...

Het aantal vestigingspremies (20.000 euro) dat met Impulseo I wordt uitgekeerd, is de laatste jaren gestegen: in 2016 waren het er 159, in 2017 al 205 en vorig jaar 223. Dat kan de trend niet keren en het aantal huisartsenarme gemeenten neemt, met uitzondering van vorig jaar, elk jaar toe (zie tabel). En, zoals dokter Roel Van Giel zegt: "Je moet al moeite doen om je niet in een huisartsenarme zone te vestigen."Dat het probleem op het terrein ook reëel is, blijkt uit het toenemend aantal huisartsenpraktijken dat een patiëntenstop invoert. "Ik begrijp wel waarom collega's op een bepaald moment op de rem gaan staan", vertelt dokter Roel Van Giel, voorzitter van Domus Medica. "Ze willen voorkomen om zelf in de problemen te raken." Je zou anders wel eens een dominoketen kunnen hebben van uitvallende huisartsen, vreest hij. "Maar het is uiteraard heel vervelend voor patiënten. Een kring kan misschien - zoals de huisartsen in Turnhout - op een website melden welke huisartsen wel nog nieuwe patiënten aannemen."Als onderdeel van de reorganisatie van de eerste lijn die Vlaams WVG-minister Jo Vandeurzen (CD&V) heeft opgestart, heeft een werkgroep van experts een advies uitgewerkt over de hervorming van de praktijkondersteuning van de huisartsen. "Dat advies zal ze aan de nieuw samengestelde Vlaamse regering uitbrengen", zegt Joris Moonens - woordvoerder van Zorg en Gezondheid. Details kan hij niet geven, maar volgens hem zal de aandacht gaan naar de uitbouw van de praktijkassistentie.Voor Domus Medica moet dat advies zeker twee elementen bevatten, vertelt dokter Van Giel. "Het Impulseobeleid kan verfijnd worden door de huisartsen kringen er nog meer bij te betrekken. De kringen kunnen de echte capaciteit beter inschatten en weten precies waar de knelpunten zitten. Een tweede element is dat de huisarts meer taken moet kunnen delegeren - aan administratieve krachten en tevens aan verpleegkundigen. Maar taakdelegatie naar verpleegkundigen organiseren is nu heel moeilijk. Dit jaar nog hebben, schat ik, al 15 tot 20 huisartsenpraktijken gevraagd om naar het forfaitaire systeem over te stappen.""Dat is niet altijd omdat de artsen liever voor een forfait werken maar omdat het de enige manier is om in het huidige systeem taken naar een verpleegkundige te kunnen dele- geren."Natuurlijk heeft Vlaanderen niet de middelen om een verpleegkundige in huisartsenpraktijken te financieren, weet Van Giel. De sleutel zit daarom volgens hem toch bij het Riziv. "Dat kan een verpleegkundig forfait creëren voor huisartsenpraktijken, of nomenclatuurnummers in het leven roepen voor verpleegkundige prestaties in huisartsenpraktijken."De hervorming van de nomenclatuur is een werk van lange adem, geeft hij toe, maar men moet ook de basis ervan durven aanpakken.Domus Medica werkt nog op twee concrete manieren mee om huisartsenarme zones te ondersteunen, signaleert Van Giel. Het levert expertise aan solo- of duopraktijken die willen overstappen naar een groepspraktijk. In Antwerpen loopt er een succesvol project met lokale besturen om nieuwe huisartsenpraktijken aan te trekken. De ondersteuning van de eerste lijn wordt in de toekomst de opdracht van Vivel.Is het niet een taak voor de Zorgraden in de Eerstelijnszones om bij blijvende problemen bijvoorbeeld het oprichten van nieuwe (groeps)praktijken aantrekkelijk te maken? De Zorgraad kan hooguit het signaal oppikken van de huisartsenkring, meent Van Giel. Die heeft volgens hem niet de capaciteit noch de opdracht om deze problematiek aan te pakken. Dat is toch veeleer iets voor de lokale besturen.