...

De begeleiding van seksueel delinquenten in gespecialiseerde centra kan verschillende vormen aannemen. De omkadering kan individueel of collectief plaatsvinden. Begeleiding wordt meestal aangevraagd door het gerecht, maar de zorgverleners mogen de precieze modaliteiten bepalen: een individueel of een collectief programma, of een combinatie van beide. "Magistraten neigen steeds meer om tweeledige begeleidingsprogramma's te eisen. Begeleiding in een responsabiliseringsgroep samen met therapie, bijvoorbeeld", zegt criminoloog en seksuoloog Julien Lagneaux, hoofd van de Unité de psychopathologie légale (UPPL). De voorwaarden die worden opgelegd, roepen soms vragen op, omdat het al van meet af aan moeilijk lijkt om eraan te voldoen. Het begeleidingsprogramma mag de professionele activiteiten van de persoon niet in de weg staan. Sociale en professionele re-integratie is immers van essentieel belang voor het succesvol omkaderen van seksdelinquenten en heeft een beschermend effect. Soms zijn er individuele redenen om het begeleidingsprogramma aan te passen. In een aantal situaties is het profiel van de behandelde persoon voor de zorgverleners een argument om te concluderen dat de begeleiding die door de magistraat wordt gevraagd, niet aangewezen is. Groepstherapie, bijvoorbeeld, is geen goede oplossing voor personen met een geestesziekte of bij personen met psychopathische trekken, omdat die laatsten geneigd zijn de andere leden van de groep te gebruiken om hun eigen belangen te dienen.Het Triangle-project van de UPPL organiseert sinds 1999 psycho- socio-educatieve responsabiliseringsgroepen voor volwassen seksdelinquenten bij wie alternatieve gerechtelijke maatregelen worden toegepast - strafbemiddeling, voorwaardelijke straf of een alternatief voor voorarrest. Het gaat om een gespecialiseerde omkadering die wordt gegeven in groepen van vijf tot zeven personen, a rato van een wekelijkse samenkomst van drie uur gedurende zes maanden (75 uur in totaal). Net zoals bij een individuele begeleiding (zie ook het artikel Empathisch en aandachtig luisteren) kijkt men bij deze techniek naar het globale profiel van de deelnemers, in plaats van zich vast te pinnen op de misdrijven (verkrachting) waaraan ze zich schuldig gemaakt hebben. In de groepen van Triangle zitten trouwens personen die uiteenlopende seksuele misdaden gepleegd hebben, op meerderjarige of minderjarige slachtoffers - seksueel misbruik van kinderen, exhibitionisme, incest, verkrachting, ... "De therapie wil vooral de deelnemers oplossingen laten zoeken met het oog op hun eigen noden, hun lijden en hun toekomstplannen", onderstreept Elena Kadare, die als klinisch psychologe aan Triangle verbonden is. De begeleiding is gebaseerd op een vast kader dat alsnog kan worden aangepast naargelang het profiel van de deelnemers en, in mindere mate, naargelang de kenmerken van de misdaden die hen ten laste worden gelegd. Groeps- dynamiek is een centraal gegeven, wat betekent dat er een vertrouwensband groeit tussen de deelnemers en de zorgverleners, maar ook tussen de deelnemers onderling. "De therapeuten moeten zich aan het beroepsgeheim houden, maar ook de deelnemers wordt gevraagd discreet te zijn, zodat iedereen zich binnen de groep vrij voelt om te spreken", voegt Elena Kadare eraan toe.Binnen deze psycho-socio-educatieve groepen worden verschillende hulpmiddelen gebruikt. Elena Kadare schetst niet alleen het theoretische kader, maar geeft ook concrete voorbeelden: discussies, debat, storytelling, genogrammen, rollenspelen, filmpjes en documentaires, situatieschetsen, alsook het aanleren van communicatietechnieken en probleemoplossend gedrag. De thema's worden gekozen met het oog op de groeiende vertrouwensband. Tijdens de eerste zittingen wordt de levensloop van de deelnemers besproken. Daarna volgen algemene beschouwingen rond seksualiteit, om ten slotte te komen tot het grensoverschrijdende gedrag, met begrippen zoals instemming, de beleving van het slachtoffer, preventie van recidieven, enzovoort. "De bedoeling is de deelnemers te leren hoe ze zich verantwoordelijk kunnen gedragen, hoe ze zich in de gevoelens van het slachtoffer kunnen inleven, hoe ze adequaat kunnen reageren in situaties zoals die welke tot hun misdaad geleid hebben, en hoe ze de nodige competenties kunnen ontwikkelen om zich op een sociaal aanvaardbare manier in de maatschappij te integreren", zegt Julien Lagneaux. "Ze worden ook geattendeerd op het eventuele belang van een aanvullende therapie, die ze op eigen houtje kunnen aanvragen."Veel seksdelinquenten hebben al een eerste keer seksuele misdrijven gepleegd tijdens hun adolescentie - meestal gaat het om feiten binnen het gezin of binnen grotere leefgemeenschappen, zoals een internaat. Een vroegtijdige gespecialiseerde begeleiding van deze adolescenten beperkt het risico van recidief op volwassen leeftijd. Dit soort opties wordt massaal aangevraagd door jeugdrechters en de jeugdbescherming, maar de middelen zijn beperkt. Daarom heeft de UPPL een gespecialiseerd aanbod voor adolescenten ontwikkeld. Naar analogie van Triangle voor volwassenen zag Paradoxe voor jongeren het licht.Thema's worden hier aangesneden in een vooraf bepaalde volgorde, die de basis vormt voor de verschillende interventies. Die thema's belichten verschillende aandachtsdomeinen, zoals gevoelsrelaties en seksualiteit, waarden, grensoverschrijdend gedrag, wetgeving. