Agressie ondervinden, slachtoffer of getuige zijn van een medisch incident en zoveel andere oorzaken leiden tot trauma's op de schouders van het merendeel van de artsen. Hoe kunnen professionals hier het best mee omgaan en waarom is het belangrijk om hierover met collega's te praten? In een webinar van Arts in Nood ging kinderpsychiater dr. Annik Lampo hierover in gesprek met klinisch psycholoog Sarah Bal.
...
Volgens kinderpsychiater Lampo hoeft een trauma niet altijd uit een directe negatieve ervaring voort te komen. "Ook het getuige zijn van agressie kan impact hebben op een zorgverlener, bijvoorbeeld een ouder die zich tijdens een spreekuur agressief tegenover zijn kind gedraagt of een slachtoffer die een traumatische ervaring deelt. De gebeurtenissen hoeven niet altijd levensbedreigend te zijn, maar kunnen wel een intens gevoel van machteloosheid opwekken wat leidt tot een trauma." Lampo stelt dat reacties op traumatische gebeurtenissen kunnen verschillen van persoon tot persoon. "Er is een zekere laag van subjectiviteit. Je kan als het ware niet een checklist invullen om te bepalen of iemand een trauma heeft. De verwerking van een negatieve gebeurtenis moet zich dus richten op wat voor de persoon het heftigste element uit de situatie is." Klinisch psycholoog Bal vult haar collega aan: "Er zijn mensen die goed door een heftig trauma heenkomen, terwijl anderen helemaal vastlopen. Daar komt dan nog bij dat collega's en werkgevers zich vaak terughoudend opstellen en de persoon die in een verwerkingsproces zit gaan omzeilen. Ze willen hem of haar niet kwetsen of een trigger geven, terwijl het juist enorm belangrijk is om de gebeurtenis te bespreken en te kijken hoe de persoon het best ondersteund kan worden in de verwerking. Helaas heerst er op de werkvloer nog altijd een stigma rondom het bespreken van trauma." Maar hoe kan je als zorgprofessional het best omgaan met een mogelijk traumatische situatie, zoals een agressief persoon of een serieus beledigende opmerking? Bal maakt een onderscheid tussen agressief en grensoverschrijdend gedrag. "Bij agressief gedrag kan iemand bijvoorbeeld gaan roepen of een denigrerende opmerking maken. Terwijl bij grensoverschrijdend gedrag iemand fysiek wordt of een bedreiging hiertoe uit. Het is gericht op de zorgverlener en is bedoeld om iets te bereiken en niet enkel het uiten van frustraties." Bal geeft het advies om mildere vormen van agressie, zoals een denigrerende opmerking over een collega, een eerste keer te negeren. "Door geen reactie te geven zal de persoon beseffen dat die mogelijk een fout heeft gemaakt. Dat gebeurt helaas niet altijd. In dat geval moet je iemand tot de orde roepen en grenzen stellen. Als ook dat niet werkt moet je de patiënt de keuze geven om het gesprek te stoppen en op een andere dag te hervatten, of om een korte pauze te nemen en later verder te gaan. Maar als werkelijk niks werkt poog je de patiënt naar buiten te geleiden en maak je later de afweging of de behandeling verdergezet kan worden. Het is hierbij belangrijk dat je altijd advies vraagt aan collega's of anoniem contact opneemt met, bijvoorbeeld, Arts in Nood, zodat je de afweging niet alleen hoeft te maken." Bal: "Fysieke agressie is een no-go. Dan heb je bijstand nodig van de beveiliging of politie. Dat heeft een grote impact op een zorgverlener en blijft lang aan iemand plakken. Praat dus altijd met iemand over je ervaringen. En daar ligt ook een stuk verantwoordelijkheid van de werkgever, die zich betrokken moet voelen bij de verwerking van het trauma." Bal zegt dat het in een situatie met een agressief persoon prioriteit heeft om de emotionele lading zo snel mogelijk te laten zakken. "Dat kan het best door iemand erkenning te geven: 'ik zie dat de situatie moeilijk voor u is, wat kan ik doen om het voor u te verbeteren?'. Je geeft de persoon geen gelijk, maar laat blijken dat je zijn frustraties erkent en een oplossing wil zoeken. Het is daarbij belangrijk dat je de leiding neemt in de situatie en duidelijke afspraken maakt hoe verder te gaan." Lampo is het daarmee eens: "Eerst erken je de emotionele lading. Die moet naar beneden voordat je rationeel met iemand kan praten. Je geeft vervolgens duidelijk de grenzen van het gesprek aan en wat je van iemand verwacht om met de behandeling verder te kunnen gaan. Als het gesprek goed verloopt, dan heb je het ter plekke voor jezelf afgerond en behoud je controle over je eigen emoties. Maar blijf ondanks de goede afsluiting altijd met collega's en je werkgever praten over je ervaringen. We komen met ons werk in aanraking met hevige emoties, en ook als zorgprofessional moeten we die verwerken. Het uitwisselen van ervaringen is belangrijk voor de verwerking van potentieel traumatische ervaringen."