Bij de behandeling van een medisch probleem is in de eerste plaats de eerstelijnstherapie van belang. De richtlijnen voor rookstop raden sinds een tiental jaar een eerstelijnstherapie aan met een combinatie van een langwerkend (in de vorm van een pleister) en een kortwerkend nicotinevervangingsmiddel (spray, zuigtablet, kauwgom, inhalator). "Het kortwerkende product versterkt de werking van de pleisters en verhoogt zo de kansen op rookstop", legt Sophie Gohy uit.

De behandeling van tabakverslaving gebeurt evidence-based. Cochrane-reviews tonen aan dat de bestaande behandelingen doeltreffend zijn: "Uit die reviews blijkt dat varenicline, bupropion en nicotinevervangingsmiddelen de kansen op definitieve rookstop verhogen en weinig bijwerkingen veroorzaken. Toch zijn er nog andere methoden en pistes in ontwikkeling zoals cytisine, een partiële nicotinereceptoragonist. Cytisine wordt momenteel bestudeerd in de Verenigde Staten, maar is al enkele jaren vrij te verkrijgen in Oost-Europa."

Zeer relatieve kosten

De behandeling start met één of meer consultaties met een motiverend gesprek en cognitieve en gedragstherapie. De consultaties rookstop worden zowel in Vlaanderen als in de Fédération Wallonie-Bruxelles minstens gedeeltelijk terugbetaald (1). "In België worden nicotinepleisters echter helemaal niet terugbetaald, terwijl ze in Frankrijk bijvoorbeeld duidelijk minder duur zijn", betreurt de specialiste. "Als je er ook nog een snelwerkend nicotinevervangingsmiddel aan toevoegt, kan het voorschrift de patiënt gemakkelijk een kleine honderd euro kosten. Dat is niet niets voor mensen die het geld nodig hebben. Sommige OCMW's geven de mensen aan wie ze hulp bieden, pleisters voor 1 euro. Voor de meeste patiënten zijn de kosten voor pleisters niet te verwaarlozen, maar daartegenover staat dat een pakje sigaretten nog meer kost."

Cytisine, een partiële nicotinereceptoragonist, wordt momenteel bestudeerd in de Verenigde Staten

Andere methoden zoals hypnose en acupunctuur kunnen sommige patiënten helpen, maar dat is uiteraard geen evidentiegebaseerde geneeskunde in de wetenschappelijke betekenis van de term.

Motivatie

Hoe pak je mensen aan die willen stoppen met roken? "Aan de Cliniques Saint-Luc besteden we 45 minuten tot 1 uur aan nieuwe gevallen", aldus Sophie Gohy. "Na een klassieke evaluatie (medische en chirurgische voorgeschiedenis, eventuele lopende behandelingen,...) begint de eigenlijke consultatie rookstop met een anamnese gericht op het rookgedrag via de techniek van de vijf A's (Ask, Advise, Assess, Assist, Arrange). Daar komen vragenlijsten bij zoals de Fagerström-test (2), de HAD-schaal (voor evaluatie van angst en depressie) en een evaluatie van de motivatie om na te gaan waar de patiënt zich bevindt en waaraan moet worden gewerkt. Sommige patiënten zijn van meet af aan zeer gemotiveerd en kunnen vaak meteen starten met een nicotinevervangingsmiddel. Anderen raadplegen enkel omdat ze 'moeten' stoppen met roken. Die patiënten moeten eerst worden gemotiveerd voor kan worden gedacht aan rookstop."

Daarnaast wordt ook een voedingsanamnese uitgevoerd. Patiënten zijn immers vaak bang dat ze zullen aankomen na rookstop. Het Centrum voor Tabakologie van de Cliniques Saint-Luc, erkend door FARES, beschikt over vier gespecialiseerde verpleegkundigen, een psychologe en een diëtiste. Het centrum meet bij elke consultatie het CO-gehalte in de uitgeademde lucht. Dat geeft de mate van blootstelling aan rook (verbranding) weer, maar is niet specifiek voor nicotine. Sommige patiënten roken vrij weinig, maar ademen diep in zodat het CO-gehalte toch zeer hoog kan zijn.

Mogelijke pluspunten

Welk gesprek voer je met mensen die willen stoppen met roken? "Een moraliserend gesprek werkt niet", waarschuwt Sophie Gohy. "Het heeft zelfs geen zin op een spreekuur rookstop aangezien er mensen te vinden zijn die net komen om te stoppen met roken. Het is beter om na te gaan wat de patiënten door het roken niet kunnen doen in het dagelijkse leven en wat de echte beweegreden is. De motivatie kan immers zeer uiteenlopend zijn: een sporter die niet meer zijn vroegere niveau bereikt; een grootmoeder, die graag met haar kleinkinderen naar de bioscoop zou willen gaan, maar zich niet in staat voelt om twee uur niet te roken; de collega's op kantoor die klagen over de rokershoest; het uitzicht van de huid."

De Werelddag zonder Tabak vindt jaarlijks plaats op 31 mei.

1. https://rookstop.vrgt.be/wat-een-tabakoloog/terugbetaling voor Vlaanderen en https://www.tabacstop.be/comment-arr-ter/par-contacts-individuels/les-tabacologues voor de Fédération Wallonie-Bruxelles.

