...

Voor veel patiënten met gevorderd nierfalen is nierdialyse de meest geschikte oplossing. Hemodialyse is de klassiek toegepaste methode, maar doorgaans houdt dat in dat de patiënt driemaal per week voor verschillende uren naar het ziekenhuis moet. Som-mige patiënten hebben hemodialyse aan huis. Daarnaast is peritoneale dialyse een mogelijkheid. Bij peritoneale dialyse brengt men een katheter tot in de peritoneale ruimte, om daar een osmotische vloeistof te laten inlopen. De osmotische vloeistof trekt afvalstoffen en overtollig vocht aan doorheen de peritoneale membraan. Peritoneale dialyse kan viermaal per dag plaatsvinden, maar er bestaat ook een mogelijkheid om ze zuiver 's nachts uit te voeren. In dat geval wordt de behandeling iedere nacht herhaald, gedurende acht tot tien uur. Globaal is deze vorm van dialyse even doeltreffend als hemodialyse. Voor-delen van peritoneale dialyse zijn de lagere kostprijs en de mogelijkheid om de behandeling tijdens de nacht te laten plaatsvinden. Met peritoneale dialyse kan de patiënt vrijwel normaal leven en werken. In België wordt peritoneale dialyse relatief weinig toegepast, aangezien slechts 10% van de 8.000-10.000 dialyse- patiënten de methode gebruiken. In andere landen is het gebruik frequenter en gaat overigens in stijgende lijn: 80% in Hong Kong, 32% in Nieuw-Zeeland, 25% in Zuid-Amerika, 20% in China, 20% in Australië, 16% in Canada. Gezien de voordelen die peritoneale dialyse biedt, is het toenemende gebruik ervan een welkom verschijnsel, want de prevalentie van nierfalen neemt wereldwijd snel toe. Die toename heeft gedeeltelijk te maken met de vergrijzing, maar nog meer met de epidemie van obesitas en diabetes, armoede en gebrekkige voeding in de brede zin van het woord. Peritoneale dialyse slaat echter niet even goed aan bij alle patiënten. "We weten al langer dat het moeilijk valt om deze dialyse toe te passen bij sommige patiënten met vochtoverbelasting", zegt prof. Olivier Devuyst (kliniekhoofd nefrologie, Cliniques Universitaires Saint-Luc, Brussel). Ons team wou weten hoe dat komt. We vermoedden dat er een probleem bestond met de waterkanalen, of aquaporines. Deze eiwitten werden ontdekt door Peter Agre, die naar aanleiding daarvan de Nobelprijs voor Chemie kreeg in 2003. Aquaporines, en in het bijzonder aquaporine-1, zijn talrijk aanwezig op de peritoneale membraan, waar ze tijdens de peritoneale dialyse het transfer van vocht faciliteren." Onderzoekers ontdekten een variant van het AQP1-gen, dat codeert voor aquaporine-1 en gerelateerd is aan de doeltreffendheid van peritoneale dialyse. De ontdekking is de verdienste van een internationaal consortium dat prof. Devuyst leidt in nauwe samenwerking met de dienst nefrologie van de Cliniques Universitaires Saint-Luc, en de professoren Johann Morelle en Eric Goffin. Het is de eerste keer dat een frequente genetische variant in verband wordt gebracht met de doeltreffendheid van peritoneale dialyse. De klinische studie waarop de conclusie is ge- baseerd, omvatte 2.000 patiënten uit verschillende landen in Europa en China die peritoneale dialyse kregen. De resultaten toonden aan dat patiënten met twee kopieën van de relevante variant het waterkanaal aanzienlijk zwakker tot expressie brengen aan het oppervlak van het peritoneum. Dat gaat gepaard met een beperktere capaciteit om tijdens de dialyse vocht af te voeren, alsook met een verhoogd risico op overlijden. Die situatie betrof 15% van de onderzochte populatie. Het effect van aquaporine-1 op het transfer van vocht en de doeltreffendheid van de dialyse was al eerder aangetoond met cel- en diermodellen. "We hebben een groot aantal patiënten gerekruteerd om het causale verband duidelijk in het licht te stellen", geeft prof. Devuyst aan. Daarnaast hebben de onderzoekers kunnen aantonen dat een specifieke osmotische oplossing bij patiënten de ongunstige invloed van de genetische variant op de uitkomst van de dialyse kan beperken. Het gaat om een colloïdale oplossing met polymeren, die water kunnen aantrekken los van de werking van de aquaporines. "De ontdekking opent de weg naar nieuwe, grootschalige prospectieve klinische studies bij patiënten die met peritoneale dialyse worden behandeld. Daardoor kan men mogelijk gepersonaliseerde behandelingen ontwikkelen, door gebruik van dialysevloeistoffen die beter aangepast zijn aan het profiel van de patiënt. We komen zodoende een stap dichter bij precisiegeneeskunde voor patiënten met nierfalen", weten de professoren Morelle en Goffin. "Genetische factoren kunnen bepalend zijn voor het instellen en de doeltreffendheid van peritoneale dialyse."