Kind en Gezin werkt samen met Zorg en Gezondheid aan een BMI-databank voor de Vlaamse jeugd. Lichaamsgewicht is een indicator van een gezonde levensstijl. Die kan gemonitord worden tot op lokaal niveau.
...
De beide Vlaamse agentschappen beschikken over een schat van gegevens. Kind en Gezin verricht zelf metingen bij kinderen op jonge leeftijd - wat het BMI betreft op de leeftijd van (ongeveer) twee jaar. Zorg en Gezondheid beschikt over gegevens van de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Die laatsten geven aan het Agentschap de cijfers door die betrekking hebben op de gezondheid, de groei en ontwikkeling van kinderen. Het zijn gepseudonimiseerde gegevens. Ze zijn ontdaan van herkenbare persoonsgegevens. Maar gegevens over dezelfde persoon kunnen nog aan elkaar worden gekoppeld. Zopas werd aan de hand van de gezamenlijke dataset een rapport gepubliceerd met de gegevens over het lichaamsgewicht van kinderen voor de jaren 2011 tot 2015-2016. 2011 is het eerste jaar waarvoor volledige gegevens beschikbaar zijn - 2015 is het laatste jaar waarvoor de data al compleet zijn. De data van Kind en Gezin betreffen kinderen van 2 jaar - die van de CLB gaan over kinderen op de leeftijd van 4, 6, ... tot 14 jaar - telkens twee jaar leeftijdsverschil. Aan de data werd wat gesleuteld om ze binnen hetzelfde referentiekader te brengen. De bedoeling is om de achterhalen of de gezondheidsdoelstelling van het Vlaams preventieplan gehaald wordt. De evolutie van de cijfers over het lichaamsgewicht in de bevolking helpt om na te gaan of het bevorderen van een gezonde levensstijl - volgens het principe van 'health in all policies" - vruchten afwerpt. Het is niet de bedoeling om de verlaging van het lichaamsgewicht op zichzelf als een doelstelling te beschouwen. Een 'normaal gewicht' wil immers nog niet zeggen dat men er gezonde leefgewoonten op nahoudt. In de communicatie met mensen focussen op hun lichaamsgewicht is geen goede strategie. Dat heeft zelfs potentieel kwalijke effecten: stigmatisering, verstoring van het eetgedrag,... Van de peuters had in 2015 92% een normaal lichaamsgewicht, van de 14-jarigen had bijna 80% dat. De prevalentie van een lage BMI voor de leeftijd varieert in Vlaanderen van 0,4% tot 4,4%, de prevalentie van overgewicht varieert van 7,6% tot 17,6%. Overgewicht én een lage BMI komen het vaakst voor bij de 12-jarigen. De groep met 'overgewicht' omvat ook de kinderen met obesitas en díe hun aandeel varieert eveneens. Bij 2-jarigen gaat het om 1 op 100 kinderen, bij 12- en 14-jarigen zijn 4 op 100 kinderen obees. Vanaf de leeftijd van 6 jaar zien we minder kinderen met een normaal gewicht dan wat je theoretisch zou verwachten als je vergelijkt met een referentiepopulatie. Overgewicht komt bij Vlaamse kinderen op verschillende leeftijden meer voor dan theoretisch verwacht. Het is niet evident om in het buitenland cijfers terug te vinden die je met de Vlaamse kunt vergelijken. Voor Frankrijk, Nederland en Duitsland zijn die wel al gevonden. In Duitsland en Frankrijk komt overgewicht bij tieners vaker voor dan in België - bij Nederlanders komt in de leeftijdsgroep van 10 tot 14 jaar overgewicht minder vaak voor. Tussen 2011 en 2015 doet zich geen opvallende evolutie voor in het lichaamsgewicht van Vlaamse kinderen. In de jongste leeftijdsgroep (2 jaar) en in de oudste (12 en 14 jaar) ziet men in die vijf jaar wel een daling van het aantal kinderen met een normaal lichaamsgewicht van meer dan 1 procentpunt. Het is vooral de groep met overgewicht waarvan het aandeel toeneemt. Het is belangrijk deze evolutie te blijven opvolgen. Op alle leeftijden zie je opvallende verschillen in het lichaamsgewicht naarmate kinderen opgroeien in kansarmoede of niet. Een normaal lichaamsgewicht komt minder vaak voor bij kinderen in kansarmoede, vooral overgewicht komt in deze groep vaker voor. Alleen de cijfers van Kind en Gezin voor de leeftijdsgroep van twee jaar kunnen gekoppeld worden aan de origine van de moeder: van Belgisch of andere origine. Kinderen van moeders met een Belgische origine hebben minder vaak overgewicht dan kinderen van moeders met een niet-Belgische origine. De origine blijkt meer de doorslag te geven dan kansarmoede. Maar kinderen met een niet-Belgische origine hebben ook veel vaker een lager opleidingsniveau - die twee factoren overlappen elkaar sterk. Dankzij de pseudonimisering is het mogelijk de gegevens van Kind en Gezin over de origine van de moeder in de toekomst ook te gebruiken voor analyses in andere leeftijdsgroepen. Het is bovendien mogelijk de gegevens 'longitudinaal' te blijven opvolgen. En daarmee dan vragen te beantwoorden als: heeft een kind met overgewicht op jonge leeftijd ook meer kans op overgewicht op latere leeftijd? Op de website van Kind en Gezin en op die van Zorg en Gezondheid kunnen burger de lokale gegevens te vinden, op het niveau van een LOGO bijvoorbeeld of op dat van een Zorgraad. Ze kunnen een van de vertrekpunten vormen voor een lokaal preventiebeleid.