2. https://www.has-sante.fr/upload/docs/application/pdf/2014-11/outil_tests_fagerstrom.pdf

De valstrik van de elektronische sigaret en IQOS

Het grootste gevaar op korte termijn is de elektronische sigaret, waarvan het gebruik explosief toeneemt, legt Sophie Gohy uit. "Dat is een echte uitnodiging om te gaan roken. En dan mogen we de IQOS (rookvrije verhittingstechnologie voor tabak) niet vergeten. In België is dit verboden, maar in Duitsland en Zwitserland bijvoorbeeld niet. Het argument van de fabrikanten is dat er bij deze techniek sprake is van opwarming, maar met minder verbranding. Deze producten zetten nog steeds de deur op een kier richting nicotine. De argumenten van de patiënt resoluut weerleggen werkt eerder contraproductief. Je moet de patiënt (opnieuw) vragen of hij gewoon minder teer wil inademen dan wel of hij een nieuw leven wil starten en wil af raken van zijn verslaving en de andere gevolgen van roken, die hijzelf erkent."

Bij de behandeling van een medisch probleem is in de eerste plaats de eerstelijnstherapie van belang. De richtlijnen voor rookstop raden sinds een tiental jaar een eerstelijnstherapie aan met een combinatie van een langwerkend (in de vorm van een pleister) en een kortwerkend nicotinevervangingsmiddel (spray, zuigtablet, kauwgom, inhalator). "Het kortwerkende product versterkt de werking van de pleisters en verhoogt zo de kansen op rookstop", legt Sophie Gohy uit. De behandeling van tabakverslaving gebeurt evidence-based. Cochrane-reviews tonen aan dat de bestaande behandelingen doeltreffend zijn: "Uit die reviews blijkt dat varenicline, bupropion en nicotinevervangingsmiddelen de kansen op definitieve rookstop verhogen en weinig bijwerkingen veroorzaken. Toch zijn er nog andere methoden en pistes in ontwikkeling zoals cytisine, een partiële nicotinereceptoragonist. Cytisine wordt momenteel bestudeerd in de Verenigde Staten, maar is al enkele jaren vrij te verkrijgen in Oost-Europa." De behandeling start met één of meer consultaties met een motiverend gesprek en cognitieve en gedragstherapie. De consultaties rookstop worden zowel in Vlaanderen als in de Fédération Wallonie-Bruxelles minstens gedeeltelijk terugbetaald (1). "In België worden nicotinepleisters echter helemaal niet terugbetaald, terwijl ze in Frankrijk bijvoorbeeld duidelijk minder duur zijn", betreurt de specialiste. "Als je er ook nog een snelwerkend nicotinevervangingsmiddel aan toevoegt, kan het voorschrift de patiënt gemakkelijk een kleine honderd euro kosten. Dat is niet niets voor mensen die het geld nodig hebben. Sommige OCMW's geven de mensen aan wie ze hulp bieden, pleisters voor 1 euro. Voor de meeste patiënten zijn de kosten voor pleisters niet te verwaarlozen, maar daartegenover staat dat een pakje sigaretten nog meer kost." Andere methoden zoals hypnose en acupunctuur kunnen sommige patiënten helpen, maar dat is uiteraard geen evidentiegebaseerde geneeskunde in de wetenschappelijke betekenis van de term.Hoe pak je mensen aan die willen stoppen met roken? "Aan de Cliniques Saint-Luc besteden we 45 minuten tot 1 uur aan nieuwe gevallen", aldus Sophie Gohy. "Na een klassieke evaluatie (medische en chirurgische voorgeschiedenis, eventuele lopende behandelingen,...) begint de eigenlijke consultatie rookstop met een anamnese gericht op het rookgedrag via de techniek van de vijf A's (Ask, Advise, Assess, Assist, Arrange). Daar komen vragenlijsten bij zoals de Fagerström-test (2), de HAD-schaal (voor evaluatie van angst en depressie) en een evaluatie van de motivatie om na te gaan waar de patiënt zich bevindt en waaraan moet worden gewerkt. Sommige patiënten zijn van meet af aan zeer gemotiveerd en kunnen vaak meteen starten met een nicotinevervangingsmiddel. Anderen raadplegen enkel omdat ze 'moeten' stoppen met roken. Die patiënten moeten eerst worden gemotiveerd voor kan worden gedacht aan rookstop." Daarnaast wordt ook een voedingsanamnese uitgevoerd. Patiënten zijn immers vaak bang dat ze zullen aankomen na rookstop. Het Centrum voor Tabakologie van de Cliniques Saint-Luc, erkend door FARES, beschikt over vier gespecialiseerde verpleegkundigen, een psychologe en een diëtiste. Het centrum meet bij elke consultatie het CO-gehalte in de uitgeademde lucht. Dat geeft de mate van blootstelling aan rook (verbranding) weer, maar is niet specifiek voor nicotine. Sommige patiënten roken vrij weinig, maar ademen diep in zodat het CO-gehalte toch zeer hoog kan zijn. Welk gesprek voer je met mensen die willen stoppen met roken? "Een moraliserend gesprek werkt niet", waarschuwt Sophie Gohy. "Het heeft zelfs geen zin op een spreekuur rookstop aangezien er mensen te vinden zijn die net komen om te stoppen met roken. Het is beter om na te gaan wat de patiënten door het roken niet kunnen doen in het dagelijkse leven en wat de echte beweegreden is. De motivatie kan immers zeer uiteenlopend zijn: een sporter die niet meer zijn vroegere niveau bereikt; een grootmoeder, die graag met haar kleinkinderen naar de bioscoop zou willen gaan, maar zich niet in staat voelt om twee uur niet te roken; de collega's op kantoor die klagen over de rokershoest; het uitzicht van de huid." De Werelddag zonder Tabak vindt jaarlijks plaats op 31 mei.