...

De studie maakt deel uit van een reeks onderzoeken die vorsers aan de VUB uitvoeren om een beter inzicht te krijgen in het effect van aanrakingen op de ontwikkeling van de fysiologische autoregulatie bij baby's en op de relatie met de ouders. "In de eerste studie, gestart in 2017, stelden we vast dat strelingen en liefkozingen een andere impact hebben dan niet-liefkozende aanrakingen", zegt Martine Van Puyvelde, hoogleraar aan de faculteit psychologie en educatiewetenschappen van de VUB en postdoctoraal onderzoekster aan de Koninklijke Militaire School Brussel in opdracht van Defensie België. "Het nieuwe onderzoek werd uitgevoerd in nauwe samenwerking met Francis McGlone, hoogleraar aan de John Moores University in Liverpool. Prof. McGlone heeft de basis gelegd van onderzoeken naar de tactiele afferente C-vezels in de huid, die reageren op lichte, aangename strelingen. C-vezels sturen emotionele informatie over dat contact naar de hersenen. Hij heeft me gevraagd dat onderwerp samen met hem uit te diepen." "We weten al lang dat baby's veel lichamelijk contact met hun ouders nodig hebben voor een goede emotionele, lichamelijke en psychische ontwikkeling", vervolgt Van Puyvelde, die tevens erkende gezins- en relatietherapeute en muzikant is. "Strelingen wekken tal van fysiologische mechanismen op bij baby's. Ze vertragen de hartfrequentie en de ademhaling, die rustiger en regelmatiger wordt. Die mechanismen zijn essentieel voor de ontwikkeling van het parasympathische zenuwstelsel, dat ervoor zorgt dat het lichaam kan rusten en herstellen. Kinderen die voldoende gestreeld worden, verdragen stress beter als ze ouder worden." "Aangezien de moeder de baby draagt tot de geboorte, gaan we er doorgaans van uit dat vooral lichamelijk contact met de moeder belangrijk is. Ons nieuwe onderzoek leert evenwel dat contact met de vader even belangrijk is." De wetenschappers zijn tot die conclusie gekomen op grond van een studie bij 25 moeders en 25 vaders, aan wie werd gevraagd hun baby van 4 tot 16 weken oud te strelen. De hart- en de ademhalingsfrequentie van de baby werden gemeten voor, tijdens en na de strelingen. De proef werd bij de ouders thuis uitgevoerd. De gegevens werden verzameld en geanalyseerd aan de VUB. "We hebben eerst een programma van zachte tactiele stimulering door de moeders getest gedurende vier weken. We vergeken de stressbestendigheid van de baby's van die moeders met die bij een controlegroep van baby's die geen strelingen kregen", zegt prof. Van Puyvelde. "De baby's van de eerste groep waren stressbestendiger en herstelden sneller en beter na een stresstest. Die resultaten zijn nog niet gepubliceerd." Het vervolg van die studie verscheen onlangs in de wetenschappelijke pers. "We hebben de impact van lichamelijke contacten tussen een pasgeborene en zijn papa onderzocht. Uit de klinische praktijk en wetenschappelijk onderzoek blijkt immers dat sommige vaders hun twijfels hebben over de relevantie van dergelijke contacten tijdens de eerste levensmaanden." "Er blijkt geen verschil in impact te zijn tussen aanrakingen door de moeder en aanrakingen door de vader. Daar ben ik erg blij mee. De hartfrequentie en de ademhalingsfrequentie dalen tijdens en na de strelingen. Niet alleen de moeder, maar ook de vader blijkt een kalmerend effect te hebben. In video-opnames zien we dat beide ouders hun kind intuïtief op dezelfde plaatsen en op dezelfde manier aanraken. En die aanrakingen stimuleren de afferente tactiele C-vezels, die in verbinding staan met de regulerende hersenzones en die dus zeer belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de hersenen van de baby." Daarom raden de auteurs vaders aan om meer betrokken te zijn bij de verzorging van de baby en meer aandacht te besteden aan de baby vanaf de geboorte. "Nu houden vaders zich wel meer bezig met de baby dan vroeger, maar de kloof met de moeders is nog groot. Mannen die voor het eerst een kind krijgen, blijken vaak nogal voorzichtig te zijn. Ze denken dan, ten onrechte overigens, dat de moeder als gevolg van de zwangerschap een bevoorrechte fysiologische band met het kind heeft." Martine Van Puyvelde wil de onderliggende mechanismen analyseren en een programma uitwerken om moeders of vaders die depressief zijn na de geboorte, te ondersteunen. Volgens haar wordt dat probleem bij vaders onderschat. "Ik zou ook de gevolgen van sociale en tactiele ontbering willen onderzoeken. Dat is belangrijk voor mensen die voor lange tijd op missie worden gestuurd in een geïsoleerde omgeving."