...

Op het virtuele congres van de European Psychiatric Association (EPA), dat plaatsvond van 4 tot 7 juni, zijn de resultaten gepresenteerd over het nut van psychotherapie bij ernstige depressie. De studiepopulatie omvatte 1.279 ernstig depressieve volwassen patiënten die in het reële leven werden behandeld met antidepressiva. Een groep van 399 patiënten (31,2%) kreeg naast antidepressiva ook psychotherapie. Bij 292 van hen ging het om cognitieve gedragstherapie, een behandeling die wordt aanbevolen bij een ernstige depressie. De overige 107 patiënten kregen een andere vorm van psychotherapie, met name psychoanalyse of systemische psychotherapie. De patiënten die psychotherapie kregen, waren jonger en hoger opgeleid, hadden vaker een job, vertoonden minder zelfmoordgedrag en kregen lagere doseringen van antidepressiva dan de patiënten die enkel antidepressiva kregen. De resultaten waren onverbiddelijk: de uitkomst bleek niet beter na toevoeging van psychotherapie. In een communiqué van de EPA schrijft dr. Livia De Picker van de Universiteit van Antwerpen, die niet aan de studie heeft meegewerkt: "Ondanks de klinische richtlijnen en studies, die psychotherapie en een combinatie van psychotherapie en antidepressiva aanraden, kon in deze studie uitgevoerd in het reële leven niet worden aangetoond dat psychotherapie een meerwaarde heeft bij patiënten die antidepressiva krijgen wegens een ernstige depressie. Dat betekent daarom nog niet dat psychotherapie nutteloos is. Het wijst er echter wel op dat de psychotherapie die we momenteel toepassen bij depressieve patiënten, niet doeltreffend is en dus kritisch tegen het licht moet worden gehouden."