Met hun onderzoek naar de professionele identiteitsontwikkeling van huisartsen (in spe) onderscheiden Anne-Sophie Vandenecker en Eline Daelemans zich van de meer klinische onderwerpen in deze lichting van geselecteerde masterproeven. "Maar daarom is het niet minder interessant of leerzaam", glimlachen de (ondertussen afgestudeerde) huisartsen. Eline startte na haar afstuderen een eigen huisartsenpraktijk in haar geboortedorp Lievegem, Oost-Vlaanderen, Anne-Sophie sloot aan bij een groepspraktijk in Horebeke.

Dokter Daelemans: "Identiteiten zijn uiterst belangrijk, ze geven betekenis aan ons leven. Naar analogie met de vorming van de persoonlijke identiteit, wordt verondersteld dat elk individu doorheen de loopbaan een professionele identiteit ontwikkelt. Deze identiteit bepaalt hoe we onszelf zien als professional, beïnvloedt ons gedrag op professioneel vlak en vormt de hoeksteen van onze professionaliteit."

Identiteiten zijn uiterst belangrijk, ze geven betekenis aan ons leven

"In de geneeskunde", haakt haar collega-huisarts Anne-Sophie Vandenecker in, "stimuleert een sterke professionele identiteit onder andere het vertrouwen van de patiënt, het bevordert de vorming van goede samenwerkingsverbanden en het vergroot het persoonlijk welbevinden in het beroep. Omgekeerd kan onprofessioneel gedrag onder andere leiden tot een slecht leer- en werkklimaat, het niet naleven van richtlijnen, het mislukken van samenwerkingsverbanden en het maken van medische fouten."

Stages als voorbeeld

Aan de hand van kwalitatief onderzoek op basis van interviews bij al actieve huisartsen en huisartsen in spe, gingen de Oost-Vlaamse huisartsen na hoe die professionele identiteit wordt gevormd. "Onderzoek naar de aard en de evolutie van professionele identiteitsvorming is de voorbije decennia sterk in opmars", kadert Eline Daelemans de wetenschappelijke relevantie van hun thesisonderwerp. "Tot op heden werd de professionele identiteit bij huisartsen echter nog niet onderzocht. Je kan je bijgevolg afvragen of er naast een 'artsenidentiteit' ook zoiets bestaat als een 'huisartsenidentiteit'. En zo ja, welke factoren een cruciale rol spelen in de ontwikkeling hiervan."

Anne-Sophie Vandenecker: "Uit de interviews werd eerst en vooral duidelijk dat de ontwikkeling van de professionele identiteit van een huisarts een proces is, dat spontaan evolueert. Het start van zodra je als student begint aan de opleiding geneeskunde en loopt verder gedurende je carrière. Het 'resultaat' van dit proces is dat je denkt, voelt en je gedraagt als een huisarts."

Wat beïnvloedt de ontwikkeling van de huisartsenidentiteit? Een belangrijke rol blijkt weggelegd voor mentoren, rolmodellen en stages

"Tijdens de opleiding beïnvloeden persoons- en opleidingsgebonden factoren, naast personen uit de omgeving zoals peers en familie het identiteitsproces in belangrijke mate. Eens men aan de slag is als huisarts neemt volgens de geïnterviewde huisartsen dan weer het belang toe van maatschappelijke factoren zoals het gezondheidszorgsysteem en werkgerelateerde factoren", vervolgt dr. Vandenecker.

"Uit de gesprekken blijkt echter dat de belangrijkste rol is weggelegd voor mentoren, rolmodellen en stages. De stages zijn een gelegenheid om je als toekomstig huisarts een beeld te vormen van wat de discipline in werkelijkheid inhoudt. Het is dus van groot belang om een universitaire leeromgeving te creëren die een positief beeld ophangt van de eerstelijnsgeneeskunde. Stagementoren fungeren als voorbeeld voor menig student. Volgens de geïnterviewde huisartsen zouden universiteiten de unieke positie van deze stagementoren meer moeten benadrukken."

Hoofdvak

Het onderzoek naar de professionele (huis)artsenidentiteit is hiermee zeker niet afgerond, stellen Anne-Sophie Vandenecker en Eline Daelemans. Verder onderzoek is nodig opdat onderwijs hieromtrent zo goed mogelijk kan geïmplementeerd worden in de opleiding geneeskunde. Op die manier zouden studenten beter weten wat de keuze voor huisartsgeneeskunde inhoudt, en zelfzekerder in het beroep staan wanneer ze afstuderen.

Anne-Sophie Vandenecker: "Een suggestie uit de literatuur is bijvoorbeeld om professionele identiteitsvorming als een hoofdvak te onderrichten, opdat studenten sneller een dergelijke identiteit kunnen ontwikkelen en zo 'matuurder' aan de vervolgopleidingen kunnen beginnen."

"Reflectieopdrachten rond klinische en persoonlijke ervaringen, alsook het vroegtijdig invoeren van stages met bijzondere aandacht voor zelfstandig werken, zijn nog enkele andere suggesties", vult Eline Daelemans nog aan.

Promotor: Peter Pype (UGent).

Masterproef in het kort

  • Waarom is jullie masterproef belangrijk?

Professionele identiteitsontwikkeling is noodzakelijk om geneeskunde correct te kunnen beoefenen en om het welzijn van zowel patiënten als artsen te garanderen. Door beter inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de professionele identiteit en welke factoren hierop een invloed kunnen hebben zou het onderwijs in professioneel gedrag en professionaliteit geoptimaliseerd kunnen worden.

  • Wat is er nieuw aan jullie werk?

