...

Eigenlijk is mijn verhaal helemaal niet zo spannend, laat de specialiste zich enkele malen ontvallen tijdens ons gesprek in het Genkse Reumacentrum. "Ik heb als studente in Craiova (in Zuid-West-Roemenië) een mooie tijd gehad. Ik heb kunnen reizen, ik heb mijn Ph.D. in Amsterdam afgewerkt. Nadien werkten mijn man als anesthesist (momenteel werkt hij in Hoei en Luik, EB) en ik als reumatologe in het universitaire ziekenhuis van Craiova. In Roemenië mag je bepaalde geneesmiddelen en behandelingen in mijn discipline maar voorschrijven als je in zo'n kliniek werkt, niet als privé-arts", legt ze me uit.De keuze voor reumatologie heeft alles te maken met wie dr.Gofita is: "Reumatologie is een jong specialisme. Velen associëren het met artritis en oudere patiënten, maar dat is maar een fractie van de mensen die ik zie. In wezen gaat het over auto-immuun- en zeldzame ziekten. De laatste decennia heeft ons vakdomein een boom van kennis gezien, onder andere inzake antistoffen, genetisch onderzoek enzomeer. Een combinatie van labo-onderzoek en werken met patiënten vind ik ideaal. Ik beschouw mezelf als een heel sociaal iemand, ik werk dus graag met patiënten. Chirurgie, anesthesie of pediatrie zijn daarentegen niet mijn ding. Als mama vind ik het emotioneel te zwaar om kinderen als patiënt te hebben."De geboorte van haar zoontje blijkt inderdaad een belangrijke factor. "Wij hadden een goed leven in Craiova. Met een kind vind ik het onverantwoord om zonder plan naar elders te verhuizen. Ja, veel Roemenen zijn naar het buitenland gegaan om economische redenen en om de armoede te ontvluchten. Roemenië heeft de facto geen middenklasse meer. Voor ons artsen is het anders: ik weet niet wie dat gerucht heeft verspreid, maar in België krijgen buitenlanders andere Riziv-nummers, wij nemen niet de plaats in van autochtone studenten", stelt ze."Het is dus de schuld van mijn man dat we naar België gekomen zijn. Hij wilde naar België, ik voelde meer voor Nederland of Duitsland waar twee van mijn beste vrienden/artsen werken." Het compromis is Vlaanderen, of beter nog Limburg, geworden. "Mijn man werkt nu in Hoei en Luik, in het Frans, da's voor ons Roemenen een tweede taal en dus relatief makkelijk. Voor mij was de overstap minder evident: aangezien ik met patiënten wilde werken, moest ik jullie taal leren. Ik heb me op een spoedcursus Nederlands online gestort terwijl intussen onze diploma's en papieren moesten worden vertaald en bij de notaris neergelegd. En ik moest solliciteren. Na drie selectierondes ben ik uiteindelijk door het Reumacentrum aanvaard."Dr. Gofita benadrukt nogmaals hoe belangrijk ze het vindt om "met een kind niet onvoorbereid aan zo'n belangrijke stap te beginnen. Kinderen hebben stabiliteit, een thuis nodig. Moest ik in Zweden of zelfs Japan gaan werken, zou ik hetzelfde doen: de taal leren, alles goed voorbereiden, nooit halsoverkop vertrekken onder het motto: we zien wel."Op de dag dat ik de arts interview, "wonen we exact vijf jaar in België", merkt dr. Gofita met een kwinkslag op. "Ik maak zeker nog fouten tegen het Nederlands, maar van patiënten krijg ik daarover geen opmerkingen of commentaar. Mijn zoontje, die zich het Genkse dialect helemaal eigen heeft gemaakt, verbetert me nog geregeld. Maar thuis spreken we Roemeens.""Voor mij is Genk intussen echt een thuis. Hasselt waar we eerst woonden en nu Genk vind ik heel aangenaam om te wonen en te werken. De diversiteit vind ik prachtig, net zoals ik nog steeds nieuwe aspecten en plekken van jullie rijke geschiedenis en cultuur ontdek. En mijn collega's zijn mijn tweede familie geworden." Het maakt "dat ik helemaal geen behoefte voel om terug te keren. Uiteraard mis ik mijn ouders, maar Roemenië is maar twee uur vliegen, en mijn vrienden en collega's/artsen die ook in het buitenland actief zijn, wonen in de buurlanden, evenmin ver. Mijn man wil soms nog wel terugkeren naar onze roots, ik voel die behoefte echt niet."Grappig detail: zoonlief merkte meteen na de verhuis naar Genk op dat de kleuren van KRC Genk dezelfde waren als die van de lokale voetbalploeg van Craiova. Maar een nieuwe Hagi (Ianis, zoon van de vermaarde Roemeense voetballer Gheorghe Hagi, EB) wordt hij niet, meldt de mama. "Wij hebben het meer voor zwemmen en tennis."Eén tip heeft de arts nog wel: dit najaar staat Roemenië in de schijnwerpers van Europalia. "Ik ga zeker naar Bozar en naar de andere tentoonstellingen over Dacia."