...

Al is Koen De Cauter geen man van veel woorden, toch is Flarden een sprekend boek. Hopelijk stoort het Gentse en andere dialect dat er in sloop u niet. Het hoort bij deze man van het volk, die net als een van zijn grote voorbeelden Wannes van de Velde, ware volksmuziek maakt in alle betekenissen van het woord.In Flarden blikt hij op zijn 69e terug op een leven vol muziek. De eerste 70 pagina's gaan over zijn jeugd met aparte hoofdstukken over taal, religie, zijn ouders met vader Emiel, zelf ook muzikant, en zijn geliefde Latem.Als kind kreeg hij de liefde voor klassieke muziek mee en later volgde een voorliefde voor klassieke jazz. School was niet zijn ding, behalve toen hij in de Scola Cantorum mocht meezingen in de Mattheüspassie. Toen hij er 'buitenvloog', was dat eigenlijk een zegen. Zo kon hij zich volledig wijden aan zijn muziek.Als 14-jarige begint Koen De Cauter klarinet te spelen, later volgen ook gitaar en saxofoon. Grappige anekdote: Iemand vraagt zijn moeder 'Hoe gaat het met uw zoon?' Moeder: 'Hij wil muzikant worden.' 'Tiens? 't ls pertang genen dommerik', antwoordt de andere.Inmiddels weet die 'gene dommerik' heel fraai en poëtisch te omschrijven wat muziek maken is. "Stilte willen vangen tussen ontelbare vormen, de stilte schaak willen zetten." Hij heeft niet als oogmerk vernieuwende muziek te maken want voor hem is het een "uitdrukkingsmiddel van menselijke stemmingen: joie de vivre, spijt, blijdschap, medeleven, opstandigheid, woede, vergiffenis, en zo verder en geen staalkaart van 'kunnen' op zich".In al zijn puurheid houdt hij duidelijk niet van puristen die niet snappen dat de populaire Louis Armstrong ook een fantastisch muzikant is. Net zoals nog steeds al te weinig mensen beseffen wat een geniaal artiest Wannes van de Velde is. Met hem deelt De Cauter een passie voor flamenco die hijzelf doorgaf aan een van zijn zonen Myrddin.Het hoofdstuk Zigeuners, Flamenco en Argentijnse volksmuziek vertelt over de talloze muziekgenres die hij leerde spelen. Met zijn Waso Quartet brengt hij vanaf midden jaren 1970 zijn visie op jazz.Het boek vertelt evenveel over de muzikant als over de mens Koen De Cauter, met apart hoofdstukken over de liefde en natuurlijk zijn kinderen. Zowel zijn drie zonen Dajo, Waso, Myrddin als zijn dochter Vigdis traden in de voetsporen van hun vader. Ze treden heel vaak ook samen op al dan niet onder een bewonderd oog en oor van vader Koen.Om af te sluiten plukken we nog onderstaande omschrijving door de maestro zelf uit het boek waarin hij raak weet over te brengen wat voor muziek hij wil maken: "Ik wil mijn muziek gelijk die opgesloten duif, moe en gebroken, die wanhopig bleef fladderen naar het licht achter 't venster, die opflakkerde in plotse koortsige vlagen van hoop, en dan viel met gesloten ogen."