...
Een die-hard-optimist zou bijna gaan stellen dat we met deze pandemie geluk hebben. Het reproductiegetal, bijvoorbeeld, had hoger kunnen zijn. En stel dat we te maken krijgen met een virus dat vooral ziektesymptomen veroorzaakt bij kinderen, die door hun levenswijze elkaar veel gemakkelijker besmetten dan volwassenen. En vooral: we mogen blij zijn dat het vaccin er zo snel gekomen is. Een volgende pandemische ziekteverwekker zal misschien niet zo mals zijn, vrezen Dennis Burton en Eric Topol. Waarom is het zo snel gegaan met het vaccin tegen covid-19? De auteurs in Nature schrijven de hoge werkzaamheid ervan toe aan neutraliserende antilichamen - wat impliciet betekent dat ze een secundaire rol voorbehouden aan de T-celimmuniteit. Nu zijn antilichamen neutraliserend als ze de aanhechting van het virus op de membraan van de gastheercel voorkómen, en zo de invasie belemmeren. Het aanhechten gebeurt bij het SARS-CoV-2 via het spike-eiwit. Dat eiwit is een brede, gemakkelijk toegankelijke ankerplek. Daarom is het relatief eenvoudig om door vaccinatie neutraliserende antilichamen op te wekken. Burton en Topol noemen het SARS-CoV-2 een ' evasion-light' virus. Dat betekent dat het virus niet gewapend is met allerlei trucjes om de immuunrespons, en in het bijzonder de neutraliserende antilichamen, om de tuin te leiden. Het SARS-CoV-2 springt immers over van persoon A naar persoon B nog vóór persoon A zijn immuunrespons op gang heeft gebracht - en vaak vóór er symptomen ontstaan. Het hoeft dus niet tegen het immuunsysteem te vechten om zich te verspreiden. En zich verspreiden (om te overleven), dát is wat een virus wil.Een heel andere situatie is die van het hiv. Dat virus krijgt vaak ruimschoots af te rekenen met het immuunsysteem van de gastheer vóór het op iemand anders overgaat. Daarom heeft het verschillende mechanismen ontwikkeld om de immuunrespons af te weren, incluis het snel ontwikkelen van varianten. Het is 'evasion-strong'. Bij één geïnfecteerde persoon kan men 100.000 verschillende stammen van het hiv aantreffen, die allemaal besmettelijk zijn.Het immuunsysteem heeft daarop ook wel een antwoord gevonden. Het beschikt over de mogelijkheid om, tegen het hiv of tegen andere ziekteverwekkers, breed neutraliserende antilichamen te ontwikkelen. Dat zijn antilichamen die neutraliserend optreden ten opzichte van een breed spectrum van stammen van eenzelfde virus. Men heeft dit soort antilichamen de facto aangetroffen bij hiv- patiënten. Breed neutraliserende antilichamen moeten we aanwenden, benadrukken Burton en Topol. Bijvoorbeeld, om antilichaampreparaten te maken die ziekte kunnen behandelen, en bovendien transmissie afblokken, zodat een volgende pandemiedreiging in de kiem kan worden gesmoord. Maar vooral, ze moeten dienen als gietvorm om vaccins te ontwikkelen die breed neutraliserende antilichamen opwekken. Snel zal dat niet gaan. De piste wordt bewandeld, maar volgens beide Amerikanen is het mogelijk nog tien jaar wachten op een hiv-vaccin. Hier en daar stelt iemand dat de hiv- infectie een pandemie heeft veroorzaakt, maar de cijfers daarrond zijn niet vergelijkbaar met wat we vandaag zien met het coronavirus, of zouden kunnen zien met andere virussen. Anders ligt het met het influenzavirus. Sommige experts beschouwen dit als de grootste dreiging voor een volgende pandemie. Het influenzavirus heeft daarvoor een aantal troeven in handen: het is een respiratoir virus, dat gemakkelijk wordt overgedragen en een dierlijk reservoir heeft.Vandaar dat pogingen om een universeel vaccin te ontwikkelen zich vooral toespitsen op het influenzavirus. Wegens de hoge genetische variabiliteit van het virus lopen we met een vaccin dat jaar na jaar aangepast wordt, altijd wat achter de feiten aan.Een beetje zoals het SARS-CoV-2 heeft het influenzavirus stekels. Breed neutraliserende antilichamen zijn bij personen aangetroffen tegen hemagglutinine, het eiwit dat één van de stekeltypes van het influenzavirus vormgeeft. De ontwikkeling van een vaccin dat de aanmaak van breed neutraliserende antilichamen opwekt tegen een vrij stabiel deel van hemagglutinine is aan de gang. Misschien is het ontwikkelen van echt universeel vaccin te hoog gegrepen, maar de aanmaak van een breed beschermend vaccin per subtype van het influenzavirus lijkt een realistische doelstelling. Hier en daar komen bemoedigende resultaten uit de bus. Een zeer breed werkend vaccin tegen het respiratoir syncytieel virus (RSV) heeft het stadium van de fase 3-studie bereikt. Men vaccineert hiermee zwangere vrouwen om na te gaan of hun pasgeboren kinderen tegen het RSV beschermd zijn. Definitieve resultaten worden verwacht tegen 2023.