...

Het rapport heet 'Adding salt to the wound' - antiterrorismebeleid voegt zout toe in de wonden van de reeds moeilijke en gevaarlijke job om medische zorg te verlenen in conflictgebieden, klinkt het. Artsen Zonder Grenzen interviewde frontliniewerkers en 'key informants' over hun werk werk in landen als Afghanistan, Irak en Nigeria. Drie landen waar de terrorismedreiging zeer groot is en waar AZG actief is. Het resultaat is een kritisch document over de moeilijkheden die AZG-medewerkers ervaren om zieken en gewonden te helpen in conflictgebieden, door antiterrorismebeleid en -maatregelen. Op basis van de interviews (26) doen de auteurs een aantal vaststellingen. Antiterrorismeoperaties verhinderen AZG-medewerkers om 'onpartijdige' zorg te verlenen. In de interviews getuigen AZG-medewerkers over geweld en intimidatie omdat ze patiënten behandelen die als terroristen beschouwd worden. Gaande van beschuldigingen dat ze terroristen steunen, tot beledigingen en slagen. Het gebeurt ook dat gewapende soldaten faciliteiten van AZG binnenvallen en fysiek en verbaal agressief zijn tegen AZG-gezondheidswerkers terwijl ze patiënten aan het behandelen zijn. Voor de AZG-medewerkers komt dat geweld nog eens bij de persoonlijke impact die ze ondervinden van antiterrorismeoorlogen. Sommige AZG-medewerkers zagen hun huizen vernietigd, of familieleden gedood. "Voor frontliniewerkers wordt het steeds moeilijker om het onderscheid te maken tussen de tactiek van zogenaamde terroristen en antiterroristen." Geweld tijdens antiterrorismeoperaties raakt iedereen - mannen, vrouwen en kinderen. (Zogenaamde) terroristen maar ook gewone burgers, AZG-medewerkers en hun families. Maar patiënten worden vaak verhinderd om AZG-gezondheidsfaciliteiten te bezoeken, ook familieleden van AZG-medewerkers. Patiënten die als terrorist beschouwd worden, wordt zorg ontzegd. Doordat ngo's zoals AZG restricties opgelegd krijgen waar ze mogen werken, worden zij door deze gewapende milities soms gezien als partners van de regering. Het gebeurt vaak dat AZG-medewerkers moeten onderhandelen om toegang te krijgen tot bepaalde (afgegrensde) gebieden en slachtoffers van geweld. Maar dat wordt vaak verboden door regeringen. Daardoor bereiken de medische projecten van AZG niet per se wie het meest in nood is, maar wie AZG het best kan bereiken volgens een 'acceptabel' risico. Uit angst voor repercussies, zoals uit het land gezet worden, moeten frontliniemedewerkers van AZG het in conflictgebieden vaak nalaten om publiekelijk op te komen voor hun patiënten. Zoals een interviewee het in het rapport verwoordt: "Als mens zou je zonder twijfel je stem laten horen als je iemand ziet gedrenkt in bloed, of als een moeder voor je ogen haar baby verliest. Maar als AZG-medewerker zwijg je." Met groepen (verdacht van terrorisme) spreken is verboden, met hen proberen te spreken of er zelfs nog maar over spreken zou alle operaties in het gedrang brengen, klinkt het. Door uitleg te geven over de humanitaire principes, zoals medische onpartijdigheid, kunnen AZG-medewerkers alsnog tolerantie en acceptatie bekomen bij de verschillende betrokken partijen in een oorlog. "Werken in oorlogsgebieden is op consistente en betrokken wijze aantonen dat we onpartijdig zijn. Mensen respecteren humanitair recht niet zo maar, ze weten niet wat medische ethiek is. Je moet tonen wat AZG doet, hoe we patiënten behandelen en levens redden." De auteurs besluiten het rapport dat "het absoluut noodzakelijk [is] dat landen dringende maatregelen nemen om frontliniewerkers en hun medische activiteiten te beschermen. Medische humanitaire hulp in conflictgebieden moet gevrijwaard worden van aanvallen van regimes en militaire tactieken als gevolg van de War on Terror. Frontliniewerken moeten kunnen werken volgens medische ethiek, niet volgens wie beschouwd wordt als crimineel, terrorist, soldaat of politicus. Onze teams moeten patiënten kunnen behandelen op basis van noden alleen, zonder angst voor repercussies. Onze gezondheidsfaciliteiten moeten gespaard worden van eender welke militaire of veiligheidsoperatie. Onze medewerkers moeten hun job kunnen uitoefenen zonder beschuldigd te worden van het steunen van terrorisme."