...

Op het ogenblik dat de vaccinatie in zicht kwam, werd de vereniging van ziekenhuisapothekers bij de vergaderingen met het Commissariaat betrokken om samen een draaiboek op te stellen, zegt prof. Thomas De Rijdt, hoofd ziekenhuisapotheek UZ Leuven. "Vragen daarbij waren hoe we de vaccins zouden verdelen, wat onze rol daarbij is, hoe ze moeten worden bewaard en toegediend,..." In eerste instantie werd bepaald welke ziekenhuizen als hub konden fungeren voor de vaccins die op -70° moeten worden bewaard. "Dat gebeurde samen met het FAGG aan de hand van een rondvraag naar de beschikbaarheid van de vereiste opslagcapaciteit." Voor Vlaanderen kwamen er 13 hubs uit de bus (in principe één per eerstelijnszone)."Samen stelden die een blauwdruk op voor de standard operating procedures op basis van de gegevens die we op dat ogenblik hadden", vervolgt prof. De Rijdt. "Per gewest organiseerde één ziekenhuisapotheek samen met één woonzorgcentrum dan een dry run. Op basis daarvan werden de procedures verder verfijnd. Vanuit UZ Leuven was er ook nog een real live test in vier woonzorgcentra hier in de buurt om de procedures verder te verfijnen." De ziekenhuisapothekers treden in de strategie voornamelijk op als experts naar de overheid aangaande de bewaring van de vaccins en de controle van nieuwe naalden en spuiten. De hub- ziekenhuizen ontvangen, stockeren en ontdooien de vaccins. Ook kwaliteitscontrole, vrijgave en verzending naar de woonzorgcentra en de vaccinatiecentra behoren tot hun taak. Verder geven de hubziekenhuizen feedback over de stock, zodat zo veel mogelijk vaccins zo snel mogelijk ingezet kunnen worden. In de vaccinatiecentra die nu recent zijn opgestart, is de rol van de ziekenhuisapotheker op dagelijkse basis heel beperkt, zegt prof. De Rijdt. "Hier hebben de officina-apothekers een opportuniteit om betrokkenheid uit te bouwen bij vaccinaties, net zoals in het buitenland reeds het geval is. Hun rol in de centra is mijns inziens vooral farmaceutisch adviserend, aangaande houdbaarheid, stockage, reconstitutie, optrekken van het geneesmiddel, correct gebruik van spuit en naald. In instructievideo's op YouTube zie ik dat er verkeerd aangeprikt wordt of niet goed ontlucht. Of er rijst de vraag wat je met het dode volume aanvangt, of waar je met de lege vials blijft om te vermijden dat die op de zwarte markt terecht komen. Ik denk dat hun expertise vooral daarin van belang is. Mee spuiten optrekken, dat kan, maar ik denk dat een verpleegkundige, die zoiets dagelijks doet dat ook perfect kan opnemen, zeker als de vaccinatiecentra op volle toeren draaien met meerdere straten tegelijk." Al bij al verloopt de procedure volledig naar wens, bevestigt Thomas De Rijdt. "De media hebben het een en ander jammer genoeg wat uitvergroot, maar veel doses hebben we in feite niet gemist. Misschien willen we af en toe sneller vaccineren dan wat wordt aangeleverd. En dat de diepvriezers niet leeg zouden zijn, klopt evenmin, die zijn quasi leeg. Wel moeten we ervoor zorgen dat we een tweede dosis kunnen garanderen, dat vraagt een strikte planning die de gewesten op zich nemen. Bij het opstellen van de procedure hebben we daar veel tijd aan gespendeerd. En ook uit de live test met de vier woonzorgcentra die we extra bediend hebben, hebben we veel geleerd. Zo hebben we specifieke schepjes aangemaakt via 3D-printing om de bevroren vials op te pakken, zodanig dat we heel snel kunnen werken. Komt er nu een WZC bij, of een ander ziekenhuis, dan is de procedure dezelfde als wat we nu al doen, we moeten gewoon verder opschalen. Tien vials opsturen naar een woonzorgcentrum vergt niet veel meer werk dan 100 vials naar een vaccinatiecentrum. Het is de verpakking en de hele administratie die ons veel tijd en energie kost." Wat ligt er momenteel dan nog op tafel? "We zoeken nog naar een oplossing voor bewoners van woonzorgcentra met een tijdelijke contra-indicatie voor de tweede dosis, of die op dat ogenblik opgenomen zijn in het ziekenhuis. De arts van het WZC kan niet in het ziekenhuis komen vaccineren, dat vormt medicolegaal een probleem gezien hij niet de behandelend ziekenhuisarts is. Maar als morgen de vaccinatiecentra werken, en die hebben mobiele teams ter beschikking, kan dit ook een oplossing zijn: dan rijden zij met het vaccin naar de minder mobiele patiënt."