...
Bijna de helft van de volwassenen in België weegt te veel en 16% is zwaarlijvig. In Wallonië (respectievelijk 52% en 18%) en met name Henegouwen (respectievelijk 58% en meer dan 24%) zijn de cijfers nog slechter. Die cijfers alleen al wettigden een update van de richtlijnen van de BASO (Belgian Association for the Study of Obesity). De vorige consensus dateerde immers van 2010."In tien jaar tijd is er veel veranderd, zegt prof. Jean-Paul Thissen (endocrinoloog, UCL), die de nieuwe versie in goede banen heeft geleid samen met prof. Bart Van der Schueren (KUL). In de Verenigde Staten, West-Europa en zelfs de ontwikkelingslanden is de prevalentie van overgewicht en obesitas gestegen, ook in specifieke groepen zoals kinderen en adolescenten, zwangere vrouwen en vrouwen van vruchtbare leeftijd." "We weten dat obesitas verschillende aandoeningen in de hand kan werken, zoals diabetes mellitus, hart- en vaataandoeningen, slaapapneu. Andere complicaties zijn onvruchtbaarheid, hartfalen en bepaalde kankers. Tien jaar geleden wisten de patiënten niet dat obesitas bepaalde kankers in de hand werkt." De nieuwe consensus beschrijft de aanwinsten in onze kennis van de regeling van het eetgedrag. "Lange tijd hebben we gedacht dat enkel de hypothalamus het eetgedrag regelt. Nu weten we dat nog andere hersenzones meespelen en meer bepaald de zones die de emoties regelen. De rol van psychologische en genetische factoren bij de pathogenese van obesitas wordt almaar duidelijker", legt de endocrinoloog uit. "Ons genetisch patrimonium kunnen we nog niet veranderen, maar bij de behandeling moeten we er wel rekening mee houden. Feit is dat niet iedereen gelijk is wat overgewicht betreft. Bij de pathogenese van obesitas spelen elementen mee waar je helemaal geen vat op hebt en die je dus niet kunt toeschrijven aan onvoldoende wilskracht. Zoals alle complexe ziekten is obesitas een polygene aandoening. We erven een min of meer grote vaatbaarheid, die tot uiting zal komen volgens de omgeving waarin we leven." De behandeling moet altijd multidisciplinair zijn. Therapeutische nieuwigheden in de consensus 2020 zijn liraglutide en de combinatie naltrexon/bupropion (goedgekeurd sinds februari). Het aantal mensen dat in België bariatrische chirurgie krijgt, stijgt explosief. "Dat baart de overheden zorgen gezien de daaruit voortvloeiende kosten: ongeveer 15.000 patiënten per jaar. België voert dus verhoudingsgewijs het grootste aantal operaties uit. Je kan daar veel over zeggen. Beslissen we niet te snel tot chirurgie? Het probleem is vooral de selectie en de follow-up van de patiënten en de terugbetaling van alles wat daarbij komt kijken (dieet, psycholoog, enzovoort). Bariatrische chirurgie werd lange tijd als in opzet curatief beschouwd, maar helaas is het vaak maar een etappe in een continu therapeutisch beleid. We zien immers almaar meer patiënten die weer aankomen in gewicht", zegt prof. Thissen."In de vorige versie hadden we al voorstellen geformuleerd voor de voorbereiding en de follow-up van bariatrische chirurgie. Het is daarbij niet alleen nodig om voedingstekorten en een stijging van het gewicht te voorkomen, maar ook om de behandeling van diabetes, hypertensie en slaapapneu aan te passen. Een groot probleem is dat we die patiënten meestal niet meer terugzien." De consensus beschrijft mogelijke pistes voor een optimale follow-up van de comorbiditeit en het gewicht. Suggesties worden gedaan voor de preventie van gastro-intestinale en psychosociale problemen en het vrijwaren van het welzijn (voeding, lichaamsbeweging). De gids van de BASO stelt duidelijk dat er geen mirakeldieet bestaat om te vermageren. "Je mag niet te restrictief zijn, want op lange termijn zal het gewicht vaak weer meer stijgen als je een (te) streng dieet volgt. Obesitas is een chronische ziekte. We spreken daarom niet meer van dieet, maar van reorganisatie van de voeding, een optimale voeding. Op middellange termijn moet worden gestreefd naar iets wat doeltreffend is en wat de patiënt in de tijd kan volhouden", benadrukt Jean-Paul Thissen. "Als je jezelf tot doel stelt een ideaal gewicht te verkrijgen en te handhaven, zal dat nagenoeg altijd met een sisser aflopen. De huidige doelstelling is een vermagering met 10%. En soms wordt zelfs een zwakkere doelstelling nagestreefd: voorkomen dat het gewicht opnieuw gaat stijgen en vooral de complicaties van overgewicht behandelen. De doelstelling wordt vastgelegd volgens de situatie." De behandelingen zijn vrij ontgoochelend. De nadruk moet dus worden gelegd op preventie. Daarom bevat de consensus 2020 een hoofdstuk dat specifiek daaraan gewijd is. "Zo zien we bijvoorbeeld dat vrouwen die veel aankomen tijdens de zwangerschap, ook als ze dat gewicht daarna weer verliezen, zwaarlijvig dreigen te worden op lange termijn. Dat is een observatie. Het onderliggende mechanisme kennen we nog niet. Als je vermagert, zal het lichaam er alles aan doen om weer naar het oorspronkelijke gewicht te evolueren. Daarom is het zo moeilijk om te vermageren op lange termijn", zegt hij. De consensus benadrukt tot slot dat de huisarts een zeer belangrijke rol speelt. De huisarts moet de patiënten bewustmaken van het probleem, evalueren en behandelen. "De huisarts moet weten wat hem te doen staat en wanneer verwijzen nodig is. Studies tonen aan dat patiënten gemakkelijker de koe bij de hoorns zullen vatten als je ze aanspreekt over hun probleem van overgewicht. De huisarts staat werkelijk centraal bij de preventie", concludeert prof. Thissen. //belgium.easo.org www.obesityacademy.be