...

In 1990 had Sri Lanka één van de hoogste suïcidecijfers wereldwijd: 43 incidenten per 100.000 inwoners, versus een gemiddelde van 15 per 100.000 over de hele wereld. De overheid beperkte de verkoop van gevaarlijke pesticiden, in drie golven tussen 1995 en 2008. Daardoor daalde de suïcidecurve met 70%. Geschat wordt dat deze maatregelen in Sri Lanka 140.000 levens gered hebben sinds 1995. Verschillende landen - waaronder India, Bangladesh en Nepal - volgden dezelfde strategie. India verbood de binnenlandse productie en verkoop van vijftig gevaarlijke pesticiden. Negen andere pesticiden mogen niet langer in het land worden verkocht, maar gaan nog wel naar de export. De golf van suïcide met pesticiden in Zuid-Azië heeft te maken met een snelle uitbreiding van de landbouw in 1950 en 1960, terwijl de regio niet voorbereid was op het veilig opslaan en gebruik van deze middelen. De inhaalbeweging met restrictiemaatregelen heeft een gunstig effect gehad, maar toch zag men in het jongste decennium de suïcidecijfers met pesticiden opnieuw de hoogte ingaan. Omdat controles in landen als India te laks zijn, worden verboden pesticiden illegaal ingevoerd. Bovendien hebben de restrictiemaatregelen het bedje gespreid van nieuwe productiemethodes waarbij andere pesticiden worden gebruikt. Zelfs de binnenlandse handel in pesticiden die alleen bestemd zijn voor de export, wordt door overheden oogluikend toegelaten. Eén en ander heeft te maken met de macht van industriële lobby's, versterkt door belangenvermenging bij overheidsambtenaren. Aangezien de circulatie moeilijk te controleren valt, is een mogelijke optie om opslagplaatsen te beveiligen. Verkennend onderzoek bestudeert het effect van een systeem waarbij landbouwers alleen tijdens de werkuren toegang hebben tot de opslagplaatsen. Anekdotische gegevens suggereren dat dit kan werken. Mensen gaan tot suïcide over in een opwelling, die gaat liggen als de nodige middelen niet binnen handbereik zijn.