Tijdens de grootscheepse oefening Green Light 24 oefent de Medische Component van Defensie procedures in om gewonde militairen aan het front te verzorgen. Ook Defensie kampt met een tekort aan artsen.
Medische hulp aan en achter het front bestaat uit verschillende stappen, legt kolonel Pierre Rennotte uit. Op de plaats waar hij gewond raakt, krijgt een militair de eerste zorgen. Daarna wordt hij geëvacueerd naar een 'Role 1', een hulppost waar een spoedarts hem opvangt.
Vervolgens gaat het naar een 'Role 2 Forward' mobiel veldhospitaal. Dat is opgebouwd uit vier modules - eigenlijk grote tenten - met elk een eigen functie: triage, stabiliseren, eerste chirurgische hulp, en postoperatieve hulp. Een Role 2 Forward met al het bijhorende materiaal past in twee containers en kan in twee uur opgebouwd worden. Vandaar worden gewonden getransporteerd naar een groter hospitaal, de 'Role 2 Basic'.
Modulair hospitaal
In de standaardconfiguratie bestaat een 'Role 2 Basic' hospitaal uit zeven modules: spoedeisende hulp, chirurgische hulp, postoperatieve hulp, wachtzone, gespecialiseerde diagnose, medische bevoorrading en een stafcomparti- ment. Het kan nog uitgebreid worden met modules voor onder meer beeldvorming, labo, apotheek, sterilisatie, tandzorg, preventie...
In Leopoldsburg staat een uitgebreide configuratie opgesteld met in totaal 16 modules rond een centrale gang. Een module waar lucht- en waterkwaliteit onderzocht worden en waar getest kan worden op de aanwezigheid van pathogenen staat een eindje verder, om contaminatie te voorkomen.
Op het dak van de tenten ontbreekt het rode kruis dat je op een hospitaal verwacht. "Dat kunnen we er wel degelijk opleggen", zegt een militair. "Maar dat hangt van de situatie op het terrein af. In Oekraïne worden hospitalen opzettelijk onder vuur genomen, om te voorkomen dat wie er behandeld wordt weer aan het front ingezet kan worden. De Conventie van Genève is daar een vodje papier."
Artsentekort
Uit Green Light 24 trekt de Medische Component waardevolle lessen om haar paraatheid in geval van oorlog te verbeteren. Maar de grootste uitdaging waar Defensie voor staat, is een tekort aan artsen, zegt kolonel dokter An Van Rompay, medisch adviseur van de Chef Defensie.
Defensie rekruteert zelf artsen die dan de civiele universitaire opleiding volgen, maar heeft moeite om hen aan boord te houden. "Een deel van het probleem is dat er in vredestijd binnen Defensie te weinig pathologie is om de skills van onze artsen op peil te houden. Ze moeten daarom een deel van hun activiteiten in burgerziekenhuizen uitoefenen, wat met twee werkgevers organisatorisch niet altijd makkelijk is", zegt Van Rompay.
"De opleiding tot arts wordt ook steeds langer. In vredestijd zijn we gebonden aan de wetgeving en mogen we artsen pas inzetten eenmaal ze hun diploma en erkenning als specialist hebben. In Oekraïne is daar geen tijd voor: daar is de opleiding voor nieuwe artsen uit noodzaak ingekort."
Damage control
Van Rompay kaart ook de hyperspecialisatie in de geneeskunde aan - dit jaar nog werd de bijzondere beroepstitel heelkunde opgesplitst in cardiale, thoracale, vasculaire en viscerale heelkunde. Shrapnelwonden houden helaas geen rekening met die opdeling: artsen aan het front moeten alles kunnen. "Als onze militairen ingezet worden in operaties waarbij veel gewonden vallen - of als er in België zelf slachtoffers vallen, wat in de huidige geopolitieke context niet ondenkbaar is - dan heb je de principes van damage control surgery nodig, maar die worden in de opleiding heelkunde niet meer aangeleerd."
"De bevoegdheidsverdeling in België speelt ons ook parten, niet alleen voor gezondheidszorg maar ook voor onderwijs", vervolgt Van Rompay. "Acute geneeskunde bijvoorbeeld is in Vlaanderen een postgraduaat, in Wallonië een master-na-master. Dat maakt die opleiding voor onze Vlaamse studenten minder aantrekkelijk, omdat ze minder prestige heeft. En laat ons nu net dat specialisme nodig hebben."
Defensie ziet wel een toename van het aantal artsen die als reservist in dienst komen, of als zelfstandige helpen bij rekrutering en selectie. "Het is fijn dat collega's beseffen dat onze veiligheid geen evidentie meer is, en hun steentje willen bijdragen. Zij inspireren andere collega's om dat ook te doen. Er zijn nu een vijftigtal arts-reservisten, maar het zouden er meer dan honderd moeten zijn."
"Ik besef dat het voor ziekenhuizen niet eenvoudig is als ze een arts enkele weken of maanden per jaar moeten missen. Maar om ons voor te bereiden zullen we steeds meer met civiele instanties moeten samenwerken. In Oekraïne spreekt men van een 'Joint Medical Space'. Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog", besluit Van Rompay.
