"De vier grootste doders van alle kankers in termen van het absolute aantal sterfgevallen per jaar zijn longkanker, dikkedarmkanker, prostaatkanker bij mannen en borstkanker bij vrouwen", legt dr. Jean-Benoît Burrion uit, medisch directeur van de vzw Bruprev en hoofd van de screeningskliniek van het Instituut Jules Bordet/HUB.
...
Voor dikkedarmkanker en borstkanker zijn er voldoende argumenten die pleiten voor een systematische screening, steekt dr. Burrion van wal. "Op voorwaarde dat dit op de juiste manier wordt uitgerold en men een voldoende groot deel van de doelpopulatie weet te bereiken (gedefinieerd als de leeftijdsgroep met het grootste risico op verlies van gezonde levensjaren), vermindert systematische screening op deze kankers de specifieke mortaliteit, waarbij de balans tussen voor- en nadelen gunstig blijft." Deze georganiseerde screenings maken trouwens deel uit van de Europese aanbevelingen. Voor prostaatkanker ligt de situatie enigszins anders. "Er zijn wel degelijk argumenten die in het voordeel van screening pleiten, maar er is tot nu toe onvoldoende bewijs dat systematisch screenen een significant effect heeft op de specifieke mortaliteit, zonder dat dit grote nadelen met zich meebrengt (voornamelijk overdiagnose). Daarom wordt de test voor prostaatkanker nog steeds geval per geval bekeken." "Al vanaf de jaren '70 werden pogingen ondernomen om te screenen op longkanker, maar die mislukten allemaal", gaat de arts verder. Dit veranderde in het eerste decennium van deze eeuw met de introductie van gerandomiseerde onderzoeken met Low Dose Computed Tomography (LDCT). "Twee grote onderzoeken hebben de situatie veranderd: NLST (VS) en de NELSON (NL/BE), die bevestigden dat systematische screening bij zware rokers boven de 50 de sterfte aan longkanker met 20-25% kon verminderen. In verschillende EU-landen lopen er nu proefprojecten om de haalbaarheid van dergelijke screenings te evalueren." Naast de vier grote killers is er nog een andere vorm van kanker waarvoor systematische screening wordt aanbevolen: baarmoederhalskanker. "Deze dodelijke kanker komt wel niet zo veel voor (600 gevallen per jaar in België), maar kan door screening zeer goed opgespoord worden. Dit gebeurt via een cytologische test op een endocervicaal uitstrijkje en dit om de drie jaar, vanaf de leeftijd van 25 jaar. Deze strategie verdwijnt geleidelijk en wordt nu vervangen door een HPV-test, ook via een uitstrijkje. Deze test is gevoeliger bij vrouwen van 30 jaar en ouder. Daarnaast worden meisjes en jongens vanaf de leeftijd van 13-14 jaar gevaccineerd tegen het humaan papillovirus (HPV). De screening- en preventiestrategie voor baarmoederhalskanker maakt ook deel uit van de Europese aanbevelingen." In België worden kankerscreeningsprogramma's op het niveau van de gewesten georganiseerd (zie verder), op basis van de screeningstechnieken en doelpopulaties die door de Europese Unie worden aanbevolen. "De programma's zijn gebaseerd op dezelfde principes, maar per gewest kunnen ze wel verschillen in praktische organisatie. Het Riziv financiert de mammografieën in het kader van de georganiseerde borstkankerscreening. Deze mammografieën hebben een specifiek nomenclatuurnummer (screeningsmammografieën, "mammotests") en zijn gratis voor de begunstigden. Histopathologische onderzoeken voor het opsporen van baarmoederhalskanker vergoedt het Riziv één keer om de drie jaar. Vaccinaties worden gefinancierd door de gewesten. Screenings-tests op dikkedarmkanker (immunologische tests voor de aanwezigheid van bloed in de ontlasting) worden ook betaald door de gewesten. En voor alle screeningsprogramma's geldt dat de organisatiekosten gedekt worden door de gewesten. Het Brussels Gewest organiseert twee programma's voor kankerscreening: die voor borstkanker en dikkedarmkanker. De organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van deze screeningprogramma's is de vzw Bruprev (voorheen gekend als Brumammo). "Het borstkankerscreeningsprogramma richt zich op vrouwen tussen 