"De uitdagingen zijn enorm, de keuzes moeilijk. En veranderen roept weerstand op, anders is het geen echte verandering. De pandemie heeft me wel geleerd dat de inzet en veerkracht van zorgverstrekkers immens is. Op die positieve ingesteldheid kunnen we bouwen."
...
Federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) lichtte voor een internationaal gezelschap van eerstelijnswerkers bij de opening van Wonca Europe in Brussel zijn beleid uitvoerig toe. Dat beleid ondersteunt en financiert duurzame hervormingen vanuit een gemeenschappelijke agenda en waardenkader, zei hij. De pandemie onderstreepte het belang van 'public health'. "Zorgsystemen kapseisden bijna. Tegelijk zorgde covid voor transformatie en innovatie. De focus lag op 'public health' en populatiemanagement met tracing, testing en vaccinatie. Digitalisering - telemonitoring en consultaties op afstand - versnelde en het traditionele financieringsmodel, de prestatiebetaling, faalde. Het bleek niet opgewassen tegen de nieuwe uitdagingen", aldus de minister. Vooral de eerste lijn stond onder druk: niet enkel de organisatie, ook de mensen en de interactie met het hele zorgsysteem. De pandemie benadrukte de kritieke rol van de eerste lijn. Voor tal van patiënten vormt ze vaak het eerste en enige aanspreekpunt. Vandenbroucke benadrukte het omvangrijke takenpakket van de huisartsen: behandelen van niet-gehospitaliseerde zwaar zieke covid-patiënten, van long covid, de continue zorg voor niet-covid-patiënten, participatie aan vaccinatieprogramma's, fungeren als vertrouwenspersoon voor ongeruste burgers,... Vandenbroucke haalde de PRICOV-19 studie aan. Die analyseerde het gedrag van huisartsen in 38 landen tijdens covid. Hoe pasten ze zich aan om veilige, effectieve, tijdige, persoonsgerichte en billijke zorg te verstrekken? "De schaalgrootte en het internationale design van de studie laten toe om lessen te trekken. De conclusies liggen in lijn met een eerder rapport van het 'European Observatory on Health Systems and Policies'. Dat onderscheidde vijf sleutelstrategieën: politiek leiderschap; een stabiele basis met extra investeringen; een goede HR-politiek ter ondersteuning en mobilisatie van zorgverstrekkers; een versterking van 'public health'-interventies; en een transformatie van systemen. Dat laatste impliceert bijvoorbeeld de invoering van nieuwe zorgpaden, innovatie en een versterkte eerste lijn." Alle westerse zorgsystemen staan voor dezelfde uitdagingen: vergrijzing van de bevolking en de zorgverleners, toename van het aantal chronische aandoeningen, enz. "Er is", aldus de minister, "een paradigmashift nodig van een ziekte- naar een 'goal-'georiënteerde zorg. Het proces moet zich richten op de realisatie van de levensdoelen van de patiënt en op populatiemanagement. Geïntegreerde zorg vormt daarvoor de basis." Vandenbroucke benadrukte dat dit investeringen vergt en klopte zich met de Belgische groeinorm van 2,5% op de borst. "Toch blijven politieke keuzes nodig. Het regeerakkoord voorziet dat ook. Niet enkel om aan nieuwe zorgvragen te voldoen, ook om hervormingen te triggeren." Een andere mindset is nodig met een shift van de korte termijn en een silomentaliteit naar gezondheidsdoelstellingen gebaseerd op de quintuple aim van de WHO. Vandenbroucke: "België is een complex en veelgelaagd land. Geïntegreerde zorg is echter essentieel en vergt samenwerking met de regio's en entiteiten. Tegen juni 2024 moet dat resulteren in een interfederaal plan. Daarin vijf thema's. Wat verstaan we onder 'coördinatie van zorg' en 'case-management'? Wat bedoelen we met interdisciplinair werken? Hoe organiseert België geïntegreerde zorg op mesoniveau? Op welke manier faciliteert digitalisering dat? En hoe zorgt de financiering voor ondersteuning en facilitering?" Integratie vergt versterkte relaties op vele niveaus: tussen individuele en gemeenschapszorg, tussen gezondheidszorg en sociale zorg, tussen somatische en mentale zorg, tussen patiënten en zorgprofessionals, enz. Vandenbroucke verwees ter illustratie naar zijn stokpaardje: de hervormingen in de geestelijke gezondheidszorg en de integratie van eerstelijnspsychologen. "Dat impliceert ook versterkingen voor de huisarts die zich tijdens een consultatie bijvoorbeeld kan laten bijstaan door een psycholoog." Een massieve investering in eerstelijns geestelijke gezondheidszorg volstaat niet. Het vraagt ook een echte culturele revolutie in de manier waarop we zorg organiseren, zei hij. Uitvoerig stond Vandenbroucke ook stil bij de 'New Deal' in de huisartsgeneeskunde (AK 2746). Duurzame huisartsgeneeskunde vereist volgens hem een multifactoriële aanpak. "Meer huisartsen zijn nodig maar ook een andere taakverdeling en -delegatie, een andere praktijkorganisatie en manier van (inter- en intradisciplinair) samenwerken, ondersteuning, enz. En de administratieve last moet naar beneden." De zorg beter organiseren laat toe meer patiënten te verzorgen en meer patiënten beter te verzorgen. Want ook preventie en empowerment zijn belangrijk. Het organisatiemodel en de financiering zijn uiteraard onderling verweven en streven een juiste balans na tussen belonen van beschikbaarheid enerzijds en een snelle respons op de patiënt anderzijds. Ook moet er een goed evenwicht zijn tussen preventie, opvolging van bestaande en van urgente problemen. Zorgcontinuïteit én een therapeutische vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt zijn belangrijk. Evenals de juiste prikkels om over- en onderconsumptie te voorkomen. En het model moet multidisciplinair samenwerken en populatiemanagement promoten. Vele uitdagingen dus.