...

Blikvanger van de tentoonstelling is het vederlichte Vliegtuig Continental uit 1974 met een spanwijdte van zo maar even 18 meter dat met een fietsmechanisme de lucht in gebracht zou worden, in de voorwaardelijke wijs. Panamarenko droomde ervan om louter met spierkracht te kunnen vliegen, zonder hulp van met brandstof aangedreven motoren. If you can dream it, you can do it, luidt het. Dat dachten ook Martin en Ria Visser die voor Panamarenko een loods bouwden waar hij zijn vliegtuigen kon bouwen en stallen. In de jaren 1960 verzamelde het echtpaar vooral cobra, minimalisme, conceptuele kunst, arte povera én Panamarenko. Nu hebben ze het werk van de Belgische kunstenaar aan het Kröller-Müller overgedragen. Op de tentoonstelling zijn verder nog drie vliegapparaten te zien en enkele tientallen voorbereidende schetsen van vliegtuigen met insectenvleugels, een enorme zeppelin die ook echt werd uitgevoerd, en een spectaculaire raketrugzak waarmee het mogelijk zou zijn, althans in de verbeelding, om naar de sterren te reizen. Bloedernstig bracht Panamarenko op de tekeningen formules en berekeningen aan, als om zich ervan te vergewissen dat zijn kunstwerken daadwerkelijk zouden vliegen. Een combinatie van humor, toewijding, wetenschappelijke kennis en een eindeloze verbeeldingskracht worden de kunstenaar toegedicht. Het is precies die spanning tussen wetenschap en fictie, tussen vernuft en verbeelding die Panamarenko opzoekt, als een Icarus die met zijn vleugels van was naar de zon vliegt.