...
De World Medical Association heeft haar leden ertoe aangezet geen rekening te houden met de nieuwe reglementering die eist dat vrouwelijke atleten geneesmiddelen nemen om hun testosteronwaarde onder de vooropgestelde drempel terug te brengen. De verontwaardiging is groot nadat atlete Caster Semenya bij het Court of Arbitration for Sport nul op het rekest kreeg in haar zaak tegen de International Association of Athletics Federations (IAAF), die de reglementering uitvaardigde.Vrouwen namen voor het eerst deel aan de Olympische Spelen in 1900. Van meet af aan was er bezorgdheid dat mannen frauduleus toegang zouden proberen te vinden tot de vrouwencompetitie om gemakkelijke zeges in de wacht te slepen. Vanaf 1946 eiste de IAAF dat iedere sportvrouw een 'medisch certificaat' zou afleveren om haar vrouwelijkheid te bewijzen. Dat certificaat mocht worden uitgeschreven door de huisarts of de teamarts.Twee jaar later voerde ook het IOC dit reglement in. Er bestonden destijds geen standaardcriteria om te concluderen of een atlete wel degelijk vrouw was. Men baseerde zich veelal op uiterlijke kenmerken, zoals het kapsel. Genderkenmerken waren aldus het criterium om iemands sekse te categoriseren.Tegen het einde van de jaren 1960 werden de controles gesystematiseerd, naar aanleiding van een aantal incidenten waarbij twijfel rees rond de sekse van de betrokken sport(st)er. Vanaf 1968 moest al wie aan de vrouwencompetitie wilde deelnemen, naakt voor een jury van drie vrouwelijke artsen verschijnen. Deze nude parades waren niet alleen vernederend voor de vrouwen, maar ook arbitrair en onwetenschappelijk. Zo kon het gebeuren dat een vrouw werd geweigerd omdat ze weinig borst had.Hier en daar werd het lichamelijk onderzoek aangevuld met een biologische test. Die zocht in uitstrijkjes van de mondmucosa naar het Barr body, of het geïnactiveerde, sterk gecondenseerde X-chromosoom dat men aantreft in alle cellen van een individu met twee X-chromosomen. De methode is approximatief, aangezien bijvoorbeeld personen met een syndroom van Klinefelter (47, XXY), die fenotypisch mannen zijn, Barr bodies hebben.Het chromosoomonderzoek kreeg de doodsteek toen de Spaanse hordeloopster Marie José Martinez-Patiño in 1986 door het IOC gediskwalificeerd werd, omdat ze ondanks haar vrouwelijk fenotype chromosomaal een man was. De atlete won gemakkelijk haar zaak omdat ze een volledige ongevoeligheid voor testosteron had, wat betekende dat ze geen enkel voordeel uit haar mannelijk karyotype haalde. Naar aanleiding hiervan liet de IAAF het chromosoomonderzoek evenals ieder ander laboratoriumonderzoek varen. Men ging zich weer zuiver baseren op het medisch onderzoek. In 1992 werd ook het systematisch medisch onderzoek afgeschaft.Het IOC probeerde het nog even met een test die zocht naar het SRY-gen. Dat gen bevindt zich op het Y-chromosoom en codeert tijdens het embryonale leven voor de ontwikkeling van de testes. De test botste voorspelbaar op hetzelfde obstakel als het chromosoomonderzoek, namelijk: het hebben van testes is niet sluitend, zie Marie José Martinez-Patiño. Het IOC stopte in 1996 met het gebruik van de SRY-test en staakte in 1999 ook met het systematisch medisch onderzoek. In twijfelgevallen kan de hele batterij echter opnieuw van stal worden gehaald, zoals uit het verhaal van Caster Semenya blijkt.Alle pogingen om fraude of oneerlijke concurrentie in de vrouwencompetitie te vermijden, zijn in het verleden stukgelopen op wetenschappelijke en ethische bezwaren. Vragen die zich vandaag met steeds meer aandrang stellen, krijgen geen antwoord dat bij wetenschappers en bevolking op een brede consensus kan rekenen. Zijn de testosteron waarden wel degelijk betrouwbare voorspellers voor sportprestaties? En stel dat men erin slaagt te bewijzen dat dit inderdaad het geval is. Kan men zich dan permitteren iemand alleen tot de competitie toe te laten als hij of zij geneesmiddelen neemt waaraan hij of zij overigens geen nood heeft?Onze maatschappij neemt stappen om personen met uiteenlopende vormen van genderidentiteit een eerlijke kans op ontplooiing te bieden. Zo kan men tegenwoordig in België op zuiver verzoek zijn genderidentiteit administratief wijzigen, zonder dat een hormonale behandeling of heelkunde vereist is. Het zal er in de toekomst niet gemakkelijker op worden om alle gendervarianten te positioneren binnen de sportcompetitie, met maatregelen die zowel de faire competitie als het respect voor het individu vrijwaren.