...

Oxytocine, het hormoon van het geluk, het orgasme, de monogamie, moederliefde en hechting, zou tal van heilzame effecten hebben. Het wordt als neusspray verkocht als wondermiddel tegen stress en angst, om het zelfvertrouwen op te krikken ..., en om autisme en schizofrenie te behandelen. Onderzoekers van het Institut de recherche en sciences psychologiques (IPSY, UCLouvain) hebben de literatuur over intranasaal gebruik van oxytocine doorgenomen. Hun conclusies zijn meedogenloos: "80-100% van de uitgevoerde studies heeft onvoldoende power: het aantal proefpersonen is te laag om betrouwbare conclusies te kunnen trekken; 91% van de artikels rapporteert minstens één significant effect, maar slechts 12% zou echt gecontroleerd zijn; van geen enkel onderzoek werden de gegevens vrijgegeven, dus is er weinig of geen transparantie." (1) Oxytocine is een hormoon dat inwerkt op perifere organen (borst, baarmoeder) en op de hersenen. Als neurotransmitter speelt het een rol bij emoties en gedrag. "In 2005 werd een nieuwe manier voor toediening van oxytocine voorgesteld: via de neus. Volgens de achterliggende studie hebben mensen die met zo'n puff worden behandeld, meer vertrouwen in anderen. Het is een zeer 'sexy' onderwerp, dat een enorme vlucht heeft genomen. Er is inderdaad zeer veel onderzoek verricht naar de effecten van oxytocine op ons sociale leven", zegt Adrien Mierop, postdoctorandus aan het IPSY. De Académie royale de Médecine de Belgique voerde in 2012 een literatuurstudie uit over het effect van oxytocine op sociale relaties. Het hormoon werd destijds immers voorgesteld als een nieuwe mogelijke target bij de behandeling van geestesziekten zoals autisme, angst en schizofrenie. De resultaten werden echter niet door klinische studies bevestigd. Veel studies waren uitgevoerd zonder controlegroep en bij een klein aantal patiënten. (2) Intussen is gebleken dat toediening van oxytocine via de neus waarschijnlijk niet bij iedereen dezelfde effecten zou hebben. En dat het effect bij een persoon schommelt in de tijd. "Volgens sommige vorsers zou het effect van oxytocine afhangen van persoonlijkheidstrekken, het geslacht, de context, enzovoort", duidt Adrien Mierop. Daarop volgde een tweede golf studies, die rekening hielden met de interactie van die verschillende dimensies. "We onderzochten of de resultaten beter zouden kunnen worden voorspeld als rekening werd gehouden met de individuele en contextuele factoren die in de literatuur worden aangehaald. Maar zelfs dan blijken de resultaten niet robuust te zijn. De effecten van intranasaal oxytocine zijn overroepen", concludeert de Brusselse psycholoog. "Het is een zeer vruchtbaar onderzoeksterrein, maar er is discussie over de toegepaste onderzoeksmethoden", voegt hij Mierop toe. "We leven nu eenmaal in een tijd dat er zeer snel en veel wordt gepubliceerd. Zodra een vorser een enigszins aanlokkelijk effect waarneemt, probeert hij het meteen te publiceren zonder voorafgaande controle bij een groter aantal proefpersonen. Validering blijft achterwege." "Het onderzoek wordt slordig uitgevoerd, maar dat niet alleen. Vorsers beschrijven vaak niet op voorhand hun hypothesen en het effect dat ze willen onderzoeken. Zo kunnen ze er achteraf een mooi verhaaltje rond opzetten, doorspekt met theorieën die hun gegevens retrospectief bevestigen. Dat staat compleet haaks op een wetenschappelijke aanpak. Bovendien stellen ze hun gegevens niet ter beschikking. Niemand kan ze controleren." In de ongeveer 100 wetenschappelijke artikels die de groep heeft uitgepluisd, werden meer dan 900 effecten aangehaald. "Waarschijnlijk is 3-10% van de studies robuust, maar het is onmogelijk uit te maken welke studies dat zijn. Sommige effecten worden vaak vermeld in de literatuur, zoals het effect op angst. Alle studies die een poging hebben ondernomen om die effecten te reproduceren, zijn echter met een sisser afgelopen. We bevinden ons dus in een mijnenveld. Van alles wat er is gepubliceerd, doorstaat nagenoeg niets de toets van een empirisch onderzoek. We kunnen die literatuur dus niet vertrouwen. Het zou best kunnen dat alle waargenomen effecten een placebo- effect zijn", verklaart hij. "Het onderzoek is veel te explorerend. Volgens mij is een meer bevestigende aanpak wenselijk. En wel om drie redenen. Ten eerste, omdat artikels massaal beweren dat intranasaal oxytocine werkt, willen researchteams er onderzoek naar doen, en daar krijgen ze dan ook fondsen voor. Het resultaat is een aanzienlijk verlies van tijd en geld. Ten tweede, omdat consumenten zich argeloos op dat wondermiddel storten hoewel er geen enkel bewijs is dat het werkt. En tot slot, als je vaststelt dat het geen enkele zin heeft een neusspray van oxytocine te geven aan personen uit de algemene bevolking, kan je je ernstig afvragen of het dan überhaupt enig effect zal hebben bij patiënten."