De postgraduaatsopleiding is ontstaan uit een onderzoeksproject rond Tech-nologie in de Zorg (TIDZ), vertelt programmadirecteur prof. Lennart Scheys. "We zijn gaan kijken welke opleidingen er al bestaan in Vlaanderen en Nederland. We hebben ook het werkveld bevraagd via beroeps- en alumniverenigingen, en hebben negentien experts in technologie in de zorg geconsulteerd."
"Wat daar heel sterk uit naar voren kwam, was dat er echt nog wel een taalbarrière bestaat tussen gezondheidswerkers en ontwikkelaars. De opleiding heeft als doel om die barrière weg te werken." De opleiding ging dit academiejaar van start, en wordt in academiejaar 2024-2025 als volwaardige postgraduaatsopleiding aangeboden.
De nadruk ligt niet op het zelf ontwikkelen van technologie, maar op het verhogen van de technologische geletterdheid van zorgprofessionals. Ze bestaat uit vier onderdelen, legt Scheys uit. "We vertrekken bij algemene begrippen en concepten van technologie, en zoomen dan in op de meest beloftevolle technologieën in de zorg. Meer specifiek wordt ingegaan op gezondheidsapps, kunstmatige intelligentie en het elektronisch patiëntendossier; ook ondersteunende technologieën zoals medische beeldvorming, 3D-printing en robotica komen aan bod. Een laatste onderdeel focust op genetica en genomica, met de nadruk op concrete toepassingen."
Meerwaarde
De opleiding mikt op een ruim publiek uit de zorgsector. "Zowel bachelor- als masterdiploma's uit de biomedische sector kunnen inschrijven", verduidelijkt Scheys. "Heel wat studenten werken al voltijds, en daarom verloopt de opleiding ook volledig online en asynchroon, dus je kan de lessen bekijken wanneer het je uitkomt." Uit evaluaties tijdens het lopende academiejaar bleek wel dat studenten graag meer interactie wensen doorheen de opleiding; daarom zullen extra 'terugkeermomenten' worden geïntegreerd.
Technologie is nooit een doel op zich, zegt Scheys. "We leren een positief- kritische attitude aan en hebben oog voor het principe van value-based healthcare. De vraag moet altijd zijn: wat is de evidentie om deze technologie in te zetten, wat is de meerwaarde voor de patiënt, en zijn de maatschappij en de gezondheidszorgbetaler erbij gebaat?"
'Intelligentie' in de zorg
Een technologie die het voorbije jaar niet uit het nieuws weg te branden was, en ook vele impliciete en expliciete toepassingen in de gezondheidszorg kent, is kunstmatige intelligentie (AI). Een nieuw onderdeel van het postgraduaat is daarom volledig aan dat onderwerp gewijd. De eerste editie van deze Engelstalige 'MOOC' (massive open online course) start op 17 juni en staat open voor elke geïnteresseerde.
"Voor heel wat mensen is artificiële intelligentie nog iets mysterieus", zegt prof. Maarten De Vos, hoogleraar aan de faculteiten Ingenieurswetenschappen en Geneeskunde. "In de MOOC proberen we dat mysterie weg te nemen en uit te leggen hoe artificiële intelligentie, meer bepaald de algoritmes erachter, ontwikkeld worden en hoe AI-toepas-singen een meerwaarde kunnen betekenen in de zorg."
Voorkennis van informatica of computerwetenschappen is niet vereist, zegt De Vos. "We houden het redelijk 'high level' maar gaan wel in op de concepten en basisprincipes. Als het over AI gaat, zijn de meeste mensen allicht wel vertrouwd met taalmodellen zoals ChatGPT, met gezichtsherkenning en met automatische vertaling. Dat zijn drie zaken die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben behalve dan dat ze allemaal mogelijk gemaakt zijn door artificiële intelligentie. En natuurlijk zijn ook heel verschillende toepassingen mogelijk en nuttig in de gezondheidszorg."
In de MOOC komen een hele reeks concrete use cases uit verschillende medische specialiteiten aan bod: van bloedpatroonanalyse en epilepsiedetectie tot AI-ondersteunde chirurgie en het genereren van hypotheses in de psychiatrie.
AI vervangt arts niet
De Vos denkt niet dat AI de arts gaat vervangen. "AI kan er wel voor zorgen dat de tijd van de arts efficiënter en zinvoller besteed wordt. AI kan veel sneller beelden en data analyseren dan een mens, en kan objectiever een aantal aandachtspunten aanduiden, die dan door de arts als deskundige bekeken worden. Dat zorgt voor een betere diagnose, betere prognose, en een objectievere kwantificatie van ziektebeelden. AI kan ook heel goed gegevens samenvatten en verslagen genereren. Ook dat kan een geweldige tijdwinst opleveren - maar de arts blijft wel verantwoordelijk voor de inhoud van de verslagen. Daarom gaan we ook in op de beperkingen - want die zijn er wel degelijk - van kunstmatige intelligentie, zodat zorgverleners er op een verantwoorde manier mee om kunnen gaan."
AI kan er voor zorgen dat de tijd van de arts efficiënter en zinvoller besteed wordt
De beperkingen hebben overigens minder te maken met de AI-algoritmes op zich dan met de data waarop deze getraind worden, zegt De Vos. "Als we in een Belgische context een algoritme voor beeldherkenning getraind hebben op een populatie met blanke huidskleur, en dat algoritme zonder extra validatie toepassen op een populatie van andere etniciteiten, dan kan het fout gaan. Gebruikers van AI moeten zich daarvan bewust zijn. Dat is wat ik bedoel met demystificatie: pas als we begrijpen hoe AI ontwikkeld en getraind wordt, kunnen we ze zinvol integreren in de dagelijkse praktijk."
Als een arts een fout maakt, speelt diens beroepsaansprakelijkheid. Hoe zit dat bij AI-toepassingen? "Dat is een moeilijke vraag waar nog geen duidelijk antwoord op is", zegt De Vos. "Ik denk dat op dit moment geen enkel bedrijf de garantie wil of kan geven dat zijn AI foutloos werkt. Maar een algoritme dat goed ontwikkeld, getraind en gevalideerd is en dat correct gebruikt wordt, zal minder fouten maken dan een mens. Het is veeleer een psychologisch dan een technologisch probleem. Ook al maakt een computer in absolute cijfers minder fouten dan een mens, we vinden het erger dat de computer in de fout gaat."
Praktisch
De volledige postgraduaatsopleiding Technologie in de Zorg start op 25 september 2024. Aanmelden kan tot 8 september 2024. De Engelstalige MOOC AI in Healthcare start op 17 juni 2024 en is gratis voor wie geen certificaat wenst. De opleiding werd ontwikkeld door de Vlaamse AI Academie (VAIA) en KU Leuven en wordt gefinancierd door de Europese Unie (NextGenerationEU).