...

Een curatieve behandeling is er nog niet voor MS en patiënten kampen decennialang met deze ziekte.In onze streken wordt de prevalentie geschat op één per 1.000 personen. "Maatschappelijk is MS dus een belangrijk probleem," zegt prof. Guy Nagels, MS-neuroloog van het UZ Brussel. Afhankelijk van het klinische verloop onderscheidt men drie vormen: 1) Bij 85% van de patiënten begint de ziekte als relapsing-remitting MS. Plotse opflakkeringen treden op, meestal met volledige recuperatie zonder blijvende invaliditeit. 2) Veel patiënten evolueren naar de secundair progressieve vorm. Progressie betekent hier een verergering van de toestand, die niet gerelateerd is aan een opflakkering. De invaliditeit stijgt langzaam. 3) Bij patiënten met de primair progressieve vorm is er progressie vanaf het begin, zonder opflakkeringen.MS is een auto-immuunziekte van het centrale zenuwstelsel, die inflammatie veroorzaakt, demyelinisatie van de zenuwvezels en neurodegeneratie. "Vandaag gaan we ervan uit", duidt prof. Nagels, "dat nieuwe wittestofletsels wijzen op inflammatie, maar dat hersenatrofie eerder te maken heeft met neurodegeneratie." Met een 15-tal beschikbare geneesmiddelen is het aanbod aan disease-modifying medicatie aanzienlijk toegenomen en beschikt de MS-neuroloog over ruime flexibiliteit voor een individuele aanpak voor elke patiënt, zowel naar werkzaamheid, veiligheidsprofiel als toedieningsvorm. De meeste middelen richten zich op de inflammatie. Neurodegeneratie lijkt moeilijker te bereiken als doel, alhoewel sommige middelen een effect tonen op de hersenatrofie. In de klinische praktijk is er nog geen erkend middel gericht op remyelinisatie. "Voor relapsing-remitting MS in eerste lijn betekent vooral de evolutie van de injecteerbare naar de orale vormen een stap vooruit voor de patiënt. Voor de tweede lijn hebben we steeds meer krachtige middelen, die ook wel meer bijwerkingen hebben. Sinds enkele jaren is er ook disease-modifying medicatie voor patiënten met primair progressieve MS. Deze medicatie is niet altijd effectief, maar komt zeker in aanmerking als patiënten een verergering ondervinden. Ook voor secundair progressieve MS zijn er nu goedgekeurde middelen, maar dit heeft meer te maken met het feit dat men de klassieke indeling van MS verlaten heeft en medicatie aanbiedt voor 'relapsing MS'. Deze keuzemogelijkheden bieden ruimte voor het NEDA-concept (No Evidence of Disease Activity). NEDA gaat verder dan het verminderen van de opflakkeringen bij relapsing-remitting MS, maar streeft naar afwezigheid van ziekteactiviteit, of met andere woorden stabilisatie. NEDA-3 staat voor afwezigheid van opflakkeringen, en geen toename van de invaliditeit (geen progressie) in combinatie met de afwezigheid van nieuwe MR-letsels. NEDA-4 streeft bovendien naar afwezigheid van abnormale atrofie (meer dan 0,3 tot 0,4% per jaar)."Naast de geregistreerde geneesmiddelen, de lopende fase III-studies en de groeiende aandacht voor real-world evidence, worden ook interessante onderzoeken opgezet zonder medicatie, zoals het onderzoek van collega prof. Van Schependom naar neurostimulatie om remyelinisatie binnen MS te bevorderen," vult prof. Nagels aan. Hij wijst er ook op dat de organisatie van de MS-zorg evolueert naar multidisciplinaire samenwerking. Multidisciplinaire raadplegingen geven de mogelijkheid om een beroep te doen op de MS-verpleegkundige, revalidatiearts, kinesitherapeut en psycholoog. Voor cognitieve problemen is er tegenwoordig meer aandacht. "Het gebeurt dat patiënten 's ochtends goed functioneren op het werk, maar in de namiddag fouten beginnen maken," aldus prof. Nagels. "Dit is een soort cognitieve vermoeibaarheid." De behandeling van vermoeidheid en depressiviteit is belangrijk, maar niet eenvoudig (bijv. optimaliseren van de onderhoudsbehandeling, hertrainen of compenserende strategieën aanleren). Gelijktijdig evolueert ook de symptomatische behandeling, met de zogenaamde functional enhancers. Fampridine is bijvoorbeeld een middel dat soms helpt om de stapfunctie te verbeteren. Ook kan medicinale cannabis voorgeschreven worden, maar dan specifiek aan patiënten met invaliderende spasticiteit die onvoldoende reageert op klassieke middelen.Tegenwoordig zijn er veel mogelijkheden om patiënten met MS te helpen. Als de ziekteactiviteit niet goed onder controle lijkt of als de patiënt de medicatie niet goed verdraagt, is een verwijzing naar de MS-neuroloog zeker een geldige optie. Onvoldoende effectiviteit en intolerantie kunnen redenen zijn om de medicatie te switchen.