...

Een belangrijk punt in het bereikte akkoord is dat de Franstaligen de verdeelsleutel en methodologie van de federale planningscommissie aanvaarden. Frank Vandenbroucke: "Om de verkeerde ideologische redenen was er aan Franstalige zijde weerstand tegen een ingangsexamen en een numerus fixus. Men vertrouwde ook de methode en de cijfers van de federale planningscommissie niet. Dat is nu veranderd. De Franstaligen accepteren de methodologie zoals de planningscommissie ze unaniem goedkeurde op 10 maart." Voor het subquotum huisartsen van 2028 is er een politiek akkoord om dit eenmalig met 10% op te trekken. Daarnaast wordt, zoals gezegd, de verdeelsleutel van de planningscommissie - gebaseerd op regionale behoeften in functie van bevolkingsaantal, demo- grafie, activiteitsprofiel van artsen en tandartsen, de overtallen uit het verleden enz. - aanvaard. Frank Vandenbroucke: "Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) noemt deze sleutel 'fundamenteel onrechtvaardig'. Maar volgens onze berekeningen is de toepassing van de sleutel van het Rekenhof - op basis van het aantal inwoners - nadelig voor Vlaanderen." Voor 2028 bedraagt het (met 10% opgehoogde) quotum 1.848 artsen. Dat komt neer op 1.104 artsen voor Vlaanderen en 744 voor Franstalig België. Bij de tandartsen voor 2027 bedraagt het quotum 287, waarvan 181 voor Vlaanderen en 106 voor de Frans-talige gemeenschap. "Welnu, met de sleutel van het Rekenhof 'wint' de Vlaamse Gemeenschap in de verdeling twee artsen op 1.104 en 'verliest' ze negen tandartsen op 181. Het is dus onbegrijpelijk waarom Ben Weyts hieraan vasthoudt", dixit de minister. Voorts klopt het volgens Vandenbroucke "van geen kanten" dat, rekening houdend met het activiteitsprofiel, de Vlaamse artsen voor altijd verplicht worden om meer te werken (en zo ook meer te verdienen) dan de Franstalige artsen. Daarbij herinnert hij er terloops aan dat jonge Vlaamse artsen evenmin nog bereid zijn 80 uur per week te werken. "De activiteitsgraad daalt. Daarmee houdt de planningscommissie ook rekening. De methodologie is veel verfijnder dan de eenvoudige sleutel van het Rekenhof. Het eindresultaat is wat de artsen betreft ongeveer hetzelfde. Wat de tandartsen betreft, is het voor Vlaanderen veel beter dan de sleutel van het Rekenhof. Men verrekent feitelijke tekorten in verschillende disciplines en er is geen amnestie voor het verleden. De cijfers nemen de overschotten mee, dit is zeer goed verdedigbaar." Een andere bron van Vlaams wantrouwen is de 'deperditie', het 'verlies' van studenten tijdens de opleiding. Daarover moeten federale en gemeenschapsregeringen nog een akkoord sluiten. Vandenbroucke: "De IMC Volksgezondheid zal ten laatste eind november 2022 het protocolakkoord met de deperditieformule goedkeuren. Doen zich toch afwijkingen op de quota voor, dan kan dat jaar na jaar gecorrigeerd worden op basis van artikel 92 betreffende de Wet op de uitoefening gezondheidszorgberoepen. Dat is aanvaard, en evenzeer historisch. Op voorwaarde dat ze meegaat in het verhaal, heeft de Vlaamse regering trouwens een vetorecht over de deperditieformule die zal gebruikt worden, vermits daarover een akkoord nodig is." Voorts zal de Franse gemeenschap de komende drie jaar zelf voor compensatie zorgen als deze zomer blijkt dat het laatste klassieke examen tot een hogere instroom aan studenten leidt dan voorzien in het contingent 2028. In vergelijking met het quotum dat de planningscommissie voorstelde voor 2027, betekende het cijfer voor 2028 een expansie met 26% voor de Vlaamse en 16% voor de Franstalige gemeenschap. "Op basis van de behoeften van het terrein moet er zeer goed gepland worden", aldus Vandenbroucke. "Meer aanbod is nodig. Er zijn steeds meer tekorten en artsen werken minder uren. De Franstaligen hebben de verfijnde methodologie van de planningscommissie aanvaard, de Vlaamse regering doet er goed aan dit nu ook grondig te bekijken."