...

Voor de aandelenmarkt was 9 november 2020 een keerpunt: de bekendmaking van het Pfizer-vaccin op die dag gaf hoop op een terugkeer naar normale economische omstandigheden. De klassieke, zogenaamde waardeaandelen veerden plotseling spectaculair op. Dit ging ten koste van groeiaandelen zoals Apple, Amazon, Facebook of Netflix, die al enkele jaren de toon aangaven en ook winnaars waren tijdens de crisis omwille van de lockdown, de versnelde digitalisering, ... Daarnaast zag men ook de ontwikkeling van een ander verschijnsel, dat parallel liep met het vorige: de stijging van de rentevoeten. Dat is een historische constante: als de economische groei aantrekt, stijgt de langetermijnrente. De achterliggende gedachtegang van de beleggers (die deze koersen dicteren, zie het kaderartikel Op Korte of lange termijn?) is duidelijk: hogere groei leidt tot meer inflatie. Daarom is een hoger rendement nodig om dit verlies aan koopkracht te compenseren. De vraag is: zal deze inflatie blijven duren? Zo niet, dan kunnen de rentevoeten opnieuw dalen en moeten we er ons niet te druk over maken. Hoe bekijken de experts de evolutie? We vatten de vele meningen over dit onderwerp hier kort samen ... Eerst iets over de stijgende rentevoeten. De curve is onregelmatig, maar de trend is duidelijk. Zeker in de Verenigde Staten, waar het rendement op de tienjarige staatsobligatie eind vorige week tot boven de 1,7% steeg. Dat is nog steeds laag in absolute termen, maar wel drie keer hoger dan in het najaar van 2020! Het ligt nu hoger dan het dividendenrendement van de Amerikaanse aandelenmarkt. Dit is natuurlijk niet onbeduidend, zoals het financiële tijdschrift Barron's bij het begin van de maand nog aanstipte. In Europa blijven de rentevoeten veel lager, maar zijn ze ook opnieuw gestegen. Eind februari was de tienjaarlijkse rente in België zelfs zeer tijdelijk positief, om daarna terug negatief te worden. Toch kwam ze zeker niet meer in de buurt van de -0,4% van eind oktober 2020. Deze stijging van de rentevoeten zou logischerwijze parallel moeten lopen met een oplopende inflatie: niet meteen, maar naar verwachting in de komende jaren. Om het vanuit een ander perspectief te bekijken: de verwachte jaarlijkse inflatie met een horizon van vijf jaar is op ongeveer een jaar tijd gestegen van 0,5 tot 2,2% in de Verenigde Staten en van 0,7 tot 1,4% in Europa. Dat is hoe de financiële markten en dus de grote professionele beleggers het zien. Een aanzienlijke stijging, maar nog steeds bescheiden in absolute termen. Zal de inflatie echt langdurig klimmen en de rentevoeten mee naar boven trekken? Die discussie is in volle gang. De inflatie wordt aangewakkerd door de sterke stijging van de grondstoffenprijzen, vooral van olie, maar vindt ook munitie in de stimuleringsplannen die zowel in de Verenigde Staten als in Europa zijn opgezet. Het kolossale economisch steunplan van 1,9 triljoen dollar dat in Washington is goedgekeurd, wordt gezien als een inflatoire vector en speelt bijgevolg ook een rol in de stijging van de Amerikaanse rente. De president van de Amerikaanse centrale bank verklaarde dan wel dat de Fed haar obligatieaankopen (120 miljard dollar per maand) zal voortzetten om de rente te drukken, maar hij leek zich niet ongerust te maken over deze recente stijging. In Europa ligt de situatie enigszins anders. Christine Lagarde, de president van de ECB, kondigde aan dat de instelling haar obligatieaankopen zal verhogen. Dit besluit werd zeer gunstig onthaald, wat de stijging van de rentevoeten afremde. Velen wijzen op een ander geruststellend element. De factoren die de inflatie de afgelopen jaren hebben gedrukt, globalisering, digitalisering ... zijn niet verdwenen. En de geschiedenis leert ook dat de rente na een recessie met 2 tot 3% stijgt zonder dat dit schade veroorzaakt. Maar een reële rente (dat is de tienjaarsrente min de inflatie) van rond de 1% of meer daarentegen zou wel alarmerend zijn. Dit is niet het geval in de Verenigde Staten en al helemaal niet in Europa, waar deze ruimschoots negatief is! De vraag is: welke gevolgen kan deze verandering van omgeving hebben voor de beleggers? Eén ding is duidelijk: zowel de heropleving van traditionele aandelen als de inzinking van groeiaandelen hebben zich de afgelopen maanden verdergezet. De professionals zijn dan ook vrijwel unaniem: deze trend zou zich dit jaar moeten doorzetten, maar niet in overdreven mate. De traditionele aandelen zullen blijven groeien als het economisch herstel zich doorzet, maar zonder door te schieten. En wat de groeiaandelen betreft, die waren waarschijnlijk wel toe aan een adempauze, maar het zou verkeerd zijn om ze te begraven. Kortom, u hoeft uw fonds- of aandelenportefeuille niet te wijzigen. En terzijde: een stevige stijging van de rentevoeten zou nadelig zijn voor de beurs, maar een lichte opleving van de inflatie is dat niet. Dat laatste maakt het voor de bedrijven gemakkelijker om hun prijzen aan te passen. Opwaarts welteverstaan... Een vergelijkbare situatie zien we bij onroerend goed. Dat profiteert traditioneel van de stijgende inflatie, maar verdraagt stijgende rentevoeten duidelijk veel minder. Tenminste boven bepaalde drempels, die veel hoger liggen dan de huidige rentes, vooral in Europa. De recente ontwikkelingen ogen misschien vrij spectaculair, maar dat is geen reden tot paniek, en dat geldt zowel voor de inflatie als voor de hoogte van rentevoeten.