...

Ontwikkeld voor de verkeerde doelgroep, producten die niet doen wat ze moeten of beweren te doen in het kader van revalidatie, technologie die gevaarlijk is vanuit het opzicht van de patiëntveiligheid, ... In het jarenlange bestaan van de revalidatiecampus ondervonden de zorgverstrekkers van St.-Ursula meermaals dat revalidatietechnologieën vaak niet voldoen aan de wensen of noden van de patiënt. Het i²-CoRT-project, dat een netwerk omvat van 11 academische en zorgorganisaties uit België, Nederland en Duitsland waaronder revalidatiecampus St.-Ursula in Herk-de-Stad, wil dit verhelpen (1). I²-CoRT staat voor innovatie- en implementatieversneller voor complexe revalidatietechnologie en wil, zoals de naam aangeeft, de ontwikkeling stimuleren of versnellen van revalidatietechnologieën die niet alleen medisch-wetenschappelijk maar ook op niveau van de gebruiker gevalideerd zijn. De sleutelformule daarbij is een multi- disciplinaire samenwerking van artsen, een team van therapeuten, academici, bedrijven en patiënten waarbij die laatste groep zo vroeg en zo snel mogelijk in het ontwikkelingsproces betrokken wordt. Die tendens, met een patiënt die centraal staat, maakt natuurlijk deel uit van een veel wijdere beweging die zich de voorbije jaren in het zorglandschap heeft afgetekend. "Pakweg 30 jaar geleden moesten we - patiënten en zorgverstrekkers - het stellen met revalidatieproducten zoals de producent ze op de markt had gebracht, aanpassingen waren niet mogelijk", herinnert Marc Michielsen zich, hoofdtherapeut op campus St.-Ursula en betrokken bij het i²-CoRT-project binnen het Jessa Ziekenhuis. "Vandaag wordt er veel meer vanuit de feedback van de patiënt vertrokken om nieuwe technologie te ontwikkelen die de revalidatietherapie kan ondersteunen." Daarvoor is het eerst en vooral belangrijk dat er naar patiënten geluisterd wordt, zegt An, een revalidant van campus St.-Ursula. "Uiteindelijk zijn wij de eindgebruikers van het product. Door een aantal onnodige stappen over te slaan, kan er veel tijd bespaard worden, evenals kosten." Binnen het i²-CoRT-project werkt het revalidatiecentrum van het Jessa Ziekenhuis, als een van de drie centra voor de ontwikkeling en het testen van revalidatieproducten, momenteel aan een nieuwe handorthese. De campus is reeds jarenlang gespecialiseerd in de revalidatie van de bovenste ledematen na verworven hersenletsel. Marc Michielsen licht toe: "Tot op heden is er nog geen technologie op de markt die het neurofysiologisch herstel van de hand ondersteunt. Patiënten die bij een beroerte halfzijdig verlamd zijn geraakt, kunnen onder andere met bestaande robotica wel hun arm bewegen, maar meestal beweegt de hand hierbij onvoldoende of niet mee. Daar willen we aan tegemoet komen door een handorthese te ontwikkelen die zowel de beweging van de arm stimuleert als het herstel van de hand bevordert. De hand is namelijk de reden waarom we onze arm bewegen." Ondertussen is een eerste prototype klaar om getest te worden. Doorgaans zijn patiënten erg gemotiveerd om met nieuwe, innovatieve technologieën aan de slag te gaan in de therapie. "Omdat ik dan misschien iets kan betekenen voor anderen maar ook, niet onbelangrijk, uit eigenbelang om mijn levenskwaliteit te verbeteren", zegt revalidant An. Afhankelijk van het ontwikkelingsstadium en het type product worden patiënten betrokken via klinische proeven, focusgroepen en kwalitatieve bevragingen. Ook zorgverleners zijn doorgaans enthousiast over het inzetten van technologieën in de revalidatiebehandeling. Revalidatiearts Kristof Kempeneers: "Binnen de geneeskunde passeren heel wat nieuwe technologieën de revue. Je kan daar als zorgverlener tegen strijden of erin meegaan. Als je er samen met je patiënt in meegaat, kan bijvoorbeeld de trainingsintensiteit verhoogd worden wat positieve resultaten heeft op behandelingsuitkomst. Daarnaast stelt dit de patiënt in staat te trainen in de periode tussen revalidatiesessies." Naast de handorthese, is het revalidatiecentrum van het Jessa Ziekenhuis nog betrokken bij vier andere pilootprojecten zoals een rolstoelzitmat die de patiënt door middel van een app vertelt wanneer of hoe hij van houding moet veranderen, sensoren die op de handen gekleefd kunnen worden en meten in welke mate een beweging afwijkend is van een 'normale' beweging zodat het in de therapie makkelijker is om de juiste aanknopingspunten te vinden, ...Bedoeling is dat deze producten na mei volgend jaar, wanneer de projectperiode en de financiering vanuit de Europese Unie (3) afloopt, kunnen doorontwikkeld worden. Om een zelfstandige doorstart te verzekeren, wordt het testcentrum nog verder uitgebouwd en gestructureerd. Zo wordt er o.m. gewerkt aan protocollen en procedures die het mogelijk moeten maken voor bedrijven om hun product in het klinisch testcentrum te ontwikkelen.