Het aantal zwaargewonde verkeersslachtoffers wordt in België fors onderschat. Dat blijkt uit een studie van Vias institute die de officiële ongevallenstatistieken vergeleek met ziekenhuisgegevens.
...
Om de evolutie van de verkeersveiligheid te beoordelen, wordt vaak alleen gekeken naar het aantal verkeersdoden. Er vallen echter veel meer zwaargewonden in het verkeer. Hoe veel precies, is moeilijk na te gaan omdat niet alle ongevallen door de politie worden geregistreerd. Dat is bijvoorbeeld vaak het geval bij eenzijdige ongevallen (zonder tegenpartij) waarbij fietsers en voetgangers betrokken zijn. Als hiervan geen aangifte wordt gedaan, worden deze slachtoffers niet in de statistieken opgenomen. Vias institute heeft daarom de Belgische ziekenhuisgegevens tussen 2005 en 2019 onderzocht om na te gaan hoe groot de onderschatting van het werkelijke aantal slachtoffers is. Voor deze studie werd gekeken naar slachtoffers die ernstige verwondingen opliepen zoals schedelbreuken, heupbreuken of wervelletsels. Elk gehospitaliseerd slachtoffer krijgt op basis van zijn letsel(s) een score toegekend, de zogenaamde Maximum Abbreviated Injury Score (MAIS). De studie selecteerde verkeersslachtoffers met een hoge score (MAIS3 of hoger). Op basis van ziekenhuisgegevens stelde Vias een grote onderregistratie vast. In 2019 werden bijna 14.500 verkeersslachtoffers gehospitaliseerd, waarvan 26% met zeer ernstige letsels (MAIS3 of hoger). Dat zijn er vier keer meer dan het aantal zwaargewonden in de officiële politiegegevens. Bij fietsers ligt de verhouding nog hoger: er belanden zeven keer meer zwaargewonde fietsers in het ziekenhuis dan uit de politiegegevens blijkt. Dat komt onder andere omdat de helft van de gehospaliseerde fietsers gewond raakte in een ongeval zonder tegenpartij. Uit de ziekenhuisgegevens blijkt ook dat vooral jonge (0-17 jaar) en oudere (65+) weggebruikers ondergeregisteerd worden. De ziekenhuisgegevens tonen aan dat de verkeersveiligheid tussen 2005 en 2019 niet zo sterk is verbeterd als de politiegegevens laten vermoeden. Het aantal gehospitaliseerden is tussen 2005 en 2019 met 21% gedaald, terwijl het aantal zwaargewonden volgens de politiegegevens met liefst 44% daalde. Vias onderzocht ook de aard van de verwondingen bij verschillende groepen weggebruikers. Bij voetgangers die ernstig gewond zijn, was bijna 90% aangereden door een gemotoriseerd voertuig. De onderste ledematen worden daarbij vaak het eerst geraakt, maar bij een aanrijding aan hoge snelheid, kunnen de voetgangers ook een hoofdletsel oplopen als ze op de motorkap of de voorruit terechtkomen. Bijna de helft (45%) van de ernstig gewonde voetgangers heeft dan ook een ernstig hoofdletsel. De andere meest getroffen delen van het lichaam zijn de dijen (28%) en de borst (18%). Bij ernstige ongevallen met fietsers wordt de dij en de heup het vaakst geraakt (41%). Daarna komen de hoofdletsels (40% van alle ernstig gewonde fietsers). Bij ongevallen waarbij een gemotoriseerd voertuig betrokken is, komen hoofdletsels vaker voor (54%). Een fietshelm kan een dergelijk ongeval niet voorkomen, maar vermindert wel de ernst van eventuele hoofdletsels. Bij de inzittenden van gemotoriseerde voertuigen had 48% een zwaar letsel aan de borst, 29% een ernstig hoofdletsel en 21% een ernstige verwonding aan het dijbeen. Bij ongevallen aan hoge snelheid zijn verwondingen aan de borst vaak het gevolg van de zware druk die de veiligheidsgordel of airbag uitoefenen. De verwondingen zouden echter nog zwaarder zijn als de inzittende zijn gordel niet zou dragen of indien de wagen niet met airbags uitgerust was. Bij motorrijders komen ernstige verwondingen komen het vaakst voor aan de borst (34%) en de onderste ledematen, vooral de dijen (29%). Vergeleken met fietsers komen hoofdletsels minder vaak voor (24%), wat wellicht een gevolg is van de helmplicht voor motorrijders. Om het aantal zwaargewonde verkeersslachtoffers te verminderen, wijst Vias op het belang van een goede en veilige infrastructuur voor alle weggebruikers. Zeker voor fietsers en voetgangers moeten daarbij conflicten met gemotoriseerd verkeer vermeden worden. Het blijft daarnaast belangrijk dat iedere weggebruiker het verkeersreglement en meer bepaald de snelheidslimieten respecteert, stelt Vias. Hoe lager de impactsnelheid bij een botsing, hoe lager immers de kans op ernstig letsel. De studie van Vias mag geen reden zijn om fietsen te ontraden. Uit een studie van het International Transport Forum blijkt dat de netto gezondheidsvoordelen van fietsen voor de volksgezondheid zwaarder doorwegen dan de maatschappelijke kosten van dodelijke en ernstige fietsongevallen.