...

Zowat een op de tien werknemers in Vlaanderen pendelt twee uur of langer (heen- en terugreis samen). Deze superpendelaars hebben het moeilijker om werk en privé in evenwicht te houden en herstellen moeilijker van de psychische vermoeidheid. De cijfers komen uit de Werkbaarheidsmeting 2019 van de Stichting Innovatie & Arbeid en houden dus geen rekening met mogelijke corona-effecten zoals frequenter thuiswerk en keuze voor andere vervoersmiddelen om het openbaar vervoer te vermijden. De meerderheid van de werknemers (64,9%) heeft minder dan een uur nodig voor de verplaatsing van en naar het werk. Bijna een kwart pendelt een à twee uur en ongeveer een op de tien is twee uur of langer onderweg. Dat beeld is ten opzichte van 2007 vrijwel onveranderd. Het zijn vooral professionals uit het middenkader en kader- en directieleden die langer dan twee uur onderweg zijn: respectievelijk 19,3% en 15,7%. Bij bedienden is dat 10,5%, bij kortgeschoolde arbeiders 5,5% en bij zorgmedewerkers 3,4%. Tussen de sectoren bestaan significante verschillen: zo zijn er in de bouw (17,1%) veel meer superpendelaars dan in de horeca (3,8%) en in de gezondheids- en welzijnszorg (5,1%). Het aandeel van de werknemers met problematische werkstress, motivatieproblemen en een onevenwichtige werk-privébalans neemt toe naarmate de pendeltijd oploopt. Werknemers die twee uur of langer onderweg zijn, lopen anderhalve keer meer risico op problemen om werk en privé in evenwicht te houden dan werknemers die niet lang hoeven te pendelen. Ook de werkstress neemt toe: van 35,6% bij werknemers die minder dan een uur pendelen tot 43,5% bij werknemers die twee uur of langer pendelen. Voor motivatieproblemen is het verschil beperkt. Voor de Werkbaarheidsmeting 2019 werden 40.000 werknemers uitgenodigd om deel te nemen aan de enquête. Dat leverde 14.346 bruikbare antwoorden op.