...

De man maakt deel uit van een familie met een genmutatie (de paisa-mutatie) die ten laatste rond de leeftijd van 50 jaar alzheimer veroorzaakt. Ondanks dragerschap had hij op 67-jarige leeftijd alleen mild cognitive impairment. Beeldvorming van zijn hersenen bracht uitgebreide neerslagen van b-amyloïd en tau-eiwit aan het licht, maar opvallend was dat er in de entorhinale cortex - betrokken bij onder andere geheugenfuncties - slechts weinig tau-neerslagen aanwezig waren. Onderzoekers vonden bij de man een tweede mutatie, meer bepaald in het gen dat codeert voor het eiwit reeline. Afwijkingen van de expressie van reeline zijn in verband gebracht met onder andere schizofrenie, maar de rol van dat eiwit bij alzheimer was zo goed als onbekend. De onderzoekers kweekten muizen met de mutatie van het reeline-gen die bij de man was aangetroffen. Het muismodel toonde aan dat de reeline-mutatie het gedrag van het tau-eiwit wijzigt, zodat het tau-eiwit minder gemakkelijk rond neuronen kan neerslaan. Deze resultaten wijzen er andermaal op dat de ziekte van Alzheimer niet zomaar zonder meer te wijten is aan neerslagen van b-amyloïd. Mogelijk zijn er subtypes van de ziekte, met een variabele relevantie van b-amyloïd-neerslagen voor het ontstaan van de symptomen. Opvallend is dat reeline bindt aan dezelfde receptor als het eiwit APOE, waarvan mutaties het risico op laattijdige alzheimer doen toe- of afnemen, naargelang de mutatie. Al eerder kwam de casus aan het licht van een vrouw die ondanks een paisa-mutatie pas op hogere leeftijd alzheimer kreeg. Ze bleek een beschermende APOE-mutatie te hebben. Het is nu uitkijken of er voor de sporadische vorm van alzheimer behandelingen kunnen worden ontwikkeld die de interactie van reeline of APOE met de receptor beïnvloeden.