...

Aan het woord is minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) op de persconferentie van het Riziv en de FOD Volksgezondheid. Vandenbroucke benadrukte dat het welzijn van artsen - en van zorgverleners in het algemeen - een belangrijk agendapunt is tijdens deze legislatuur. "Dankzij covid weten we dat het grootste kapitaal van de gezondheidszorg de zorgprofessionals zijn", aldus Vandenbroucke. "Tegelijk leerde de pandemie dat er grenzen zijn aan de veerkracht van de zorgverleners. Er is dringend nood aan verhoogde aandacht voor het mentaal welzijn en psychologische ondersteuning," dixit de minister. Die stelling staafde hij onder meer door te verwijzen naar de resultaten van de ZorgSamen barometer. Een 'positieve vibe' is dan weer dat covid de zichtbaarheid van de zorgsector verhoogt. "Dat moeten we vasthouden en verder versterken", vindt Vandenbroucke. "Onder meer kunnen we het psychische aanbod voor de actoren in de eerste lijn, waaronder de huisartsen, verbeteren." Volgens de minister is de eerste lijn overbelast en heeft ze nood aan extra capaciteit. "Daarom wordt via een Riziv-conventie 112,5 miljoen vrijgemaakt. Daarmee kan binnen de multidisciplinaire samenwerking laagdrempelige, directe toegang tot psychische zorg en ondersteuning aangeboden worden in de eerste lijn." Voor de duur van een jaar voorziet de regering overigens ook in specifieke maatregelen voor zelfstandigen met psychologische problemen. Onder meer kunnen ze beroep doen op maximaal acht gratis sessies psychologische zorg bij een erkend klinisch psycholoog/orthopedagoog. Het Riziv trekt hiervoor 55,495 miljoen uit. "Op langere termijn moeten we vanzelfsprekend weg van de loutere prestatie- financiering en de solopraktijken. Ze leggen een immense druk op de individuele arts", dixit de minister. Daarom onderzoekt men meer gemengde financieringsmodellen - met aandacht voor samenwerking, overleg, zorgcontinuïteit en beschikbaarheid. Vandenbroucke verwees in dat verband ook naar huisartsenwachtposten, de evolutie naar (multidisciplinaire) groepspraktijken, ondersteunende technologie en zo meer. De doelstelling van een coherent beleid is de Quadruple Aim. In de context van het welzijn van de zorgverstrekkers is punt vier belangrijk: 'de garantie dat professionals in de gezondheidszorg hun werk goed en duurzaam kunnen verrichten'. Frank Vandenbroucke: "Artsen die zich goed voelen kunnen patiënten en burgers kwaliteitsvolle zorg verstrekken. Uiteraard kan het niet door de beugel dat de meerwaarde die de arts creëert voor de individuele patiënt ten koste zou gaan van zijn eigen levenskwaliteit." Hij zei tot slot bijzonder verheugd te zijn dat D4D en Arts in Nood "de broodnodige zuurstof geven aan onze zorgverleners" en juichte toe dat beide organisaties werken aan een meetinstrument om periodiek de graad van 'wellbeing' van artsen in kaart te brengen. "Best practices uit het buitenland kunnen hiervoor een inspiratiebron vormen. 'Awareness', informatie en bewustmaking moeten ondersteund worden en structureel en duurzaam ingebed in het gezondheidsbeleid," besloot Frank Vandenbroucke.