>> Artsen en tandartsen die meer informatie wensen, kunnen mailen naar COMOPSMED-AMO@mil.be
Medische hulp aan en achter het front bestaat uit verschillende stappen, legt kolonel Pierre Rennotte uit. Op de plaats waar hij gewond raakt, krijgt een militair de eerste zorgen. Daarna wordt hij geëvacueerd naar een 'Role 1', een hulppost waar een spoedarts hem opvangt. Vervolgens gaat het naar een 'Role 2 Forward' mobiel veldhospitaal. Dat is opgebouwd uit vier modules - eigenlijk grote tenten - met elk een eigen functie: triage, stabiliseren, eerste chirurgische hulp, en postoperatieve hulp. Een Role 2 Forward met al het bijhorende materiaal past in twee containers en kan in twee uur opgebouwd worden. Vandaar worden gewonden getransporteerd naar een groter hospitaal, de 'Role 2 Basic'.In de standaardconfiguratie bestaat een 'Role 2 Basic' hospitaal uit zeven modules: spoedeisende hulp, chirurgische hulp, postoperatieve hulp, wachtzone, gespecialiseerde diagnose, medische bevoorrading en een stafcomparti- ment. Het kan nog uitgebreid worden met modules voor onder meer beeldvorming, labo, apotheek, sterilisatie, tandzorg, preventie...In Leopoldsburg staat een uitgebreide configuratie opgesteld met in totaal 16 modules rond een centrale gang. Een module waar lucht- en waterkwaliteit onderzocht worden en waar getest kan worden op de aanwezigheid van pathogenen staat een eindje verder, om contaminatie te voorkomen. Op het dak van de tenten ontbreekt het rode kruis dat je op een hospitaal verwacht. "Dat kunnen we er wel degelijk opleggen", zegt een militair. "Maar dat hangt van de situatie op het terrein af. In Oekraïne worden hospitalen opzettelijk onder vuur genomen, om te voorkomen dat wie er behandeld wordt weer aan het front ingezet kan worden. De Conventie van Genève is daar een vodje papier." Uit Green Light 24 trekt de Medische Component waardevolle lessen om haar paraatheid in geval van oorlog te verbeteren. Maar de grootste uitdaging waar Defensie voor staat, is een tekort aan artsen, zegt kolonel dokter An Van Rompay, medisch adviseur van de Chef Defensie. Defensie rekruteert zelf artsen die dan de civiele universitaire opleiding volgen, maar heeft moeite om hen aan boord te houden. "Een deel van het probleem is dat er in vredestijd binnen Defensie te weinig pathologie is om de skills van onze artsen op peil te houden. Ze moeten daarom een deel van hun activiteiten in burgerziekenhuizen uitoefenen, wat met twee werkgevers organisatorisch niet altijd makkelijk is", zegt Van Rompay."De opleiding tot arts wordt ook steeds langer. In vredestijd zijn we gebonden aan de wetgeving en mogen we artsen pas inzetten eenmaal ze hun diploma en erkenning als specialist hebben. In Oekraïne is daar geen tijd voor: daar is de opleiding voor nieuwe artsen uit noodzaak ingekort." Van Rompay kaart ook de hyperspecialisatie in de geneeskunde aan - dit jaar nog werd de bijzondere beroepstitel heelkunde opgesplitst in cardiale, thoracale, vasculaire en viscerale heelkunde. Shrapnelwonden houden helaas geen rekening met die opdeling: artsen aan het front moeten alles kunnen. "Als onze militairen ingezet worden in operaties waarbij veel gewonden vallen - of als er in België zelf slachtoffers vallen, wat in de huidige geopolitieke context niet ondenkbaar is - dan heb je de principes van damage control surgery nodig, maar die worden in de opleiding heelkunde niet meer aangeleerd." "De bevoegdheidsverdeling in België speelt ons ook parten, niet alleen voor gezondheidszorg maar ook voor onderwijs", vervolgt Van Rompay. "Acute geneeskunde bijvoorbeeld is in Vlaanderen een postgraduaat, in Wallonië een master-na-master. Dat maakt die opleiding voor onze Vlaamse studenten minder aantrekkelijk, omdat ze minder prestige heeft. En laat ons nu net dat specialisme nodig hebben." Defensie ziet wel een toename van het aantal artsen die als reservist in dienst komen, of als zelfstandige helpen bij rekrutering en selectie. "Het is fijn dat collega's beseffen dat onze veiligheid geen evidentie meer is, en hun steentje willen bijdragen. Zij inspireren andere collega's om dat ook te doen. Er zijn nu een vijftigtal arts-reservisten, maar het zouden er meer dan honderd moeten zijn.""Ik besef dat het voor ziekenhuizen niet eenvoudig is als ze een arts enkele weken of maanden per jaar moeten missen. Maar om ons voor te bereiden zullen we steeds meer met civiele instanties moeten samenwerken. In Oekraïne spreekt men van een 'Joint Medical Space'. Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog", besluit Van Rompay.