Omtrent de verschillende fases die geneeskundestudenten doorlopen doorheen de ontwikkeling van de professionele identiteit bestaat reeds enige literatuur. Als er gekeken wordt naar de verdere ontwikkeling tot huisarts, valt het op dat er relatief weinig gekend is over dit onderwerp.

  • Waarom is het belangrijk dat andere (huis)artsen leren over jullie onderzoek?

Tijdens de opleiding beïnvloeden persoons- en opleidingsgebonden factoren, naast personen uit de omgeving zoals peers en familie dit proces in belangrijke mate. De belangrijkste rol blijkt echter weggelegd te zijn voor mentoren, rolmodellen en stages. Mentoren en rolmodellen geven theoretische kennis en vaardigheden door, maar ook patronen en professioneel gedrag. De stages bieden de mogelijkheid om een correct beeld te vormen van wat de discipline inhoudt in realiteit. Het is dan ook belangrijk dat artsen zich bewust zijn van de voorbeeldfunctie die zij verzorgen.

RV
© RV

Met hun onderzoek naar de professionele identiteitsontwikkeling van huisartsen (in spe) onderscheiden Anne-Sophie Vandenecker en Eline Daelemans zich van de meer klinische onderwerpen in deze lichting van geselecteerde masterproeven. "Maar daarom is het niet minder interessant of leerzaam", glimlachen de (ondertussen afgestudeerde) huisartsen. Eline startte na haar afstuderen een eigen huisartsenpraktijk in haar geboortedorp Lievegem, Oost-Vlaanderen, Anne-Sophie sloot aan bij een groepspraktijk in Horebeke. Dokter Daelemans: "Identiteiten zijn uiterst belangrijk, ze geven betekenis aan ons leven. Naar analogie met de vorming van de persoonlijke identiteit, wordt verondersteld dat elk individu doorheen de loopbaan een professionele identiteit ontwikkelt. Deze identiteit bepaalt hoe we onszelf zien als professional, beïnvloedt ons gedrag op professioneel vlak en vormt de hoeksteen van onze professionaliteit." "In de geneeskunde", haakt haar collega-huisarts Anne-Sophie Vandenecker in, "stimuleert een sterke professionele identiteit onder andere het vertrouwen van de patiënt, het bevordert de vorming van goede samenwerkingsverbanden en het vergroot het persoonlijk welbevinden in het beroep. Omgekeerd kan onprofessioneel gedrag onder andere leiden tot een slecht leer- en werkklimaat, het niet naleven van richtlijnen, het mislukken van samenwerkingsverbanden en het maken van medische fouten." Aan de hand van kwalitatief onderzoek op basis van interviews bij al actieve huisartsen en huisartsen in spe, gingen de Oost-Vlaamse huisartsen na hoe die professionele identiteit wordt gevormd. "Onderzoek naar de aard en de evolutie van professionele identiteitsvorming is de voorbije decennia sterk in opmars", kadert Eline Daelemans de wetenschappelijke relevantie van hun thesisonderwerp. "Tot op heden werd de professionele identiteit bij huisartsen echter nog niet onderzocht. Je kan je bijgevolg afvragen of er naast een 'artsenidentiteit' ook zoiets bestaat als een 'huisartsenidentiteit'. En zo ja, welke factoren een cruciale rol spelen in de ontwikkeling hiervan." Anne-Sophie Vandenecker: "Uit de interviews werd eerst en vooral duidelijk dat de ontwikkeling van de professionele identiteit van een huisarts een proces is, dat spontaan evolueert. Het start van zodra je als student begint aan de opleiding geneeskunde en loopt verder gedurende je carrière. Het 'resultaat' van dit proces is dat je denkt, voelt en je gedraagt als een huisarts.""Tijdens de opleiding beïnvloeden persoons- en opleidingsgebonden factoren, naast personen uit de omgeving zoals peers en familie het identiteitsproces in belangrijke mate. Eens men aan de slag is als huisarts neemt volgens de geïnterviewde huisartsen dan weer het belang toe van maatschappelijke factoren zoals het gezondheidszorgsysteem en werkgerelateerde factoren", vervolgt dr. Vandenecker. "Uit de gesprekken blijkt echter dat de belangrijkste rol is weggelegd voor mentoren, rolmodellen en stages. De stages zijn een gelegenheid om je als toekomstig huisarts een beeld te vormen van wat de discipline in werkelijkheid inhoudt. Het is dus van groot belang om een universitaire leeromgeving te creëren die een positief beeld ophangt van de eerstelijnsgeneeskunde. Stagementoren fungeren als voorbeeld voor menig student. Volgens de geïnterviewde huisartsen zouden universiteiten de unieke positie van deze stagementoren meer moeten benadrukken." Het onderzoek naar de professionele (huis)artsenidentiteit is hiermee zeker niet afgerond, stellen Anne-Sophie Vandenecker en Eline Daelemans. Verder onderzoek is nodig opdat onderwijs hieromtrent zo goed mogelijk kan geïmplementeerd worden in de opleiding geneeskunde. Op die manier zouden studenten beter weten wat de keuze voor huisartsgeneeskunde inhoudt, en zelfzekerder in het beroep staan wanneer ze afstuderen. Anne-Sophie Vandenecker: "Een suggestie uit de literatuur is bijvoorbeeld om professionele identiteitsvorming als een hoofdvak te onderrichten, opdat studenten sneller een dergelijke identiteit kunnen ontwikkelen en zo 'matuurder' aan de vervolgopleidingen kunnen beginnen." "Reflectieopdrachten rond klinische en persoonlijke ervaringen, alsook het vroegtijdig invoeren van stages met bijzondere aandacht voor zelfstandig werken, zijn nog enkele andere suggesties", vult Eline Daelemans nog aan. Promotor: Peter Pype (UGent).