Nieuwe 'transparantiecodes' moeten duidelijk maken waarvoor een bijkomend honorarium wordt aangerekend.
...
De vierde categorie transparantiecodes wordt gebruikt voor specifieke materialen of omstandigheden (zoals een steriele omgeving voor bepaalde ingrepen), die niet in het honorarium vervat zitten. "Stel dat je met een kind naar de huisarts of de NKO-arts gaat omdat het een neusbloeding heeft", verduidelijkt Stan Politis. "Toen de nomenclatuur werd vastgelegd, werd een neusbloeding gestelpt door watten in de neus te duwen. De materiaalkost daarvan is verwaarloosbaar. Vandaag gebruikt de arts een verfijnd hulpmiddel dat de neus vrijlaat en voor de patiënt veel aangenamer is - maar dat kost wel bijna 70 euro. Via een bijkomend honorarium kan de arts die kost doorrekenen." Op basis van de transparantiecodes kan de NCAZ flankerende maatregelen voorstellen om bepaalde elementen buiten het verbod te houden - zoals voornoemde materiaalkost. Maar daarvoor zijn nog wel enkele hordes te nemen. "De softwareontwikkelaars die de digitale facturatie mogelijk maken, moeten daarvoor de nodige velden voorzien. Dat kunnen wij als artsen niet afdwingen", zegt Politis. "We vragen daarom dat het RIZIV druk zet zodat ze de transparantiecodes integreren in de softwarepakketten. Verder willen we van het RIZIV ook duidelijke instructies over hoe de codes toegepast moeten worden, zodat alle artsen ze op dezelfde manier invullen." Politis waarschuwt nog voor de gevolgen als het verbod op supplementen wordt doorgeduwd zonder dergelijke flankerende maatregelen. "Het risico bestaat dat zorgverleners in regio's met veel VT-patiënten bepaalde verstrekkingen niet meer zullen aanbieden, of die regio zullen verlaten." "Het ereloon voor een wondhechting bijvoorbeeld is hetzelfde in een ambulante praktijk en in een ziekenhuis. Het verschil is dat een huisarts zelf het materiaal en eventueel het loon van een verpleegkundige die assisteert moet betalen, terwijl er binnen een ziekenhuis prestaties zijn die een forfait genereren of waarvoor het ziekenhuis een aparte vergoeding krijgt voor infrastructuur, materiaal, personeel." "Indien de ambulante arts geen supplementen meer mag aanrekenen, zal het gevolg zijn dat hij de patiënt zal doorsturen naar de dienst spoedgevallen - waar eenzelfde ingreep meer kost aan de volksgezondheid. We hebben bovendien nu al handen te kort in onze ziekenhuizen." "Als een verbod op ereloonsupplementen leidt tot een shift van ambulant naar het ziekenhuis, voor prestaties die absoluut niet in het ziekenhuis hoeven te gebeuren, dan denken we niet dat het een goede beleidsmaatregel is", besluit Politis.