...
Het European Lung Cancer Congress, dat heeft plaatsgevonden in Genève van 10 tot 13 april, heeft daar een prachtig voorbeeld van gegeven met meerdere mededelingen over longkanker met zeldzame genetische afwijkingen.Dat is bijvoorbeeld het geval met de fusie van een van de NTRK-genen, die coderen voor tropomyosinekinasereceptoren (TKR), en andere genen. Die fusie leidt tot de expressie van abnormale receptoreiwitten, die continu zijn geactiveerd, wat de ontwikkeling van tal van kankers in de hand werkt. Een ander voorbeeld zijn herschikkingen van het ROS1-gen door translocatie, die eveneens uitmonden in de vorming van abnormale eiwitten.Meerdere studies hebben larotrectinib, een TKR-remmer, onderzocht bij verschillende vaste tumoren. In die studies zaten elf patiënten met een gemetastaseerd adenocarcinoom van de longen. Bij zeven van de elf patiënten kon de respons op larotrectinib worden geëvalueerd1. Twee van de zeven evalueerbare patiënten hadden hersenmetastasen.Resultaten van de behandeling: complete remissie bij een patiënt, partiële respons bij vier patiënten en stabilisering van de ziekte bij twee patiënten. Na een mediane follow-up van 12,9 maanden was de mediane duur van de respons nog niet bereikt.Bij analyse van de veiligheid bij alle patienten die werden behandeld wegens een vaste tumor (n = 122), werd larotrectinib goed verdragen. Slechts één patiënt heeft de behandeling moeten staken wegens een bijwerking en bij 9% van de patiënten diende de dosering te worden verlaagd. Na verlaging van de dosering is de tumor niet opnieuw gaan groeien. De bijwerkingen waren hoofdzakelijk graad 1- of graad 2-bijwerkingen.Bij een analyse van de samengevoegde gegevens van drie fase I- en fase II-studies (ALKA-372-001, STARTRK-1 en STARTRK-2) die werden uitgevoerd met entrectinib, een multikinaseremmer (TKR, ROS1, ALK), bij 54 patiënten, werden soortgelijke resultaten behaald bij de tien patiënten met een gemetastaseerde of plaatselijk gevorderde niet-kleincellige longkanker met productie van fusieproteïnen3. Bij een patiënt werd een complete remissie verkregen, bij zes een partiële respons en bij een kon de ziekte worden gestabiliseerd. Zes van de tien patienten hadden hersenmetastasen. Het percentage respons in de hersenen was bijzonder hoog: bij twee van de vijf evalueerbare patiënten werd een complete remissie verkregen, bij twee een partiële respons en bij een kon de ziekte worden gestabiliseerd. Op het ogenblik van de analyse was de mediane duur van de respons nog niet bereikt. De mediane progressievrije overleving bedroeg 14,9 maanden.De veiligheid werd geëvalueerd bij alle 68 patiënten met fusieproteïnen, ongeacht het type kanker. De bijwerkingen waren hoofdzakelijk graad 1- en graad 2-bijwerkingen. Bij 40% van de patiënten werd de dosering verlaagd en bij drie patiënten diende de behandeling te worden stopgezet.Entrectinib is ook zeer doeltreffend gebleken bij een herschikking van ROS1, een afwijking die wordt teruggevonden bij 1-2% van de niet-kleincellige longkankers. In die drie studies zaten 53 patiënten met een herschikking van ROS1, van wie 23 met hersenmetastasen2. Bij 41 patiënten, van wie 17 met hersenmetastasen, werd een objectieve tumorrespons verkregen. De mediane duur van de respons bedroeg 24,6 maanden (12,9 maanden in geval van hersenmetastasen) en de mediane progressievrije overleving bedroeg 19 maanden (26,3 maanden indien geen hersenmetastasen en 13,6 maanden in geval van hersenmetastasen bij het starten van de behandeling). Je kan die resultaten beter naar waarde schatten als je weet dat patiënten met een ROS1+ tumor die crizotinib krijgen, zeer vaak hersenmetastasen ontwikkelen. (Crizotinib dringt niet goed in de hersenen.)Dat alles pleit er dus voor om actief te zoeken naar de bovenvermelde afwijkingen, ook al zijn ze zeldzaam (van de grootteorde van minder dan 1% tot iets meer dan 3%), in het kader van een geneeskunde op maat die naam waardig.