De jonge Haendel

...

Georg Friedrich Haendel werd net als Bach in 1685 geboren. Toch maakte de uit het Duitse Halle afkomstige componist een heel andere carrière in de muziekwereld dan zijn collega die 100 kilometer verder in Eisenach werd geboren. Haendels bekendste werken ontstonden na 1713 toen hij zich op 28-jarige leeftijd in Londen had gevestigd. Hij maakte er furore met het componeren van Italiaanse opera's en later met Engelstalige oratoria.Ignace Bossuyt schreef met G.F. Haendel: de jonge jaren een biografie van deze beroemde componist die focust op de jaren vóór Haendel het Kanaal definitief overstak. Het uitgebreide oeuvre dat hij toen componeerde is volgens de auteur niet alleen minder bekend, het is ook sterk ondergewaardeerd. De biografie situeert de jonge Haendel in de muzikale, politieke en sociale context van Duitsland en Italië zijn tijd. Daarna volgt een bespreking van 34 composities. QR-codes en luisterlijstjes leiden de lezer meteen naar opnames van de besproken werken. Van de 22 vocale stukken is ook telkens de Nederlandse vertaling van de tekst opgenomen.Dit verhelderende en inspirerende boek dat up-to-date informatie uit internationale publicaties samenbrengt, nodigt vooral uit om de Haendeliaanse muziekwereld in te duiken. Zo raak je ongetwijfeld in de ban van een of andere mooie Italiaanse cantate, van het prachtige hoboconcerto dat Haendel op 18-jarige leeftijd in Hamburg componeerde of een aanstekelijk vroeg concerto grosso. In Klassieke meesters vertelt Yves Knockaert over de belangrijke componisten van de 18de en 19de eeuw. Hij begint bij Haendel en Bach, en gaat over Mozart en Beethoven tot Mahler, Strauss en Sibelius. In totaal worden 27 vermaarde componisten in een apart hoofdstuk in de picture gezet. Nieuwlichters als Debussy of Satie, die de moderne 20ste-eeuwse muziek op gang trapten, krijgen hier bewust niet het statuut van 'klassieke meester'. Wanneer bijvoorbeeld de viering van Beethovens 200ste verjaardag ter sprake komt, komen de hommages van Maurizio Kagel of Karlheinz Stockhausen wel ter sprake. Zo komen tal van andere boeiende componisten toch nog in de marge aan bod. In het bijna 700 bladzijden tellende boek worden de essentiële bijdragen van de klassieke meesters in chronologisch gerangschikte hoofdstukken helder uitgelegd. Toch pretendeert het boek niet een klassieke muziekgeschiedenis te zijn. De focus ligt dan ook vooral op hoe tijdgenoten en opvolgers aankeken tegen wat wij vandaag de topmuziek uit die periode beschouwen. Het gaat dus voortdurend over invloeden ondergaan en anderen inspireren. Welke componisten associeerden zich met elkaar, en wie zette zich af tegen wie? Welke rol speelden de uitvoerders of uitgevers van de meesterlijke muziek? En zelfs de kwalen en ziektes als doofheid, verlamming, alcoholisme, vraatzucht en krankzinnigheid krijgen aandacht wanneer ze de muzikale output beïnvloed hebben. De Koningin Elisabethzaal die sedert 2016 in gebruik werd genomen is de derde concertzaal op dezelfde plaats naast de zoo. In 1897 werd daar al de Feestzaal van de Antwerpse dierentuin feestelijk ingehuldigd.Het jubileum naar aanleiding van de 125ste verjaardag wordt gevierd met een mooie publicatie die het ruimere klassieke muzieklandschap in Antwerpen schetst. Hedwige Baeck-Schilders focust in het eerste deel van het boek op het Antwerpse muziekleven tijdens de 19de eeuw en op de latere oorlogstijden. Jan Dewilde verdiept zich in de gebeurtenissen tijdens de belle époque. Beide auteurs laten je kennis maken met de concertzalen die Antwerpen rijk was in de 19de eeuw en met de dirigenten en componisten die er door een ruim publiek gevierd werden. Zo komt onder meer de bijzondere fascinatie voor de muziek van Peter Benoit aan bod. Ook ronkende namen uit de internationale muziekwereld als Charles Gounod, Franz Liszt, Richard Strauss of Gustav Mahler kruiden de Antwerpse muziekgeschiedenis. In het tweede deel van het boek staat de Koningin Elisabethzaal zelf centraal en het orkest dat er uiteindelijk een vaste stek kreeg, en vandaag het Antwerp Symphony Orchestra heet. Het boek bevat heel wat historische beelden ter illustratie van de verhalen en het opent met recente foto's van Michiel Hendryckx die de belangrijkste historische plekken van het Antwerpse muziekleven in beeld brengt.