...

Met negen indrukwekkende symfonieën zorgde Beethoven ervoor dat zijn opvolgers het genre met knikkende knieën zouden benaderden. En met de vijfde en de zesde symfonie plaveide hij meteen twee symfonische hoofdwegen. De war of the romantics die pas later in de 19de eeuw zou woeden is daar voor een deel op terug te voeren.Zowel de aanhangers van abstracte muziek die het belang van de muzikale architectuur en het vakmanschap benadrukten, als de nieuwlichters die muziek in staat achtten om ook literaire thema's of persoonlijke gevoelens te evoceren, vonden overtuigende argumenten bij Beethoven. Ta-ta-ta-taaaaa! - ta-ta-ta-taaaaa! Wie kent het legendarische begin van de vijfde symfonie niet? Veel meer dan dit kernachtige motief had Beethoven niet nodig om een symfonie van een halfuur te construeren. Hij beschikte over voldoende vakmanschap en inventiviteit om vanuit deze uiterste concentratie van het materiaal een overkoepelende structuur te creëren. Zo bouwde hij een organisch en coherent geheel. De obsessionele ritmische drive zorgde voor dramatiek en sleurde de luisteraar mee tot aan de laatste noot. De zesde symfonie die als Pastorale bekend staat, moest een ode aan de natuur en aan het leven op het platteland worden. Daarvoor trok Beethoven de lyrisch- melodische kaart. Hier kabbelde de muziek rustig op uitgesponnen akkoorden. En titels als lustiges Zusammensein der Landleute of Gewitter, Sturm zetten de luisteraar op weg naar een begrijpend en meevoelend luisteren. Beethoven wilde naar eigen zeggen geen natuurtafereeltjes schilderen in muziek, maar eerder de deugddoende gevoelens verklanken die de natuur opwekt. Diverse auteurs zagen in de tegenstelling van de vijfde en zesde symfonie een parallel met de moderniteit van de stad tegenover de nostalgie van het platteland of van het beklemtonen van het intellectuele dan wel het spirituele. Door beide symfonieën tegelijk te concipiëren én in première te laten gaan, liet Beethoven het zachte en meer ontvankelijke Yin van de zesde meteen ook inwerken op de actieve kracht van Yang, wat het geheel groter maakte dan de som van de delen.Beide populaire Beethoven-symfonieën werden, na de eerste opname van de vijfde symfonie in 1913 door Arthur Nikisch, al ontelbare keren opgevoerd en uitgebracht en ze zijn daardoor bij een breed publiek bekend. Het is dus niet vanzelfsprekend om tijdens het Beethovenjaar nog verrast te worden door nieuwe interpretaties. En toch... De Pastorale wordt opnieuw gepresenteerd door de Akademie für alte Musik Berlin. Van hun eerste concerten in de vroege jaren 1980 in de Berlijnse Humboldt-Universiteit schopten deze gelijkgestemde Oost-Berlijners het tot een topensemble met optredens in de meest gerenommeerde concertzalen ter wereld. Ze gaan prat op hun democratische werkwijze met diverse musici die als concertmeester repetities of concerten leiden.Ditmaal ging de Akademie onder leiding van Bernhard Forck op zoek naar de precieze samenstelling van het Beethoven-orkest rond 1808 en naar een goed werkbare ruimtelijke opstelling van de instrumentengroepen. Die aanpak resulteert in heel verzorgd, kamermuzikaal, orkestspel. En toch breken ze met deze keurige en sfeervolle uitvoering geen potten.Wel bijzonder interessant is de combinatie van de Pastorale met de vijfdelige symfonie Portrait musical de la nature die Justin Heinrich Knecht 23 jaar creëerde. Deze natuursymfonie van een componist die een generatie ouder was, kan uiteraard niet wedijveren met de geniale symfonische creatie van Beethoven. Het is wel bijzonder interessant om te horen waar Beethoven toch minstens enkele graantjes van de mosterd haalde. Echt spectaculair is de opname van de vijfde symfonie door musicAeterna onder leiding van Teodor Currentzis. Je weet op voorhand dat deze Griekse dirigent er alles aan zal doen om met de uitvoering van zo'n symfonische mijlpaal in de kijker te lopen. Maar je moet het hem nageven dat hij er dan ook werkelijk in slaagt om die vijfde symfonie weer helemaal fris en gloednieuw te laten klinken.De topkwaliteit van zijn orkest uit Perm, toch een uithoek van de culturele wereld, doet denken aan wat Ivan Fischer tijdens de jaren 1990 met zijn Budapest Festival Orchestra realiseerde. In beide gevallen gaat het over orkestmusici die hun ziel aan geen enkele duivel zullen verkopen, en werkelijk alles voor hun inspirerende maestro over hebben. Die onvoorwaardelijke overgave leidt ook nu tot een spraakmakende uitvoering. De verrassingen schuilen in vele details, in fraseringen, vertragingen, in het vinden van de juiste balans en het subtiel uitlichten van figuurtjes. Werkelijk geen enkele maat klinkt hier routineus en daardoor spat ook de genialiteit van Beethovens muziek ervan af. Staande ovatie!