Nieuwe wind bij Renault

Een lang verhaal kort. Tot 2018 was Renault het grootste Franse automerk ter wereld en het op één na best verkochte merk in Europa. Met een marktaandeel van 23,8 procent was Renault marktleider in het segment van de elektrische wagens. De daaropvolgende jaren ging het bergaf met als dieptepunt het annus horribilis 2022. Voor topman Luca de Meo een zware opdoffer. Van de 57-jarige ervaren en bekwame manager - sinds medio 2019 aan het roer van Renault - wordt verwacht dat hij de rendabiliteit naar een hoger niveau tilt en werk maakt van nieuwe e-modellen waarmee Renault de handschoen kan opnemen tegen de Aziatische volumemerken. Die bereiden een invasie van de Europese markt voor met goed uitgeruste en goedkopere kleine en grote e-mobielen. Uitgerekend Renault heeft een voortrekkersrol gespeeld op het gebied van elektrische aandrijving maar werd daar niet voor beloond. De tijd was nog niet rijp.Wij zijn intussen enkele jaren verder en de stroomversnelling is ingezet. Met de Mégane E-Tech Electric en Kangoo E-Tech Electric heeft Renault een paar ijzers in het vuur, maar te weinig om een dam te kunnen opwerpen tegen de tsunami van Chinese e-modellen. Het goede nieuws is dat Renault op het voorbije autosalon van Brussel twee concept cars toonde die een voorafbeelding zijn van toekomstige e-modellen, en tegelijk een knipoog inhielden naar de immens populaire R5 en R4 uit een ver verleden.Luca de Meo heeft dus wel degelijk voor een nieuwe wind gezorgd bij Renault. De bedrijfsresultaten zijn bovendien beter dan verwacht - ondanks corona, het chiptekort en de oorlog in Oekraïne. In tegenstelling tot zijn voorganger focust de Meo meer op opbrengst dan op omzet. Daartoe heeft hij de catalogusprijzen verhoogd en komaf gemaakt met de kortingen: Renault maakt met minder auto's meer winst. Goed nieuws van een andere orde is dat Renault dit en volgend jaar enkele nieuwe modellen op de markt brengt die ertoe doen. Te beginnen met de Austral die de Kadjar vervangt en de nieuwe Espace die een complete stijlbreuk vormt met het futuristische verschijningsbeeld van de vorige generaties. De eerste Espace maakte zijn debuut in 1984 en zette met zijn futuristische vormgeving de Europese autowereld op zijn kop. De zogenaamde Multi Purpose Vehicle (MPV) of monovolume bood plaats aan zeven inzittenden en combineerde innovatief design met luxe en een zee van ruimte binnenin. De Espace groeide uit tot dé ideale reiswagen voor het grote en/of sportieve gezin.Zoals er in een mensenleven een tijd van komen en gaan is, geldt dat ook voor de Espace. De nieuwste generatie is veranderd van een monovolume in een full size SUV mét hybride aandrijving. Daardoor verliest de nieuwkomer aan authenticiteit en karakter maar wint die allicht aan aanhang bij een grotere groep van mensen. Met een lengte van 4,72 meter is de nieuwkomer 14 cm korter dan zijn voorganger, desondanks biedt hij binnenin nog meer ruimte. De derde zetelrij is standaard en is uitgerust met een 'easy access'-functie die de toegankelijkheid ten goede komt. De nieuwkomer wordt aangedreven door een 1.2 l. driecilinder turbobenzinemotor (130 pk) en twee elektromotoren. Het normverbruik varieert van 4,6 tot 4,9 l/100 km wat resulteert in een theoretische actieradius van 1.100 km. Renault wijst erop dat de Espace steeds in elektrische modus vertrekt en automatisch energie recupereert bij het vertragen en remmen. Op die manier rijdt hij in een stedelijke omgeving driekwart van de tijd zuiver elektrisch en stoot hij 35 procent minder schadelijke CO2 uit. Om de wendbaarheid van de Espace te vergroten is die leverbaar met vierwielsturing, een systeem dat de draaicirkel verkleint van 11,6 tot 10,4 meter. De nieuwkomer is uitgerust met de nieuwste rijhulp- en infotainmentsystemen, binnenin maakt Renault gebruik van hoogwaardige en duurzame materialen. Dat de Espace niet leverbaar is als plug-in hybride bevestigt het vermoeden dat de voorgangers van Luca de Meo niet of alleszins te laat hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van een technologie die terecht als een overgangsoplossing wordt gezien en vanaf 1 juli 2023 zijn reden van bestaan verliest. Plug-in hybrides zijn in het leven geroepen om de technologische achterstand op het gebied van elektrische aandrijving van de Duitse constructeurs tegenover Tesla en de alliantie Renault/Nissan te maskeren. Door ook plug-in hybrides van fiscale aftrekken te laten genieten, heeft dé politiek de Duitse constructeurs een helpende hand gereikt. Nu die fiscale aftrekken wegvallen, vallen ook de maskers weg en blijkt dat het zogenaamd milieuvriendelijk karakter van PHEV's een leugen om bestwil was.