...

België is een van de 'implementatielanden'. Scuby gaat hier op zoek naar modellen die succesvol zijn en bekijkt hoe je die dan kunt uitbreiden. "We onderzoeken ook de systeembarrières", zegt professor Josefien Van Olmen - projectleider van de Belgische arm van Scuby. "Welke ob- stakels zijn er voor de uitbouw van een geïntegreerde zorg? Ligt het aan de financiering? Heb je niet het juiste personeel? Schiet de opleiding tekort? Scuby gaat vooral op zoek naar de obstakels voor kwetsbare groepen. Ons onderzoek richt zich op patiënten met diabetes en hypertensie maar eigenlijk gaat het vooral over een oudere bevolkingsgroep met vaak verschillende aandoeningen." Dokter Katrien Danhieux is onderzoekster voor Scuby aan de Universiteit van Antwerpen. Tijdens het eerste, verkennende jaar bracht ze het terrein in ons land in kaart: "We deden dat op een macroniveau door interviews met mensen van de FOD Volksgezondheid, het Agentschap Zorg en Gezondheid, het Riziv, Domus Medica, de artsen- syndicaten, de patiëntenverenigingen,... We gingen ook op bezoek in 62 artsenpraktijken om er de organisatie van de zorg te bekijken. En met het IMA en klinische laboratoria hebben we afspraken gemaakt om gezondheidsuitkomsten te kunnen meten en volgen. Die koppeling van anonieme patiëntengegevens is uniek in België. We moeten daarvoor wel toestemming krijgen van de Gegevensbeschermingsautoriteit." "Mensen met chronische aandoeningen hebben niet eenmalig zorg nodig maar doorlopen een lang traject. We willen procesdata kunnen koppelen aan uitkomstdata - en aan data over de kosten. Zo kun je ook onderzoeken aan welk knop je kunt draaien en welke effecten dat heeft. Met de inventaris die we het voorbije jaar hebben gemaakt, willen we in de komende jaren nu bekijken wat de verbeterpunten kunnen zijn. We stelden een routemap op. Dat is een dynamisch gegeven waarover we voortdurend overleg hebben met onze stakeholders", verklaart Van Olmen. "Er zijn drie belangrijke elementen waarop we naar ons gevoel kunnen werken", vervolgt Van Olmen. "Heel wat huisartsenpraktijken willen de chronische zorg verbeteren, maar komen er niet aan toe door de dagelijkse drukte en beslommeringen. We kunnen de eigen bevindingen en die van anderen tezamen brengen om guidelines te ontwikkelen voor dit veranderingsproces. Verder zijn we op zoek naar routinemonitoringtools - voor de praktijken en voor de eerstelijnszones." "Dat is ook iets waar de Vlaamse overheid geïnteresseerd in is", weet Danhieux. "Die wil graag een dashboard voor de eerstelijnszones." "Een derde punt is dat de wijze van financiering niet altijd afgestemd is op chronische zorg" vult Van Olmen aan. "We willen de barrières benoemen en bekijken hoe je ze kunt aanpakken. Maar dat punt is nog niet uitgekristalliseerd en bekijken we nog verder." Het vierde jaar van het project wordt dan het evaluatiejaar. Maar hoeveel kun je op vier jaar tijd veranderen? Zul je al het effect van de onderzoeksinterventies kunnen zien? "Die beperkte horizon is inherent aan dit soort van onderzoek. Maar alleen al door het ontwikkelen van goede tools voor monitoring leveren we een belangrijke bijdrage", stelt Van Olmen. "Wat we doen sluit bijvoorbeeld heel nauw aan bij waar ook Vivel en Domus Medica mee bezig zijn. De opschaling staat ook op hun agenda. Wij kunnen concrete antwoorden bieden. Onze inzichten in het veranderingsproces kunnen zo heel snel doorsijpelen naar de praktijken.""Vivel is op zoek naar best practices die de ELZ op weg kunnen helpen", weet Danhieux. Volgt er na de nulmeting in de huisartsenpraktijken een vervolgmeting? Zullen de betrokken artsen vernemen hoe zij het ervan afbrengen? Van Olmen: "De artsen krijgen uiteraard hun resultaten, binnen het project, dat is goede onderzoekspraktijk. Maar het praktijkniveau is niet het primaire niveau van analyse binnen Scuby. De focus ligt op de verbetering van het geheel. Het zal ook moeilijk zijn verder te kijken dan de geaggregeerde resultaten. De gegevens die geanalyseerd kunnen worden door koppeling van data van het IMA met de laboratoria zijn gepseudonimiseerd. Onze bevindingen zullen veeleer slaan op een bepaalde groep praktijken. Bijvoorbeeld, halen multidisciplinaire praktijken die met een diëtist samenwerken daarmee een voorsprong." "Bij de evaluatie zullen we nagaan welke systeemveranderingen we hebben kunnen aanbrengen", zegt Van Olmen. "Of dat inderdaad tot een opschaling van de geïntegreerde zorg heeft geleid. Zijn er meer praktijken die een geïntegreerde zorg implementeren? Beïnvloedt dat de uitkomst? Je zult geen verbetering zien van de levensverwachting bij diabetespatiënten binnen dat tijdsbestek. Maar als je binnen het continuüm van zorg zou zien dat meer patiënten ondersteuning krijgen bij zelfmanagement, en dat nagedacht wordt over financiering daarvan, zou dat al een mooi resultaat zijn." Scuby.eu is een onderdeel van het Europese Horizon-programma. In België is naast de Universiteit van Antwerpen ook het ITG als partner betrokken. De eenheid van het Antwerpse Instituut voor Tropische Geneeskunde die zich op health policy toelegt, coördineert het hele project. De UA, in nauw overleg met het ITG, trekt het onderzoek in België en heeft als apart werkpakket ook de ontwikkeling van een routinemonitoringset. Naast België is er een tweede Europees 'implementatieland', Slovenië, dat ook een goed uitgebouwde gezondheidszorg heeft. In elk land bots je bij de opschaling van integrale zorg wel tegen heel eigen obstakels aan - en dat brengt unieke inzichten bij over een mogelijke aanpak. Typisch voor de Belgische gezondheidszorg is de vrijheid die het systeem biedt, maar de keerzijde daarvan is versnippering. In België kun je dus goed bekijken hoe je met die versnippering omgaat. De partner in Slovenië is een groot eerstelijnscentrum. Zij mikken vooral op een grotere betrokkenheid van hun patiënten. Ze willen mensen ertoe brengen zelf meer initiatief te nemen in hun zorg. Een derde, internationale partner is Cambodja "waar sowieso goede zorg toegankelijk maken het grote probleem is, en waar je eigenlijk de hele bevolking als kwetsbaar kunt beschouwen", aldus Van Olmen. Danhieux is net terug van een werkbezoek aan Cambodja: "Zaken die je als vanzelfsprekend ziet ga je plots heel anders bekijken. De confrontatie dwingt je om met een andere bril op het eigen systeem opnieuw te analyseren."