...

Sinds 1994 bedraagt het wettelijk toegelaten bloedalcoholgehalte (bloedalcoholconcentratie, BAC) voor bestuurders in België 0,5 g/l. In 2015 werd de limiet voor beroepschauffeurs zoals bus- en vrachtwagenbestuurders verlaagd tot 0,2 g/l. Vorig jaar werden twee wetsvoorstellen ingediend in de Kamer van Volksvertegenwoordigers om die limiet aan te scherpen. Het eerste voorstel wou de limiet van 0,2 g/l doortrekken naar alle bestuurders, het tweede wou ze invoeren voor beginnende bestuurders die minder dan 2 jaar hun rijbewijs hebben. Vias institute onderzocht* wat de impact van deze wetsvoorstellen zou zijn op het aantal verkeersongevallen met doden en gewonden. De onderzoekers werkten drie scenario's uit, gebaseerd op de mate waarin bestuurders hun gedrag aanpassen aan de nieuwe norm.Het scenario 'Beperkt Effect' gaat ervan uit dat het nieuwe beleid enkel een gerichte impact zal hebben op chauffeurs in de categorie BAC lager dan 0,5 g/l. Het scenario 'Uitgebreid Effect' gaat ervan uit dat ook bestuurders in BAC-categorie 0,5 g/l ? BAC < 0,8 g/l hun gedrag aanpassen. Het scenario 'Sterk Uitgebreid Effect' breidt dat nog uit met bestuurders in de BAC-categorie 0,8 g/l ? BAC <1,2 g/l. In geen van de scenario's werd ervan uitgegaan dat chauffeurs die rijden met een BAC ? 1,2 g/l hun gedrag zouden veranderen. De simulaties tonen een gunstig effect op het aantal ongevallen in de drie onderzochte scenario's. Bij een algemene verlaging van de wettelijke alcohollimiet zouden er jaarlijks 10 tot 17 doden, 8 tot 20 minder zwaargewonden en 135 tot 315 lichtgewonden minder te betreuren zijn. Een nullimiet voor beginnende chauffeurs geeft jaarlijks een daling met 2 tot 4 doden, 8 tot 16 zwaargewonden en 135 tot 262 lichtgewonden. Vias onderzocht ook de argumenten pro en contra een veralgemeende nultolerantie voor alcohol in het verkeer. De boodschap zou in elk geval duidelijk maken dat rijden en drinken niet samengaan. Er zou meteen ook een einde komen aan gespeculeer of je na één of twee pintjes of glazen wijn nog veilig kan rijden. De maatregel zou volgens een Europese enquête ook breed gedragen zijn: 67% van de Belgische bevolking geeft aan voorstander te zijn van een dergelijk beleid voor alle chauffeurs. Er zijn ook tegenargumenten. Het potentiële effect op het aantal verkeersslachtoffers is bescheiden, zeker als de impact zich zou beperken tot de doelgroep van chauffeurs die zich aan de nu geldende limiet van 0,5 g/l houden. Vias wijst erop dat het BAC-niveau van bestuurders die bij een auto-ongeval betrokken zijn en gedronken bleken te hebben, in 2018 gemiddeld maar liefst 1,6 g/l bedroeg. Om het aantal verkeersslachtoffers te reduceren zijn chauffeurs met een BAC-niveau onder de 0,5 g/l daarom niet de belangrijkste doelgroep. Een nullimiet zal ook weinig effect hebben als de pakkans onvoldoende hoog is. Een lagere limiet heeft met andere woorden maar zin als de capaciteit om te testen en te vervolgen verhoogd wordt. Een lagere BAC-limiet alleen voor beginnende bestuurders bestaat al in 17 Europese landen, maar zou in België een beperkt effect hebben op de volksgezondheid. Vias wijst er ook op dat er geen wetenschappelijke consensus bestaat of jonge chauffeurs meer risico hebben op een alcoholgerelateerd ongeval. Het grotere risico voor jonge chauffeurs zou ook te maken kunnen hebben met een algemeen risicogedrag dan met het drinken van alcohol. Rijden en drinken komen in België vaker voor dan in andere landen. In de 'E-Survey of Road Users' Attitudes' (ESRA2) uit 2018, rapporteerde een derde van de autobestuurders in België (33,1%) de voorbije 30 dagen minstens één keer te hebben gereden na het gebruik van alcohol. Alleen in Portugal en Zwitserland lag dat percentage hoger. Het gemiddelde in de 20 onderzochte Europese landen bedroeg 20,6%. Een op vier van de Belgische autobestuurders verklaarde de voorbije maand gereden te hebben met een BAC-niveau dat waarschijnlijk boven de wettelijke limiet lag. Daarmee staat ons land op de eerste plaats. Op 14 juli heeft de Kamercommissie beide wetsvoorstellen verworpen.