie. Voor een aantal loopt het fout af. In sommige gevallen is dit te wijten aan een 'cytokinestormsyndroom', zeg maar: de ontsporing van het immuunsysteem onder invloed van een disproportionele productie van cytokines (zie ook pagina 14).Reumatologen zijn met dit verschijnsel vertrouwd, voornamelijk als complicatie van systemische juveniele idiopathische artritis en ook bij adult-onset still's disease. In die context spreekt men van het macrofaagactivatiesyndroom (MAS). Er treedt een abnormale activatie op niet alleen van de macrofagen, maar ook van de T-lymfocyten, onder invloed van de aantredende cytokinestorm. De oorzaak is niet duidelijk. Remmers van IL-1 of IL-6, alsook JAK-remmers worden de laatste weken in de literatuur genoemd als mogelijke behandeling voor het cytokinestormsyndroom bij patiënten met Covid-19. Kristof Thevissen maakt deel uit van een taskforce binnen de universiteit Hasselt die zich over dit onderwerp buigt. "Als reumatologen zijn we bij uitstek de specialisten met een brede kijk op immuunziekten", zegt Thevissen. "Patiënten worden vanuit hun diagnose al te vaak in een hokje geduwd: ze moeten één bepaald specialisme raadplegen. Maar immuunziekten hebben een weerslag op het lichaam als geheel. Patiënten met reumatoïde artritis krijgen wel eens pericarditis, pleuritis of huid- afwijkingen. Reumatologen kunnen hier een sleutelrol spelen bij het uittekenen van de behandeling." "In ons ziekenhuis hebben we een maandelijks multidisciplinair overleg rond immuunziekten. Vaak komen dan casussen ter sprake van patiënten die bij twee of meer artsen in behandeling zijn, waarbij niet zelden blijkt dat ze raadplegen voor de verschillende facetten van één en dezelfde ziekte. We merken dat de collega's tijdens dit overleg bij de reumatologen te rade gaan om te kijken wat voor de betrokken patiënt de beste behandeling is." "Wij hebben overzicht van welke geneesmiddelen in verschillende vakgebieden hun nut hebben bewezen, zodat we eventueel één middel kunnen voorstellen om afwijkingen in verschillende orgaansystemen tegelijk aan te pakken. Het komt er vaak op neer dat we een patiënt gaan monitoren samen met een collega uit een ander vakgebied, waarbij de collega de key expert is voor de orgaanaantasting op zich. Het vraagt heel wat ervaring om te weten welke parameters precies moeten worden gevolgd en wat de aandachtspunten zijn bij het instellen van de ene of de andere immuunsuppressieve behandeling. Als je daarmee op je gemak bent, kan dat een meerwaarde betekenen voor collega-artsen."Deze realiteit is nog niet overal doorgedrongen, weet dr. Thevissen: "Patiënten denken wel eens dat reumatologen voornamelijk oudere mensen behandelen. Sommige patiënten begrijpen niet dat ze bij ons terechtkomen: ik heb toch geen reuma, dokter? Onder reuma verstaan ze dan pijnlijke, gezwollen en misvormde gewrichten. Artrose, zeg maar. Maar dat is nu net niet wat in het brandpunt van onze activiteit staat." "Patiënten met artrose kijken wel eens verbaasd als ik ze terugverwijs naar de huisarts. Artrose is tot op heden geen voer voor de reumatoloog, omdat we voor die ziekte nog geen specialistische behandeling hebben. Onderzoek in dit veld is wel lopende waarbij we in de toekomst hopen ook hier een oplossing voor te kunnen bieden. We behandelen momenteel wel ziekten waarbij de gewrichten betrokken zijn, maar bij dezelfde patiënt kan er net zo goed sprake zijn van hartproblemen of vasculitis. Kortom, we zijn in eerste instantie immunologen, en geen gewrichtsdokters."