...

Federaal minister voor Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) presenteerde vorige week zijn 87 pagina's tellende beleidsnota in de Kamer. Een niet-exhaustief overzicht van zijn visie op de gezondheidszorg. Een openstaande werf is de hervorming van de ziekenhuisfinanciering. Vandenbroucke zet het werk van zijn voorganger Maggie De Block (Open VLD) verder. Met als finaal doel de invoering van een op verantwoorde kosten gebaseerde, transparante pathologiefinanciering per opname. Daarbij ontvangen ziekenhuizen per patiënt met een bepaalde zorgbehoefte eenzelfde prospectieve dotatie. De financiering volgt de patiënt. En uiteraard wordt daghospitalisatie aangemoedigd, dat is een klassieker. Een andere met de ziekenhuisfinanciering verwante werf is de gefaseerde herijking van de nomenclatuur. Vandenbroucke zet dat verder. Hij rolt een plan uit om de ereloonsupplementen te verminderen, ook in de ambulante sector. Tevens wordt onderzocht of de ziekenhuisfinanciering niet deels op netwerkniveau kan gebeuren. Een optimalisatie van de geldstromen in de dringende medische hulpverlening en de medische dispatching (112 en 1733) dringt zich op. Er komt een wettelijke verankering van de supraregionale zorgopdrachten van de ziekenhuisnetwerken. De concrete realisatie gebeurt via programmatie of Riziv-conventies. De zorgopdrachten moeder- kind, zorg voor ouderen en spoedeisende hulp zijn prioritair. Bepaalde behandelingen worden verder geconcentreerd in een multidisciplinaire omgeving. Voor zeldzame en/of complexe kankers komen er referentiecentra in lijn met de reeds opgerichte centra voor pancreas- en slokdarmchirurgie. De expertise inzake zeldzame ziekten wordt gebundeld en afgestemd op de Europese Referentienetwerken. Voor Vandenbroucke vormt een sterke en goed gestructureerde eerste lijn de ruggengraat van een modern en performant gezondheidssysteem. "Dat is", zo gaat de beleidsnota verder, "de beste garantie voor de verdere ontwikkeling van persoons- en populatiegerichte zorg in België. De eerste lijn moet als bewaker en coach van ons systeem verder worden ondersteund." Gewerkt wordt aan een strategisch vijfjarenplan (2021-2025) om het EBP-netwerk verder te laten uitgroeien tot het referentiepunt voor de ondersteuning van een geïntegreerd federaal beleid rond evidence-based practice voor eerstelijnszorgverleners. De EBP-cultuur verankeren binnen de eerste lijn betekent een verdere bevordering van multidisciplinaire, patiëntgerichte doelmatige zorg. Voor elke van de tien betrokken beroepsgroepen - onder wie huisartsen en apothekers - wordt een gebalanceerd EBP-basisaanbod geïmplementeerd. Een eerste evaluatie van de EBP-cultuurmeting moet uitmonden in concrete aanbevelingen. Voor de chronische zorgverlening wil het federale niveau een samenwerkingsakkoord afsluiten met de gefedereerde entiteiten. Vandenbroucke is onder meer pleitbezorger voor de creatie van een volwaardig palliatief statuut. In de loop van 2022 start het federale Kenniscentrum daarover een studie op. Onder meer komt er een evaluatie-instrument voor de zorgnoden van de palliatieve patiënten. En nog dit jaar is een brede bewustmakingscampagne inzake vroegtijdige en voorafgaande zorgplanning voor het grote publiek en de artsen voorzien. Obesitas wil de beleidsnota te lijf gaan via de uitwerking van een globaal zorgpad - het zogenaamde 'stepped care' model met samenwerking tussen de eerste, tweede en derde lijn. Zorg op maat voor iedere obese patiënt is het doel. In de praktijk volstaat voor het merendeel van de patiënten wel eerstelijnsfollow-up na een initieel intensievere behandeling. In de kankerzorg lanceert Vandenbroucke nieuwe initiatieven. Een (twee)jaarlijkse 'behoeftebarometer' bijvoorbeeld. De uitwerking daarvan wordt toevertrouwd aan het Kankercentrum dat de noden en opportuniteiten binnen het kankerbeleid in kaart moet brengen. Dan is er nog de contingentering van het medisch aanbod, een communautair gevoelig punt. Uiterlijk tegen eind januari 2022 wil de minister samen met de deelstaten een responsabiliseringssysteem uitwerken om zo de federale quota te laten respecteren. Nog dit jaar zou een interfederaal orgaan een optimale planning van het medisch aanbod uitwerken. Lukt dat, dan wordt de ondergrens van het quotum voor de Franstaligen aangepast naar 550. Komt er geen interfederaal akkoord, dan belooft de Vooruit-excellentie "aan de hand van een KB contingenteringsattesten of een equivalent effectief federaal responsabiliseringsmechanisme goed te keuren".Samen met de deelstaten streeft Vandenbroucke naar een coherent preventiebeleid. In 2022 komen in samenspraak met de deelstaten 'neonatale screening', 'soa's' en 'vroegtijdige opsporing baarmoederhalskanker' aan bod. De IMC Volksgezondheid zal een thematische vergadering rond drugs uitwerken. Een federaal voedings- en gezondheidsplan (2021-2030) beoogt alle vormen van marketing voor voedingsmiddelen beter te controleren en kinderen maximaal beschermen. Er komen aanbevelingen voor gezonde voeding. Tegen mei 2022 zou een bevraging van huisartsen over hun rol en noden bij de begeleiding van slachtoffers van intrafamiliaal en seksueel geweld in de eerste lijn rond moeten zijn. Daarna worden ondersteunende vormingen en instrumenten voor huisartsen uitgewerkt en komt er een praktische richtlijn. Opleidingen over intrafamiliaal en seksueel geweld en vrouwelijke genitale verminking voor zorgverleners in ziekenhuizen zijn voorzien. Een uit te werken reglementair generiek kader voor alle televerstrekkingen - technische criteria, kwaliteitscriteria, enz - komt er aan. Per zorgberoep voorziet de nota in specifieke bepalingen voor de terugbetaling. In overleg met de sector en in de context van het geïntegreerde patiëntendossier wordt werk gemaakt van een inhoudelijke definitie en structurering per beroepscategorie. Doel is te komen tot een e-dossier voor alle beroepen met speciale aandacht voor de interoperabiliteit van de systemen. Een optimalisatie van de registratiesystemen dringt zich op en dat geldt ook voor euthanasie. E-registratie bij de federale euthanasiecommissie kan artsen administratief ondersteunen. Uiteraard zijn registratiesystemen in de eerste plaats operationeel bedoeld maar Vandenbroucke wil dat ze ook het beleid en het wetenschappelijk onderzoek ondersteunen.