...

Dat zei Sabine Stordeur, directeur wetenschappelijk programma a.i. bij het KCE, zaterdag jongstleden op de wekelijkse persbriefing van de taskforce. Ze reageerde daarmee op een open brief van onder meer de beroepsvereniging van anesthesiologen. De vereniging vroeg prioriteit voor haar leden. Maar omdat heel wat zorgverstrekkers in direct contact staan met covid-19-patiënten kunnen volgens Tordeur tal van disciplines de prioriteit opeisen. "Er komen nu snel veel vaccins beschikbaar. Wellicht eind januari beginnen we al met het ziekenhuispersoneel in te enten. Het is aan de regio's, de ziekenhuisorganisaties en de eerste lijn zelf om te definiëren welke beroepscategorieën prioriteit krijgen in functie van het besmettingsrisico. Dat is geen taak van de federale taskforce vaccinatie maar van de deelstaten", aldus Tordeur. Momenteel fungeren dertien ziekenhuizen als hub voor de distributie van het Pfizer-BioNTech-vaccin. Andere ziekenhuizen gaan het Moderna-vaccin - waarvan een eerste beperkte lading deze week geleverd werd - verdelen. Op die manier hoopt de overheid problemen te vermijden die verband houden met de eigenschappen van het vaccin. Het Moderna-vaccin kan, in tegenstelling tot dat van Pfizer, na ontdooiing nog moeilijk getransporteerd worden. En dus zullen huisartsen volgende maand voor een prikje naar het meest nabije ziekenhuis of vaccinatiecentrum moeten. Bijwerkingen worden systematisch genoteerd in Vaccinnet. "Pas eind januari echter kunnen we daaruit gegevens extraheren voor statistische extrapolaties", dixit Stordeur. Momenteel noteert men geen majeure problemen. De Vaccinnet-statistieken worden gekoppeld aan de databank van het FAGG dat op zijn beurt informatie over bijwerkingen doorstuurt naar Europa. Vanaf 15 januari publiceert het FAGG hierover wekelijks een rapport. In opdracht van de vaccinatie-taskforce brengt Artsenkrant vanaf deze editie een reeks over de vele aspecten van de gevolgde vaccinatiestrategie. Taskforce-voorzitter prof. Dirk Ramaekers bijt de spits af.