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij zelfrespect en instemming bij seks. Elena Kadare benadrukt dat men bij de begeleiding van adolescenten zeer omzichtig te werk moet gaan, omdat mensen op die leeftijd op zoek zijn naar hun identiteit. Het zou jammer en zelfs gevaarlijk zijn als hun zelfbeeld werd verengd tot het statuut van misdadiger. De praatgroepen bestaan uit maximum zeven jongeren tussen 14 en 18 jaar, die wekelijks samenkomen binnen een programma van 16 tot 20 zittingen. Net zoals voor Triangle wordt er voorafgaand met de jongere in gesprek gegaan, zodat de deelnemers binnen de groep goed met elkaar overweg kunnen en op een constructieve manier samenwerken. Soms ligt het probleem bij de omgeving van de jongere: "Soms komen we tot de vaststelling dat de ouders niet of onvoldoende meewerken, zodat de begeleiding van de jongere binnen de praatgroep geen enkel resultaat zal opleveren", zegt Julien Lagneaux.Zowel de individuele begeleiding als de groepstherapie wordt in theorie toevertrouwd aan een multidisciplinair team van zorgverleners, met psychologen, psychiaters, seksuologen, criminologen en maatschappelijk werkers. In de praktijk komt het therapeutisch werk echter vaak terecht op de schouders van één enkele persoon, bij gebrek aan middelen en beschikbaarheden. "Sinds de covidpandemie worden de gespecialiseerde diensten overstelpt met vragen, zodat er wachtlijsten ontstaan, ook al kunnen sommige vormen van therapie worden uitbesteed", geeft Julien Lagneaux aan. "Die situatie is waarschijnlijk te wijten aan verschillende factoren. Mogelijk is het aantal seksuele misdrijven tijdens de pandemie toegenomen. Bovendien reageert het gerecht de jongste tijd scherper op seksueel overschrijdend gedrag omdat het nu eenmaal minder en minder aanvaard wordt, maar ook net omdat er onvoldoende middelen zijn om aan de vraag te voldoen. Het aantal nieuwe aanvragen ligt veel hoger dan het aantal voltooide behandelingen."De UPPL-directeur benadrukt dat de behandelaars in zijn centrum nog nooit te maken hebben gehad met personen die eruitzagen als de karikatuur van de pedofiel die gehuld in een lange jas zijn 'prooien' bespiedt als de school uit is. "Dat zijn uiterst zeldzame gevallen", zegt hij. "Misdadigers, inclusief seksueel delinquenten, zijn vaak mensen die door de maatschappij beschadigd zijn, niet meer weten waar ze aan toe zijn, geen besef hebben van wat cultureel aanvaard wordt en geen echte opvoeding genoten hebben", aldus Jérôme Englebert, professor criminologie bij de Université libre de Bruxelles en de Université catholique de Louvain. Daarom moet men voor ogen houden dat begeleiding van seksdelinquenten weliswaar nuttig is voor de betrokkenen zelf en de maatschappij - omdat recidieven voorkomen worden -, maar dat dit zeker ook gepaard moet gaan met doeltreffende maatregelen voor sociale re-integratie. Seksuele delinquentie ontstaat op een achtergrond van bepaalde psychische determinanten, maar studies wijzen uit dat sociale kwetsbaarheid de belangrijkste drijvende kracht is.Personen met afwijkende seksuele fantasieën, incluis pedofielen, plegen niet noodzakelijk seksuele misdrijven. Daarom heeft de UPPL ook een preventief programma opgezet (Service d'écoute et d'orientation spécialisé, SéOS), waar mensen beluisterd en begeleid worden, ook al zijn er geen feiten gepleegd. Dit programma omvat een gratis hulplijn (0800/200.99), waar gebruikers anoniem en vertrouwelijk terechtkunnen, een chatfunctie en een e-mailadres bedoeld voor volwassenen en adolescenten die vragen hebben rond instemming voor seks en mogelijk ongepast gedrag. De dienstverlening is echter ook toegankelijk voor personen die afwijkende seksuele fantasieën hebben. Kortom, ze richt zich tot personen met het potentieel van een seksdelinquent en hun omgeving, professionele zorgverleners, leraars, maatschappelijk werkers, enzovoort. "Weinig mensen nemen contact op met hun huisarts om hem te vertellen dat ze fantasieën hebben rond hun 9-jarig buurmeisje", commentarieert Julien Lagneaux. "Vandaar het belang van ons preventief programma."Personen met afwijkende seksuele fantasieën kiezen er meestal voor daarover te zwijgen en in hun eentje te worstelen met hun probleem. Daardoor verzanden ze in een vorm van hulpeloosheid die het risico op een misdrijf doet toenemen, terwijl dit kan vermeden worden door een gesprek met een hulpverlener die aandachtig en respectvol luistert. "Personen die zich zorgen maken over afwijkende seksuele fantasieën, gevoelens of gedragingen, of potentieel gevaarlijk zijn voor anderen, lopen aan tegen stigmatiserende en stereotiepe ideeën die ertoe kunnen leiden dat ze er liever het zwijgen toe doen. Daarom zoeken ze geen hulp, ook al hebben ze die nodig. Van uitsluiting en stigmatisering wordt niemand beter. Niet de betrokkenen en ook niet de maatschappij", vindt men bij de UPPL. Net zoals voor het therapeutische luik van dit Waalse dienstencentrum, huldigt ook het gespecialiseerde preventieve programma het principe van een humane benadering. Er wordt gewerkt met empathie en respect, zonder te veroordelen. Hulpvragers worden geholpen als personen in hun globaliteit en niet zuiver doorheen het prisma van hun afwijkende gedachten.