...

Bestaan er anatomische en functionele verschillen tussen de hersenen bij vrouwen en mannen? Jazeker, zegt Jacques Balhazart (voormalig diensthoofd van het labo voor neuro-endocrinologie van het gedrag, Universiteit Luik) in een recent boek met als titel Q uand le cerveau devient masculin (1). Hij interesseert zich al jaren voor dit onderwerp, wat hem ertoe heeft aangezet om hormonaal en genetisch onderzoek uit te voeren bij knaagdieren en vogels.Zoals al uit het vorige artikel bleek, twijfelt prof. Balthazart er niet meer aan dat er althans bij dieren een vrouwelijk en een mannelijk brein bestaat. Hij denkt ook dat biologische factoren een primordiale rol spelen bij het tot stand komen van het verschil. Meer bepaald gaat het volgens hem om hormonale invloeden tijdens de prenatale of perinatale periode van het leven, die de differentiatie beïnvloeden.Bij de mens is het moeilijker om conclusies te trekken, want hormonale en genetische manipulatie is om ethische redenen onaanvaardbaar. Toch worden de waarnemingen bij dieren bevestigd door talrijke gegevens bij de mens, afkomstig van post-mortemonderzoek, neurologische beeldvorming, neurologische tests en klinische waarnemingen. Volgens prof. Balthazart stromen ze samen tot een geheel dat zijn thesis onderbouwt: er zijn structurele en functionele verschillen van bio logische oorsprong tussen de hersenen van een vrouw en die van een man. Die thesis wordt door sommigen hardhandig verworpen.Vanwaar al die tegenstand?Jacques Balhazart: Seksegebonden verschillen tussen de hersenen van man en vrouw blijven een sterk controversieel onderwerp. In Angelsaksische landen is het allemaal redelijk evenwichtig. Er is sprake van een krachtmeting. In het ene kamp, wetenschappers die stellen dat het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke hersenen aangetoond is. Het andere kamp bestaat uit psychologen en feministen die dit betwisten. Zo is er bijvoorbeeld Gina Rippon, professor in de cognitieve neurologische beeldvorming aan de Aston University van Birmingham. In haar boek The Gendered Brain vecht ze de deugdelijkheid aan van alle experimenten over het gendergerelateerde brein. Anders liggen de kaarten bijvoorbeeld in Frankrijk. Daar wordt er alleen geluisterd naar mensen die genderonderzoek doen. Maar dat zijn voornamelijk feministen zijn die gendergerelateerde verschillen volledig ontkennen. Eén van hen is Catherine Vidal, die zich als viroloog bezighoudt met virale aandoeningen en prionziekten van de hersenen. Ze heeft zichzelf uitgeroepen tot specialist in neurowetenschappen en is alomtegenwoordig in de media. Maar ze is ook gewoon een feministe die het erop aanlegt om te ontkennen dat er een verschil zou zijn tussen vrouwelijke en mannelijke hersenen.Het debat lijkt wel eerder op ideologische dan op wetenschappelijke gronden gestoeld. Wat denkt u?Inderdaad. Als men kijkt naar de weerstand tegen het idee dat onze hersenen gendergerelateerd zouden zijn, dan voelt men duidelijk dat hier ideologische mechanismen aan het werk zijn. De tegenstanders pinnen zich vast op de reële en overigens onaanvaardbare discriminatie waarvan vrouwen tot op heden het slachtoffer zijn. Ze gaan ervan uit dat die discriminatie te wijten is aan verschillen in het functioneren van de hersenen en het gedrag. Maar het is fout om 'verschillen' te interpreteren als synoniem van superioriteit of inferioriteit. De rechtvaardigheid waarop vrouwen aanspraak maken - en die iedereen hen zou moeten toekennen - veronderstelt niet dat vrouwen en mannen dezelfde hersenen hebben.Wat is volgens u de wetenschappelijke geloofwaardigheid van de argumenten die de gendergelateerde verschillen van de hersenen ontkennen?De zienswijze van Catherine Vidal en mensen die haar inzichten aankleven, stoelt vanuit wetenschappelijk standpunt op een