...

Het zijn enkele opmerkelijke resultaten uit de actualiteitsenquête van Artsenkrant en onze Franstalige tegenhanger Le Journal du Médecin. Op nauwelijks tien dagen tijd kregen we meer dan 1.600 antwoorden binnen - waarvan meer dan 1.200 van Nederlandstalige artsen. Frank Vandenbroucke (Vooruit) bereidt een aantal zeer ingrijpende beleidsmaatregelen in de gezondheidszorg voor. Een uitgelezen moment om het medisch korps enkele fundamentele stellingen voor te schotelen. Vier respondenten op de vijf vinden alvast dat artsen het best gedijen in een sociaal statuut als zelfstandige. Een dokter beoefent een vrij beroep, daarover is geen discussie. Een statuut als ambtenaar, bediende of wat dan ook kan telkens maar voor minder dan 5%. In het verlengde daarvan en consequent ermee is dat het medisch korps zweert bij de prestatiebetaling. Bijna vier op de tien artsen houden het zuiver, enkel per prestatie. Vooral Nederlandstalige specialisten zijn daarvan voorstander, Vlaamse huisartsen wat minder. Dik een derde ziet een mengvorm, 25% forfaitair en 75% per prestatie, nog wel zitten. Een spiegelverhouding - 25% per prestatie en 75% forfaitair - kan voor een klein vijfde van de artsen. En hoe evalueert u op een schaal van nul tot tien (het beleid van) minister Vandenbroucke? Niet positief, zo blijkt. 57% geeft hem vier of minder, voor 17% werd het zelfs een nul... Nederlandstalige artsen zijn iets minder negatief (4,00/10) dan de Franstalige collega's (3,62/10). Toch doet Vandenbroucke het beter dan de Vivaldi-regering. Twee derde van de artsen houdt het bij een score tussen nul en vier op tien. Dat resulteert in een gemiddelde van 3,33/10 - Nederlandstaligen 3,16/10, Franstaligen 3,84/10. Een vijfde heeft meer dan zes op tien veil voor Vivaldi en minder dan één procent vindt het huidige beleid quasi perfect. Ze geven een negen of een tien. Lees verder: Artsen op andere golflengte dan overheid en Huisartsen stilaan wanhopig