...

Vijf jaar geleden was Hanna Stelmakh endocrien chirurg in Kiev. "Mijn specialisatie is halschirurgie, ik behandelde onder meer schildkliercarcinomen die sterk in aantal toenamen na de kernramp in Tsjernobyl." Ze heeft 20 jaar ervaring als chirurg op de teller - 30 in de ziekenhuiswereld -, maar hier in België wordt haar specialisatie niet erkend. "Naar de normen hier is mijn kennis van de algemene heelkunde niet voldoende." Het zorgt ervoor dat zij al vier jaar in een naar haar aanvoelen uitzichtloze situatie zit. Eerst was er de strijd voor de gelijkschakeling van haar specialisatie. Verloren. Nu wil ze, ondanks haar leeftijd - 53 - graag opnieuw specialiseren, maar een studietraject aanvatten blijkt allesbehalve een evidentie."We hadden contact met UAntwerpen, UGent, KU Leuven... Zij aanvaarden geen 'externe' studenten", vertelt haar Limburgse echtgenoot Giuseppe, die bij het interview aanwezig is. "Aan de VUB willen ze haar een kans geven. Hanna moet binnenkort een taalexamen afleggen, een gesprek met twee artsen-professoren van de VUB. Door de coronacrisis hebben de lessen Nederlands een hele tijd stilgelegen, haar niveau (van het Europees Referentiekader voor talen, nvdr) is nu B2. Maar om te starten is C1-niveau nodig. Draait dat gesprek positief uit, dan mag ze een stage van zes weken aanvatten waarna ze mag doorstromen naar een assistententraject interne geneeskunde. Voorwaarde is wel dat ze in tussentijd haar C1-diploma behaalt." "Ik kan niet genoeg benadrukken wat een enorme kans dit is voor Hanna", gaat haar echtgenoot Giuseppe verder. "We zijn de VUB, en in het bijzonder de twee dames die instaan voor de planning en coördinatie van de manama specialistische geneeskunde, dan ook bijzonder dankbaar dat zij dit hebben kunnen regelen. Nu hangt het van Hanna af." Ze is zenuwachtig, zegt Hanna. "Al vier jaar lang ben ik er elke dag mee bezig om terug als arts aan de slag te kunnen gaan. Nu hangt mijn toekomst precies af van één gesprek, er rust een grote druk op mijn schouders."Want ze wil het zo graag. "Mijn werk is mijn leven. Sinds ik zes jaar oud was, wist ik dat ik arts wilde worden. Ik startte als poetsvrouw in een ziekenhuis, dat gaat zo in Oekraïne als je medische studies wil aanvangen: je moet onderaan de ladder beginnen en je 'opwerken'. Ik studeerde door tot verpleegkundige, en uiteindelijk tot arts. Ik had drie jobs, om te kunnen rond- komen en mijn familie te onderhouden. Ik startte om vijf uur 's ochtends in het ziekenhuis. Nadien begon ik aan mijn shift in de privé. Als die erop zat, wachtte mijn job als gevangenisarts."Slapen deed ze gemiddeld drie uur per nacht. Haar netto-inkomen: 300 euro per maand. "Het was heel, heel hard werken en dat elke dag, meer dan 20 jaar lang. Maar ik voelde me nuttig, werd intellectueel gestimuleerd. Ik mis dat enorm." In België ondernam Hanna pogingen om elders - buiten de zorgsector - aan de slag te gaan, gewoon om een bezigheid te hebben in afwachting van een nieuwe ontwikkeling in haar queeste naar het arts-zijn. "Maar dat draaide telkens op niets uit", vertelt haar echtgenoot. "Ze kon zich maar moeilijk heen zetten over het feit dat ze in Oekraïne arts was, en nu werk van een heel andere intellectuele orde zou moeten doen. Hanna is erop gebrand arts te zijn. Wist je dat haar Oekraïense collega- artsen Hanna nog steeds bellen voor advies, zelfs tijdens een operatie?" Vandaag werkt Hanna op vrijwillige basis als coördinerend arts in een vaccinatiecentrum in Hasselt. "Daar zijn ze heel tevreden over mij", zegt Hanna. Maar - uiteraard - wil ze meer. Of liever: ze wil terug, terug naar het ziekenhuis. Dat is haar habitat, zegt Hanna."Maar omdat de weg daarnaartoe tot op heden al zo hobbelig is gebleken - bovendien zorgde corona voor heel wat vertraging -, probeerde ik de afgelopen periode ook al andere pistes. Gesprek-ken voor een job als arts bij Fedasil en CLB's leverden echter niets op. Ik bleek "overgekwalificeerd". Op den duur begon ik mijn kennis en ervaring zelfs af te zwakken: ja maar, ik heb slechts een masterdiploma, mijn specialisme wordt hier niet erkend. Dat is nu slechts één voorbeeld, maar zo heb ik al talloze gesprekken gevoerd - via telefoon, mail, Zoom... - die allemaal nergens toe leidden. Daar kruipt telkens energie in. En iedere keer opnieuw koester je hoop, om vervolgens teleurgesteld te worden. Dat doet iets met een mens." "Ik voel me schuldig", zucht Giuseppe. "Het is mijn schuld dat ze nu geen chirurg meer kan zijn." Hanna en Giuseppe leerden elkaar online kennen. Giuseppe: "Ik zei nog tegen haar: werk jij verder in Oekraïne, ik zal me hier in België ondertussen bezighouden met het in orde brengen van je diploma's en documenten. Maar ze wou absoluut al komen. Anders ben ik je kwijt, zei ze." "Ik ben wel serieus geschrokken van de mate van bureaucratie in ons land", zegt Giuseppe nog. "Nooit had ik verwacht dat het bij momenten zo'n administratief kluwen zou zijn! Ik deed ontelbare uren opzoekwerk achter de computer en spendeerde duizenden euro's aan vertalingen van officiële Oekraïense documenten. Ik ben zelfs beter op de hoogte van bepaalde procedures dan sommige artsen hier in Vlaanderen die ons willen helpen en advies geven (lacht)."Met de politieke situatie in Oekraïne heeft Hanne er heel wat kopzorgen bij, en dat is een understatement. "Haar zoon en schoondochter wonen in Kiev met hun twee kinderen", vertelt Giuseppe - Hanna is te aangeslagen. "Beiden zijn legerarts, en zijn zodoende verplicht om in Oekraïne te blijven. Ze stellen alles in het werk om gewonden te verzorgen, maar de situatie is heel erg: er is een tekort aan verzorgings- materiaal en medicatie, ziekenhuizen zijn gebombardeerd. Ze moeten tewerk gaan in schuilkelders." "Hanna heeft al dagen niet geslapen, ze is voortdurend in contact met haar land. Ze is sterk aan het overwegen om zelf te gaan helpen als chirurg. Maar ze beseft ook dat ze zo haar kans kan verliezen om bij de VUB haar stage en opleiding te beginnen. Een hart- verscheurende keuze."