denkfout. Hun belangrijkste argument is dat er meer verschillen zijn tussen de hersenen van mensen van hetzelfde geslacht dan tussen de geslachten. Dat is juist. Er bestaat een aanzienlijke overlap in de spreiding van de curves tussen de twee seksen. Maar toch brengt statistisch onderzoek verschillen aan het licht. De Franse psycholoog en wiskundige Nicolas Gauvrit heeft aangetoond dat de sekseratio sterk stijgt aan de extremiteiten van de curves die de spreiding weergeven.Zo toont onderzoek aan dat mannen een iets beter driedimensioneel inzicht hebben dan vrouwen. De meeste ingenieurs, bijvoorbeeld, scoren op dit niveau ongeveer even goed, wat ook het gender is. In deze subgroep overlappen de curves elkaar dus. Maar de kans om een zeer begiftigd ingenieur te zijn is het hoogst bij mannen. Vrouwen doen het dan weer beter in beroepen zoals arts of psycholoog, omdat ze meer empathie hebben en bijzonder bedreven zijn in menselijke relaties.Men zou u kunnen verwijten dat u geen rekening houdt met de invloed van de opvoeding en de sociale verwachtingspatronen...Men kan dit soort factoren uiteraard niet zomaar naast zich neerleggen. Ze zijn zeker belangrijk, maar is dat een reden om de invloed van biologische factoren van de kaart te vegen? Simon Baron-Cohen, van de universiteit van Cambridge, reageerde zeer gevat toen Gina Rippon hem in een debat als extremist taxeerde omwille van zijn biologische inzichten. Hij zei ongeveer dit: "U bent hier de extremist. Ik denk dat biologische en culturele factoren belangrijk zijn, terwijl u stelt dat alleen culturele factoren belangrijk zijn en dat er bij de aanvang van het leven geen biologische factoren meespelen."Baron-Cohen bekijkt autisme als een extreme uiting van mannelijkheid...Volgens hem zijn vrouwelijke hersenen gericht op empathisch gedrag, terwijl mannelijke hersenen een voorkeur hebben voor systematiserend denken. Wat betekent dat een hoge prenatale testosteronwaarde de weg zou kunnen effenen naar autisme, terwijl mannelijke hersenen het gemiddeld gesproken zouden moeten afleggen tegen vrouwelijke hersenen op het vlak van herkenning van emoties, sociale vaardigheden of taalvaardigheid. Maar mannen doen het wel beter bij sommige niet-verbale taken.Deze conclusie is gebaseerd op de resultaten van verschillende onderzoeken. Eén daarvan werd dubbelblind opgezet door Baron-Cohen. Hij ging na wat de aandacht van jongentjes en meisjes bezighield tijdens de eerste dag na de geboorte. Hij testte bij de kinderen twee mogelijkheden uit: ofwel toonde hij hen een afbeelding van een menselijk gezicht, ofwel bewoog hij voor hun ogen een prent met verschillende vlakken die een menselijk gezicht nabootsen voor wat betreft de kleurcontrasten, enzovoort. Uit de resultaten bleek dat meisjes in die prille fase van het leven al meteen een voorkeur hadden voor het menselijke gezicht, terwijl de jongentjes zich meer interesseerden voor de mobiele prent.In een ander onderzoek heeft Baron-Cohen het materiaal van honderden vruchtwaterpuncties verzameld in de ziekenhuizen van Cambridge. Hij doseerde in deze stalen het testosteron. De resultaten wezen op een significante correlatie tussen de testosteronwaarden en het gedrag van de betrokken kinderen tussen de leeftijd van zes en tien jaar. Hoe hoger de testosteronwaarden, hoe zwakker het empathisch vermogen en hoe sterker de vaardigheid om systematisch te werk te gaan, afgemeten aan de hand van geometrische vraagstukken.De meeste hersenziekten vertonen een specifieke sekseratio en soms zelfs een specifiek gendergerelateerd klinisch beeld. Hoe moeten we dat bekijken?De hersenfuncties en meer bepaald de werking van de neurotransmitters, evenals de densiteit van de receptoren, verschillen tussen mannen en vrouwen. Dat moet men niet globaal bekijken, maar hersenregio per hersenregio.