Het is geleden van 1997 dat er minder nieuwe auto's in ons land werden ingeschrevendan in 2020. Wat 2021 brengt, durft niemand te voorspellen en hangt ervan af hoe snel we corona onder controle krijgen én hoe goed de economie zich herstelt.
...
Vandaag, donderdag 14 januari 2021, zou het 99ste Autosalon van Brussel van start zijn gegaan. Zou, want corona heeft daar anders over beslist. Net zoals het verrekte virus ervoor gezorgd heeft dat de autoverkoop in ons land met een vijfde is teruggelopen. In Italië bedroeg de terugloop 28%, in het VK 29% en in Spanje 32%. Zelfs wanneer we corona snel onder controle krijgen en de economie zich goed herstelt, zullen we de komende jaren nooit meer het recordcijfers van 2019 halen.Corona heeft de wereld veranderd: telewerken wordt het nieuwe normaal voor 30 à 35 procent van ons. Een aantal gezinnen met tweeverdieners moet daardoor niet langer over twee auto's beschikken, bedrijven zullen hun wagenparken afslanken en experimenteren met nieuwe, meer flexibele huur- en autodeelformules. Minder auto's is zinvol: 96 procent van de tijd staan die immers gewoon stil, thuis, op het werk of in de file. Helemaal uit het straatbeeld verdwijnen zullen ze niet: mobiliteit maakt een wezenlijk deel uit van wie wij zijn en hoe wij als mens en maatschappij functioneren.Voor corona leefden we in de waan dat the sky the limit was. Door covid-19 hebben we ondervonden hoe kwetsbaar wij zijn, als individu en als samenleving. De autosector heeft ervaren dat de markt zeer sterk wordt beïnvloed door het consumentenvertrouwen en dat de productie extreem afhankelijk is van een goed geoliede bevoorrading. De onderdelen komen echt uit alle uithoeken van de wereld en bij de kleinste hapering in de aanvoer komt de band tot stilstand.De transitie van verbrandingsmotoren naar elektrische aandrijving is het voorbije jaar in een sterke stroomversnelling terecht gekomen, voor het eerst werden in ons land meer geëlektrificeerde auto's dan diesels verkocht. Terzelfdertijd stellen we vast dat de forse terugloop van de dieselverkoop is gestopt. De dieselhetze lijkt voorbij: wie zich nu een diesel koopt, wordt niet langer met de vinger gewezen. De nieuwe generatie diesels heeft een grote stap vooruit gezet op het vlak van de reductie van roetuitstoot en uitstoot van NOx. Voor wie dagelijks veel en lang met de auto onderweg is, blijft een diesel een gerechtvaardigde en logische keuze zowel vanuit economisch als ecologisch oogpunt.Wij zien ook dat de constructeurs hun gamma aan het uitzuiveren zijn. Modellen met een ongunstige CO2-coëfficiënt worden sans pardon afgevoerd, daaronder ook vele kleine wagens met verouderde motoren. Alle merken streven naar een zo laag mogelijke CO2-uitstoot voor het geheel van hun vloot om te voorkomen dat zij boetes moeten betalen voor het overschrijden van de Europese CO2-norm van 95 g/km. Dat verklaart waarom de verkoop van plug-in hybrids in ons land jaar na jaar verdubbelt, een marktaandeel van 20 procent is een haalbaar objectief voor 2021.Zo'n hoog percentage is vooralsnog onbereikbaar voor full electric cars. In 2020 bedroeg dat net geen 3 procent, ondanks een bijna verdubbeling van de verkoop tegenover 2019. Dat heeft te maken met de prijs, autonomie, laadtijd en beperkt aantal laadpalen. Wat betreft de laadinfrastructuur behoort België bij de slechte leerlingen van de klas.Door de terugloop van de autoverkoop zal de kaalslag onder de dealers zich onverminderd doorzetten. De schaalvergroting is een fenomeen dat zich in onze buurlanden al eerder heeft voltrokken. Aan de ene kant heeft de nieuwe generatie auto's minder onderhoud nodig maar aan de andere kant vereist dat onderhoud gespecialiseerde mecaniciens en dure apparatuur. Wat hoge investeringen met zich brengt. We zien ook dat het aankoopgedrag van de klanten compleet is veranderd. Wie zinnens is een nieuwe auto te kopen, informeert zich eerst via het internet over wat er op de markt te koop is en gaat vervolgens bij een dealer langs voor het ondertekenen van de bestelbon. Het showroomgebeuren heeft daardoor een totaal andere dimensie gekregen. Dit jaar fusioneren het Franse PSA (Peugeot-Citroën-DS-Opel) en de Italiaans-Amerikaanse autogroep FCA (Fiat Chrysler Automobiles). Om in een geglobaliseerde wereld actief en concurrentieel te kunnen zijn, moet je als constructeur een minimum schaalgrootte bezitten.Vanuit dit oogpunt is de alliantie tussen PSA en FCA een goede zaak, Stellantis wordt de nummer vier onder de grote autoconstructeurs. Bedoeling van de nieuwe autogroep is om voet aan de grond te krijgen op de niet-Europese markten én de opmars van de Zuid-Koreaanse en Chinese merken in Europa af te remmen. Om de beloften tegenover de aandeelhouders te kunnen inlossen, zullen ingrijpende herstructureringen nodig zijn, met banenverlies tot gevolg. Waarnemers sluiten niet uit dat één of meerdere van de 14 merken van Stellantis zullen verdwijnen of omgebouwd tot een nichemerk.Als 2020 ons één zaak heeft geleerd dan deze: er bestaan geen zekerheden meer. Wij moeten ons voorbereiden op een wereld die er helemaal anders zal uitzien, eentje met minder auto's, minder modellen en minder merken.