50 en 69 jaar (vanaf het kalenderjaar van hun 50ste verjaardag tot het kalenderjaar van hun 69ste)", verduidelijkt dr. Burrion. "Om de twee jaar nodigen we vrouwen in deze leeftijdsgroep per persoonlijke brief uit om een afspraak te maken voor een mammotest bij één van de 30 erkende screeningscentra. Deze afdelingen moeten voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria die elk jaar opnieuw worden gecontroleerd. De beoordeling van de gemaakte beelden gebeurt achtereenvolgens door twee verschillende radiologen, of drie als de conclusies van de eerste twee verschillen. Vrouwen ontvangen de resultaten van hun mammotest binnen tien werkdagen, net als hun huisarts. De globale resultaten van de screenings worden gepubliceerd op mijngezondheid.be (abrumet). En Bruprev controleert of vrouwen met een resultaat dat verder onderzoek vereist ook daadwerkelijk door hun huisarts worden opgevolgd (bij 11% van de gevallen volgt een tweede screening). Maar negen van de tien keer wijzen bijkomende onderzoeken (mammografie, echografie, punctie, biopsie) niet op een kwaadaardig letsel." Volgens dr. Burrion zijn de prestaties van de Brusselse en Waalse programma's vergelijkbaar. "Het percentage van de uitgenodigde bevolking dat effectief deelneemt, draait sinds het begin van het programma, zo'n twintig jaar geleden, constant rond de 10-11%. Voeg daarbij de 40% en 45% van de doelpopulatie die een opportunistische screening op voorschrift krijgt, dus een gepersonaliseerde screening met een Riziv-nomenclatuur die normaal voorbehouden is voor klinische ontwikkelingen." Het initiatief van de Europese Commissie over borstkanker (ECIBC) beveelt nu aan om de screening uit te breiden naar de leeftijdsgroep 45-74 jaar. Maar België heeft zijn programma nog niet aangepast. "Andere ontwikkelingen liggen in het verschiet, zoals screenen op maat van het individuele risico, door te werken met een polygene risicoscore. Het gebruik van driedimensionale tomosyntheses voor borstonderzoek is ook in opgang. Maar dit valt buiten het bestek van dit artikel."Het screeningsprogramma voor darmkanker richt zich op mannen en vrouwen tussen de 50 en 74 jaar (het risico vóór 50 jaar rechtvaardigt geen systematische screening en boven 74 jaar hangt het nut af van de algemene gezondheidstoestand). "Hier gebruikt men een immunologische test om bloed in de ontlasting op te sporen ("Colotest"), die tweejaarlijks wordt herhaald. Deze test heeft een gevoeligheid van meer dan 80% en een specificiteit van meer dan 90%. De test wordt in een kit geleverd en is makkelijk thuis uit te voeren." Het bijzondere aan het Brusselse programma voor darmkankerscreening is dat dit gebeurt in samenwerking met de apothekers. Meer dan 500 apotheken in Brussel nemen deel aan het programma en verstrekken de Colotest-kits aan mensen op vertoon van hun persoonlijke screeningsuitnodiging die ze van Bruprev ontvingen. "Wie al getest is, krijgt de volgende Colotest twee jaar later direct naar huis toegestuurd. De huisartsen zijn ook betrokken, door hun patiënten die in aanmerking komen naar de apotheker te sturen. En net als hun patiënten ontvangen zij de resultaten van de test en zorgen ze voor opvolging in het geval van een abnormaal resultaat (met een voorschrift voor een controlecoloscopie)." De Colotest is gratis voor de gebruiker. Maar de effectieve kostprijs schommelt rond de ?15. Het programma wordt bijna volledig gefinancierd door het Brussels Gewest (met ook een kleine bijdrage van het Vlaams Gewest). "De resultaten van het programma zijn vergelijkbaar met die in Wallonië. Het percentage van deelnemers onder de uitgenodigde bevolking bedraagt 12%." "Voor baarmoederhalskankerscreening is er nog geen georganiseerd gewestelijk programma met gepersonaliseerde uitnodigingen", besluit dr. Burrion. "De federale overheid en de gewesten voeren momenteel gesprekken over de uitrol van een screening naar de sporen van HPV in endocervixuitstrijkjes en men verwacht dat dit programma in 2024-2025 zal worden ingevoerd."